Tag Archief van: verzamelbundel

Aquarel
Dit is een aquarel: een schilderij van waterverf
op dik karton. Ik wist niet wat ik wou toen ik
eraan begon en nu het af is heb ik er nog
het raden naar. Wat doet die vlek daar op dat schip,
wat doet die vrouw, waarom een zee, had ik dan
blauw in overschot, dat denk ik niet, ik denk
haast nooit als ik mijn vinger doop in mijn verdriet
of in het jouwe en ermee schrijf of teken, maar
ik moet niet doen alsof. Per slot van rekening
weet iedereen dat alles – alles – altijd over liefde gaat.
Bart Moeyaert. Uit: Dat alles over liefde gaat. De mooiste gedichten van Bart Moeyaert, gekozen door Ester Naomi Perquin. Querido, 2023. 
Gedichten van de winnaar van de Astrid Lindgren Memorial Award, de ‘Nobelprijs voor Jeugdliteratuur’, gekozen door de voormalig Dichter des Vaderlands.
Mooier kan het niet worden, denk je dan. Dat blijkt waar. Perquin heeft een even originele als heerlijke selectie gemaakt uit Moeyaerts werk, een keuze die ze zelf ‘een momentopname’ noemt, met deze aantekening: ‘We moeten maar niet doen alsof onze markeringen, kruisjes en voorkeuren iets anders betekenen dan onze liefdes; natuurlijk zijn ze tijdelijk, veranderlijk en grillig. Maar zelfs onzichtbaar zijn ze onuitwisbaar. We hebben dichters nodig om ons te tonen wat buiten ons blikveld valt: de samenhang, de onderstroom, de houdbaarheid, de wonderen waarvan we hooguit een glimp hebben opgevangen.”

Ze heeft gelijk. Bij lezing van de bundel is elk gedicht van Moeyaert een stomp in de maag, een schittering op een grauwe dag, een brok in de keel, een lach om je lippen. Over liefde valt altijd – altijd – te lezen.
Leeftijd 12+

Boom
Een ruwe bast, mijn boom.
Hij houdt me vast
met al zijn armen.
Ik mag me aan hem warmen.
Mijn wang, zijn schors, mijn hand.
Wie heeft hem ooit geplant?
Een jongetje dat schaduw zocht,
een man werd van het wachten.
Zo waaien de gedachten
tot boven in mijn kruin.

Koelte in mijn tuin.
Andre Sollie. Uit: Heel de wereld wordt wakker. Het beste van de moderne kinderpoëzie in 333 gedichten. Samenstelling Jaap Robben. Tekeningen Sebastiaan Van Doninck. Gottmer, 2022.
Gedichten die voelen als de kracht van een toverspreuk, schrijft Jaap Robben in zijn ‘Welkom lieve lezer’ dat aan de gedichten in deze kloeke verzamelbundel vooraf gaat. Hij legt uit dat de beste gedichten verschillende dingen met je kunnen doen: je iets groots laten voelen dat niemand aan de buitenkant aan je kan zien. Of je  helpen herinneren aan wat je was vergeten. Je troosten, ergeren, laten lachen, op een nieuwe manier naar buiten laten kijken of je bijna onzichtbaar laten knikken.  Deze bundel, schrijft hij, is bedoeld als gebruiksaanwijzing bij jezelf, als encyclopedie van gevoelens en atlas voor je fantasie en dromen. En als landkaart om iemand anders beter te laten begrijpen. 
Dat is een heleboel. Maar dit boek maakt het allemaal waar. Wat een geweldige verzameling mooie gedichten heeft Robben hier bij elkaar verzameld. Hij heeft ze ook nog eens zo geordend dat de lezer – een kind – er in mee kan groeien, als op een olifantenpaadje noemt Robben het: beginnen met begrijpelijke, korte gedichten en zo een leeservaring opbouwen waarmee  het verder kan naar iets ingewikkelder of gelaagdere poëzie. En zo verder. De vier delen lopen dus in moeilijkheidsgraad op en de gedichten zelf reageren op een slimme manier op elkaar. Van Donincks fijnzinnige tekeningen bewegen daarin mee en verbinden soms gedichten op een spannende manier aan elkaar.  Jaap Robben attendeert ons lezers er aan het eind van de bundel nog even fijntjes op dat een mens goede jeugdpoëzie nooit ontgroeit. En zo is het.
Verrukkelijk,  dit boek, de hele rest van je leven.
Leeftijd 6+

Kwukel
Ik ben niet bijzonder,
daar ben ik aan gewend.

