Tag Archief van: versjes

ga je mee naar het huis van adam en siham?
mama sara moet aan het werk.
papa hamza bakt een koek.
en waar is poes dan?
reis, lees en zoek snel mee!

ik reis door dit huis.
dus pas maar op, muis!
al ben je snel,
ik pak je wel! (oplossing: poes)
In het huis van Adam en Siham zijn er elf verschillende kamers. Los in elke kamer de raadsels op en ga op zoek naar wat er nog meer verstopt is. Maak er samen met je kleuter of beginnende lezer een leuk lees-, zoek- en rijmmoment van. (tekst voor de voorlezer).
Riet Wille. Uit: Op reis in een huis. Prenten Richard Verschraagen. De Eenhoorn, 2023. 
Opnieuw brengt Riet Wille een lees- en doeboek uit voor beginnende lezers, dit keer leidt ze haar lezertjes door de kamers, hal, keuken en tuin van een doorsnee woning. De rijmende tekstjes bestaan uit eenlettergrepige woorden, er zijn spelvormen in het boek verwerkt zoals zoekopdrachten, raadsels en taalspelletjes en de tekeningen zijn fleurig en toegankelijk. Voor de (groot)ouders en andere voorlezers: de oplossingen van de raadsel en taalspelletjes staan ondersteboven klein op de pagina’s. Doelgroepboek.
Leeftijd 3+

Modderrollen in de wei
varken vrolijk varken blij
hoor het varken toch eens knorren

knorre-knor
daar komt de boer
knorre-knor
met varkensvoer

smullen in de wei
modderkloddertjes erbij
vrolijk varken, dubbelblij
Erik van Os en Elle van Lieshout. Uit: Hé, beestjes! op de boerderij. Tekeningen Marieke ten Berge. Gotter, 2023. 
Een stevig kartonboekje met fijne, ritmische versjes en frisse, sterke tekeningen over boerderijdieren, voor de allerkleinsten. Dit is alweer het tweede deel in de serie Hé beestjes! en dit nieuwe deel is net zo grappig, taalrijk en aanstekelijk als Hé beestjes! in de tuin. Naast bovengenoemd varken brengen van Os en van Lieshout een koe, een ezel, een muis, een lammetje, een kip en haan en een geit feestelijk en klankrijk over het voetlicht.
Door de krachtige, toegankelijke tekeningen van ten Berge wordt het nergens zoet en vallen de zachte teksten mooi op hun plek. Fijn boekje om kleine kinderen iets over boerderijdieren te leren.
Leeftijd 1,5 jaar

Handigheidje
Wat hier staat geschreven
is heel handig om te weten:
bananen zijn vooral bedoeld
om lekker op te eten.

Maar als je juffrouw iets vertelt
wat jij het liefst níet wil horen,
eet dan nooit bananen op
maar stop ze in je oren.

En is je juffrouw uitverteld
dan moet je niet vergeten:
bananen uit je oren,
schil eraf en smakelijk eten.

Lees dit versje hardop voor.
De klas wil het graag horen.
Maar stop – voordat je juf het hoort –
bananen in haar oren.
Erik van Os & Jan Jutte. Uit: Dat boek met die bananen. 21 kromme versjes. Gottmer, 2022. 
Het gedicht hierboven laat prima zien wat voor soort teksten er in dit boekje staan: 21 supermelige, grappige, onzinnige versjes over bananen. Van bananen met een rits, bananen als onderzetter, bananenblues, bananen waarvan de batterij op is en zo verder. Erik van Os trekt heel zijn – grote – kunnen uit de kast voor dit vrolijke boekje met absurde bananengedichten waaraan kinderen veel plezier zullen beleven. En misschien hun ouders ook wel.
Jan Jutte, met wie van Os eerder fantastisch samenwerkte in de recent verschenen bundel Applaus voor mijn vinger, heeft van elke tekening een hilarisch kunstwerkje gemaakt, waarop elke banaan een eigen persoonlijkheid krijgt.
Leeftijd: 4+

 

Dwars
Dat hek? Daar kan ik heus wel overheen.
Ik klauter op de grote, grijze steen
en hupsakee, daar ga ik. Simpel hoor!

Dat prikkeldraad? Daar kruip ik tussendoor,
geen enkel punt. En zie je daar die heg?
Die staat mij absoluut niet in de weg.

Dat hok? Moet ik daar in? Geen denken aan.
Veel leuker om erbovenop te staan.
Dat kan ik best, ik klim gewoon omhoog.

