Tag Archief van: taalplezier

Lievelingskleur
Wat is je lievelingskleur?
Nou?
Nou?
Nou?

Eh…misschien blauw.

Wat is misschienblauw voor soort blauw?

Mooie-stenenblauw?
Dooie-tenenblauw?
Staalblauw?
Vaalblauw?
Pracht-en-pronk-en-praalblauw?
Zon-nog-net-niet-opblauw?
Beurse-plek-geschoptblauw?

Blauweregenblauw?
Oude-tegelblauw?
Koublauw?
Grauwblauw?
Ik-hou-niet-meer-van-joublauw?
Middellandse-Zeeblauw?
Bosbessenpureeblauw?

Of haast-niet-meer-te-zienblauw?
Is dat misschien misschienblauw?

Nee, wacht.
Geel.
Ik kies toch maar geel.

Wat is tochmaargeel voor soort geel?
WEET IK VEEl?!
GEEL!

Joke van Leeuwen. Uit: Hee daar mijn twee voeten. Versjes. Querido, 2019.
Zodra het over gedichten gaat en het woord ‘versjes’ valt, is daar die twijfel of iets serieuze poëzie is.  Daarvoor hoef je in deze bundel niet bang te zijn, al staan er verschillende  ‘versjes’ in: luchtige, ritmische teksten op rijm.
Maar ook gedegener werk, hoewel altijd met een talige twist of knipoog, origineel op z’n Joke van Leeuwens. Sommige teksten blijven hangen in taalgrap of anekdote, hier en daar is het soortelijk gewicht van een tekst (te) laag, maar van Leeuwen experimenteert fijn met teksten, tekeningen, uitroepen en vormgeving en is op haar best in wonderlijke gedichten als  ‘Tegen een dode mug (die dit levend niet kon verstaan)’ .
Leeftijd: 9+

Mijn rug lijkt op een twijgje,
heel bruin en lang en fijn.
Mijn kaken zijn heel krachtig,
maar mijn kopje is erg klein.

Mijn uitgestrekte poten
zijn tenger, maar niet zwak.
Ik kan niet heel veel spelletjes.
Maar verstoppen? Met gemak.
(Ritsel ritsel. Is het een… ? wandelende tak)
Alex Scheffer. Uit: Flip Flap Huisdieren. Giechelplezier met geinige rijmpjes en grappige dieren. Vertaling Edward van de Vendel. Volt, 2019.
Ingenieus voorlees-prentenboekje van stevig karton voor peuters en kleuters waarbij alle dieren in tweeën kunnen worden geklapt en zo gecombineerd met een ander dier. Op die manier ontstaan er hilarische combinaties waarbij kinderen ondertussen met woordcombinaties kunnen spelen. Fijn gedaan. De subtiele vertalingen van Edward van de Vendel verdienen een extra vermelding. Ook vormgeving en tekeningen zijn meer dan in orde. 
Leeftijd 2+

(fragment)
Lopen wordt liep,
maar hopen niet hiep.

Laten wordt liet,
maar praten niet priet.

Stinken wordt stonk,
maar hinken niet honk.

Mogen wordt mocht,
maar drogen niet drocht.

Winnen wordt won,
maar pinnen niet pon.

Vallen wordt viel,
maar ballen niet biel.

Zitten wordt zat,
maar spitten niet spat.

Schenken wordt schonk,
maar denken niet donk.

Weten wordt wist,
maar meten niet mist.

Zullen wordt zou,
maar vullen niet vou.

Zwemmen wordt zwom,
maar klemmen niet klom.

Ja. Maar waarom?
Joke van Leeuwen. Uit: Waarom een buitenboordmotor eenzaam is. Stichting Ons Erfdeel vzw, 2005.
Interessant, grappig boek over taal. Joke van Leeuwen laat zien hoe onlogisch onze taal is, bijvoorbeeld met het zinnetje Ik vierf me blauw, ik donk dat dat mooi sting. Ze geeft ook handige ezelsbruggetjes, bijvoorbeeld voor de tussen-n bij plantennamen (is het nou paardebloem of paardenbloem?):
Het eerste heeft poten, het tweede heeft stelen?
Dan moet er geen ennetje tussen de delen.
Zo’n regel vergeet je nooit meer. Geweldig boek.
Leeftijd 9+