Ik kan geen truc
die niemand kent.

In de stilte van mijn hoofd
bewaar ik geen geheim
dat mij de moeite maakt.

Voor mij bestaat zelfs geen recept
omdat mijn vlees naar lucht en water smaakt.

Misschien moet ik maar hopen
dat een mensenhand na duizend jaar
een paar botjes van me vindt en zegt:
‘Ik weet niet wat het is geweest,
maar dit was zo te zien
een heel bijzonder beest.’
Jaap Robben. Uit: Een stukje van de regenboog. De mooiste kindergedichten uit het afgelopen decennium. Samenstelling Jan van Coillie. Illustraties Sassefras De Bruyn. DavidsfondsInfodok/Standaarduitgeverij 2020. 
De honderd allermooiste kindergedichten kiezen uit tien jaar jeugdpoëzie klinkt als een lastige klus. Er is zo veel mooie en goede jeugdpoëzie. Poëzieliefhebbers zullen het over de 100 mooiste niet snel met elkaar eens zijn.
Maar emeritus hoogleraar kinder- en jeugdpoezie Jan van Coillie, die dit elke pakweg tien jaar opnieuw doet, legt in het voorwoord helder uit wat zijn selectiecriteria waren: hij heeft gezocht naar originele en authentieke (gevoelsmatig ware) gedichten die met vakmanschap en de ‘juiste’ spanning (tussen herkenbaarheid en en wat er niet staat in) zijn gemaakt.
Het resultaat is een fijne verzameling jeugdpoëzie van vooral veelvuldig gepubliceerde, maar gelukkig ook van wat minder vaak geciteerde dichters, zoals Kate Schlingemann met maar liefst vijf en Linda Vogelesang met vier sterke gedichten.
Er zijn gedichten over letters, woorden en boeken, gedichten over de wijde wereld, dieren en natuur, over straffe verhalen en familie.  Onder elk gedicht staat meteen in welk boek of tijdschrift Van Coillie het gedicht heeft gevonden.
De zachte, vaak paginagrote tekeningen van Sassefras De Bruyn vormen een aparte mix van nostalgische en vervreemdende beelden, vooral doordat alle personages als dieren zijn getekend die de gedichten net  even in een ander licht zetten.
Leeftijd: 6+

Er was eens…
Een mooi en lief meisje.
Ze was nog klein.
Haar moeder stierf.
Haar vader trouwde nog eens.
Die vrouw had al twee dochters.
Zij laten Assepoester hard werken.

Assepoester veegt.
Ze schrobt.
Ze wast.
Vaak zit ze aan de haard.
Ze is zwart van de as.
Zo krijgt ze haar naam.

Op een dag is er een brief.
De prins zoekt een vrouw.
Er komt een bal.
Voor alle meisjes.
[…]
Er was eens… sprookjes voor prille lezers. Sprookjesbundel Assepoester|Pinokkio|Hans & Grietje. Vrij naar Carlo Collodi en de gebroeders Grimm. Vertaling en lestips Elly Simoens. Illustraties Valeria Docampo en anderen. De Eenhoorn, 2020.
Goed idee van uitgeverij De Eenhoorn om in deze serie met fijne harde kaft (10 delen) onze bekendste sprookjes te hervertellen voor beginnende lezers en ze zo bovendien toegankelijk te maken voor nieuwelingen in ons taalgebied.
De tekeningen zijn groot en grappig en kunnen een verduidelijking van de tekst geven als iemand een woord niet kent. Na de sprookjes vind je tips voor thuis en in de klas en opdrachten bij de sprookjes.
Leeftijd: 5+

 

Als ik de zee was, zou ik aan komen rollen
dat lijkt me wel geinig als  ik zo begin.
En net voordat je voor mij weg wilde hollen
trok ik me weer terug, de branding in.

Als ik de zee was, liet ik schelpen aanspoelen
speciaal voor jou, zoek de mooiste maar uit
die jij wilt bewaren en in je hand wilt voelen.
Ik zorgde daarbij voor zacht ruisend geluid.