Dat voer? Moet ik dat eten? Veel te droog.
Het smaakt naar oude kranten. Ik heb zin
in worteltjes, ik ga de moestuin in.
Bette Westera. Uit: Brave hond! Stoute kat! Versjes over de aard van het beestje.  Gottmer, 2021.
Westera op haar allerbest, in originele en huppelende, soepel rijmende verzen, telkens op een betekenisvolle manier inhoudelijk tegengesteld en grappig naast elkaar geplaatst: schaap en geit, hond en een kat, kalkoen en kip,  gifslang en regenworm etc. De krachtige, kleurrijke tekeningen van Mies van Hout rijmen vergelijkbaar op elkaar: tuimelaars en potvis zwemmen in dezelfde zee, mussen en zwaluwen bevolken samen het luchtruim, de bromvlieg ontsnapt maar net aan het web van de spin. Meesterlijk boek, waarin liefde voor (voor)lezen, dieren en jeugdpoëzie mooi samen komen.
Leeftijd: 3+

Bakker
Alle dagen van de week
bak ik brood en koek en cake

bergen bergen slagroomsoezen
hoge torens van tompoezen

pepernootjes
worstenbroodjes

appel-abrikozenvlaai
grote zakken vol taai-taai

alle dagen van de week
bak ik brood en koek en cake

maar op zondag neem ik vrij
dan bakt mama taart voor MIJ!
Erik van Os en Elle van Lieshout. Uit: Ik weet wat ik worden wil. Illustraties Mies van Hout. Gottmer,  2021.
Luchtige versjes over allerlei beroepen zoals prinses, zeeman, goochelaar, piloot, boer of minister-president met uitbundige tekeningen over het beroep in kwestie. De versjes zijn nogal eendimensionaal, de verschijning van dit boek lijkt vooral ingegeven door het thema van de kinderboekenweek: Worden wat je wilt. Jammer, zo’n moetje, op deze manier draag je een boodschap uit (versjes voor kinderen hoeven niet van hoge kwaliteit te zijn) die de auteurs en uitgever waarschijnlijk niet werkelijk onderschrijven.   Opvallend is ook de verdeling in mannen- en vrouwenberoepen, die is nogal traditioneel.
Meer tijdsinvestering  had vast betere teksten opgeleverd. Een gemiste kans. Het boek is verder mooi uitgegeven, in ruim formaat, met harde kaft en op stevig papier.
Leeftijd 4+

 

 

Denk maar niet
ik denk
niet aan een olifant
niet aan zijn slurf
zijn poten
niet aan zijn ruwe
grijze huid

ik denk
niet aan een olifant
ik denk
aan een trompet
aan een oude boom
en aan een koning
op zijn troon
die woont
in een heel ver land
hij knikt deftig naar de mensen
die staan te kijken langs de kant
de koning wuift ze toe
vanaf de rug
van een grote

NEE!
Miriam Bruijstens. Uit: Ik huppel naar je lach. Illustraties Iris Boter. Van Goor, 2019.
Herkenbare situaties in eenvoudige,  rijmende versjes over te veel nadenken, schaatsen, verstoppen of boos zijn. Het leven van alledag, geportretteerd met het hoofd van een kind van 7, 8, 9 jaar. Afwisselende tekeningen, sfeervol, dromerig of juist uitbundig.
Leeftijd 6+

 

 

Kindjes, kindjes, zet jullie rond mij.
Pyamaatjes aan, de knuffels erbij.
Tandjes gepoetst en pipi gedaan?
Gordijntjes toe, nachtlampje aan.

De volgende versjes over foute figuurtjes,
duiveltjes klein vol duiveltjeskuurtjes.
Vijf vreemde duivels vol duiveltjesgrillen,
zijn vaak dichterbij dan je zou willen.

We beginnen meteen met Duiveltje Een.
Dit klein rood geval, herken je meteen:
hij houdt zonder blozen van heel boze kindjes,
blazende, razende, heel slecht-gezindjes.

Van vuistjes die knijpen, van knarsende tandjes,
van stampende voetjes en kletsende handjes.
Van kindjes die brullen, die grommen of gillen,
die niet netjes vragen, maar moeten en willen.

Zelf heeft hij geen vriendjes, is altijd alleen.
Hij plaagt en hij pest en hij is heel gemeen.
Hij wil steeds de baas zijn, alles bevelen,
is vals en oneerlijk, zo mag je niet spelen.
[…]
Robin Aerts. Uit: Duivelsversjes. Illustraties Xavier Mariën. De Eenhoorn, 2019.
Duiveltjes die van kinderen houden die niks lusten, zich niet willen wassen en overal troep maken in de hoop dat je kinderen het tegenovergestelde gaan doen: dat leest lekker voor aan je kroost.
De boodschap in deze ritmische, strak rijmende versjes over vijf duiveltjes wordt er luidkeels ingewreven, met her en der al te nadrukkelijke rijmdwang: blijf rustig, eet veel groente, ruim je kamer op, was je goed met zeep en vooral: laat je niet bang maken.
Nogal braaf dus maar door het zingende karakter van de tekst stoort dat minder dan je zou denken. De schrijver is dan ook bassist van de Vlaamse rockgroep Het Zesde Metaal, zijn muzikale achtergrond sijpelt door in dit boek.
Ook de illustraties zijn flink rock & roll, met zichtbare invloeden uit de stripboeken- en popcultuur. De duiveltjes hebben lange tanden en horentjes, bijten en spuwen vuur in aardekleuren als rood, grijs, bruingeel en zwart.
Dit niet-lievige maar wel brave prentenboek is niet voor ieder kind maar voor sommigen vast heel geweldig.
Leeftijd5+

Lievelingskleur
Wat is je lievelingskleur?
Nou?
Nou?
Nou?

Eh…misschien blauw.

Wat is misschienblauw voor soort blauw?

Mooie-stenenblauw?
Dooie-tenenblauw?
Staalblauw?
Vaalblauw?
Pracht-en-pronk-en-praalblauw?
Zon-nog-net-niet-opblauw?
Beurse-plek-geschoptblauw?

Blauweregenblauw?
Oude-tegelblauw?
Koublauw?
Grauwblauw?
Ik-hou-niet-meer-van-joublauw?
Middellandse-Zeeblauw?
Bosbessenpureeblauw?

Of haast-niet-meer-te-zienblauw?
Is dat misschien misschienblauw?

Nee, wacht.
Geel.
Ik kies toch maar geel.

Wat is tochmaargeel voor soort geel?
WEET IK VEEl?!
GEEL!

Joke van Leeuwen. Uit: Hee daar mijn twee voeten. Versjes. Querido, 2019.
Zodra het over gedichten gaat en het woord ‘versjes’ valt, is daar die twijfel of iets serieuze poëzie is.  Daarvoor hoef je in deze bundel niet bang te zijn, al staan er verschillende  ‘versjes’ in: luchtige, ritmische teksten op rijm.
Maar ook gedegener werk, hoewel altijd met een talige twist of knipoog, origineel op z’n Joke van Leeuwens. Sommige teksten blijven hangen in taalgrap of anekdote, hier en daar is het soortelijk gewicht van een tekst (te) laag, maar van Leeuwen experimenteert fijn met teksten, tekeningen, uitroepen en vormgeving en is op haar best in wonderlijke gedichten als  ‘Tegen een dode mug (die dit levend niet kon verstaan)’ .
Leeftijd: 9+

Sorry juf, we moeten even
klieren, stieren, giechelgieren,
pennentikken, grinnikhikken,
wiebelstoelen, juichen, joelen.

Sorry juf, we zijn daarnet
allemaal stuk voor stuk besmet
met de gekke giebelgriep.
Pillen of drankjes helpen ons niet.

Laat ons daarom springen, schreeuwen, razen.
Laat ons maar raar en gek doen, dwazen.
Laat ons even rennen, hollen, sjezen.
Dan zijn wij het snelst genezen.
Linda Vogelesang. Uit: Gekke giebelgriep. Illustraties Natascha Stenvert. Zwijssen, 2018.
Wat gebeurt er allemaal in de klas, op zomaar een willekeurige schooldag? Iemand maakt alvast spiekbriefjes voor de toets van morgen, twee kinderen krijgen hevige ruzie maar vinden elkaar eigenlijk heel leuk, een kind vindt trefbal met gym hartstikke eng, een ander kind maakt zich zorgen over zijn zieke opa en kan dus niet opletten, iemand heeft een spreekbeurt maar is zo verlegen dat ze nauwelijks uit haar woorden komt en als juf voorleest is de hele klas betoverd.
Linda Vogelesang brengt met haar verzen de drukte en emoties van elke dag in een klas mooi tot leven. Natascha Stenvert maakt er stripboekachtige tekeningen bij.

Leeftijd: 7+

Egeltjes verjaardag
We hadden gespaard
Met zegeltjes
Voor een taart
Voor egeltjes
Verjaardag.

Maar we hadden
Op de kaart
Maar anderhalf zegeltje:
Veel te weinig
Voor een taart
Voor egeltje.

Wat te doen?
‘Kom, niet kniezen,’
Zei de bakker toen,
‘Je kan ook kiezen
Voor een tegeltje.’

Een tegeltje!
Dat is een goed idee!
En dan zetten we er iets op,
Zoveel als we mogen
Voor anderhalf zegeltje!

O wat mooi!
O wat lief!
Zei egeltje
Met in zijn hand
Het tegeltje,
En hij las
Het ene regeltje:
‘Er is er één ja’

En toen riepen we allemaal:
‘Er is er één ja!
Er is er één ja!
Er is er één ja, hoera!’
Robbert-Jan Henkes. Uit: Wit als een wat. Illustraties van Charles Michels. Querido, 2018. 
“Alles begint met een A’ , zo begint deze bundel met gedichten voor kinderen en inderdaad spat het taalplezier van de pagina’s met een enorme variatie aan gedichten als kleine sprookjes, nonsensversjes, taalspelletjes en liedjes, alles in een feestelijk ritme en rijk van klank.
Oké, er staan ook flauwe versjes bij, maar evenzeer ingenieuze gedichten als ‘Komt dat zien’ en  de ‘Paddenconferentie’: “De padden gingen praten/Maar het bleek algauw/Dat iedereen in hoge mate/Heel iets anders wou./’Ik wil een paard’ zei Ruiterpad./’Ik wil een fiets,’ zei Rijwielpad.’Ik wil een zwaard,’ zei Oorlogspad./’En ik wil niets,’ zei Hazepad”.
De gedichten richten zich expliciet op kinderen, maar worden nergens simplistisch of kinderachtig en er staan gerust onbekende woorden als ‘zwerk’ en ‘gespuis’  in het boek.