Als ik de zee was maakte ik zandribbels met water
die ’s avonds glimmeren bij de ondergaande zon.
En dan herinner jij je veel en veel later
hoe jij daar uren naar kijken kon.
Karel Eykman. Uit: Was ik zee. De mooiste liedjes en gedichten. Tekeningen Sylvia Weve. De Harmonie, 2014.
Een verzamelbundel van de gedichten en liedjes van Karel Eykman: die was er nog niet. Best raar als je bedenkt dat hij de afgelopen 50 jaar meer dan 1000 teksten schreef voor radio, tv en jeugdtheater. Gedichten en liedjes in nuchtere of heel fysieke taal, verstaanbaar, poëtisch of zachtmoedig, soms in rauw straatdialect, altijd hoopvol.
Leeftijd: 6-18 (staat er officieel). Maar met hetzelfde gemak zeg je: 6-99.

 

De blues
Ik doe mijn ogen open
alles is blauw
wie heeft hier
met verf lopen smijten?
Ik spring uit bed
schiet in mijn blauwe broek
knoop mijn blauwe shirt aan
en dan knal ik – boem! – tegen
een blauwe muur!
Blauw is mooi, vind ik
maar als alles blauw is
zie je de deur niet meer
en word je zelf bont en blauw
Dan, een windvlaag
en de andere kleuren
die ergens gevangen zaten
komen vrij
‘Rennen, kleuren’ roep ik, ‘doe het snel!’
en de kleuren doen het snel
zo snel
dat alles door de war raakt
Rood gaat op het gras liggen
zwart springt in de zon
geel zwemt in het water
het wordt een kleurig zootje
en de wereld is
helemaal anders
dan iemand hem ooit
heeft gezien
Gijs van der Hammen. Uit: Wie heeft hier met verf lopen smijten? Samenstelling Ted van Lieshout. Querido, 2010
Dit is alweer het 3e Poeziespektakel, een verzamelbundel van 153 kindergedichten van 76 dichters en tekeningen van 29 illustratoren en het boek wordt elk jaar leuker, beter, mooier, sterker, lijkt het. Jeugdpoëzie was natuurlijk allang geen suffe verzameling moraalrijmpjes meer maar veel lettermensen bleven het behandelen als een –  literair –  stiefkindje. Dat kan niet meer. Dit boek maakt prettig duidelijk dat Nederlandstalige jeugdpoëzie een volwassen literair genre is (geworden) waar geen literator omheen kan. 
De gedichten in de bundel gaan over alles. Zelfs als ze over bekende dingen gaan als boos of verliefd zijn, huisdieren of verhuizen zijn ze verrassend van taal en spannend van beeld. Er zijn gedichten over Doornroosje, de hemel, in kleur dromen, een favoriete spin, gedichten die spelen met vorm en gedichten met voetballers erin.
Oude bekenden als Linda Vogelesang, Koos Meinderts, Johanna Kruit , bekende dichters als Edward van de Vendel, Eva Gerlach en Toon Tellegen en  nieuwkomers als Annet Bremen, Elfie Tromp en Elske Kampen laten je kijken op een manier die altijd net even anders is dan je gewend bent. Ted van Lieshout heeft de gedichten zo op de pagina’s gezet dat ze met elkaar in discussie gaan, elkaar een schop verkopen of juist de lucht in tillen.

Het blijft spijtig dat de illustraties alleen in blauw, zwart en wit zijn. De verschillende tekenstijlen van de illustratoren komen er toch goed uit. Eén kritiekpunt: de belabberde index. Jammer dat je niet gewoon op naam van dichters en tekenaars of op titel kunt zoeken.
Fijn boek, om vaak op te pakken, uit voor te lezen, naast je bed te leggen of mee in de auto te nemen.
Papa en ik zongen
in een groen, groen knollenland
toe we jou
– heel parmant – zagen zitten
langs de kant van de weg.
Hoorden je lange oren niets?
En wat zagen je ogen?
Speelde je soms haasje-over
met de banden van onze wagen?
Na de klap
waren wij stil.
Ik keek naar papa.
Die leek ineens
op een verdrietige jager.
Linda Vogelesang. Uit: Fluit zoals je bent. Samenstelling: Edward van de Vendel. Tekeningen Carll Cneut. De Eenhoorn, 2009.