Tag Archief van: storm

Het tij
Ze stond daar maar en staarde maar.
Golven spoelden om haar heen,
de zeewind speelde met haar haar,
de horizon verdween.

Lucht en water smolten samen,
grijs en wit en ver en zacht.
Meeuwen gingen, wolken kwamen,
heel lang stond zij daar op wacht.

Haar voeten in het natte zand,
haar hoofd in weer en wind
en achter haar het lege strand.
Ze wachtte op haar kind.

Haar zoon die zwom in zomerzon,
nu ruim een jaar geleden.
Haar zoon die zo goed duiken kon,
en lachen zonder reden.

Zijn glanzend lijf, zijn haar stroblond,
door zon en zee en zout.
Het drijfhout dat hij samenbond,
zijn vlot was snel gebouwd.

‘Ik moet nu maar eens gaan,’ zei hij,
ik voel het trekken van het tij.
‘De wilde wijde oceaan,
die roept, en vraagt naar mij.’

Ze namen afscheid, zwaaiden, lachten.
Stroming nam hem zachtjes mee.
Een spel, niet meer, was haar gedachte,
aan de rand daar van de zee.

Nu ruim een jaar, sinds hij verdween.
De vrouw is blijven wachten.
In weer en wind ging ze erheen,
vol donkere gedachten.

Maar kijk! Daar op een golfrug
ziet ze zijn vlot verschijnen.
Hij komt terug! Hij komt terug!
En mag nooit meer verdwijnen.

‘Hé ma, heb je een boterham,’
is het eerste wat hij zegt.
Ze knikt en lacht en pakt hem vast.
Hij is het, is het echt.

Ze is wel blij, maar in haar hart
rust ook een zware kei.
Vanavond dan vertrekt hij weer,
bij het keren van het tij.
Marco Kunst. Uit: De zee is bijna alles. Illustraties Jeska Verstegen. Lemniscaat, 2025.
Meteen met het openslaan van het boek zie je de titel verbeeld:  een zon, een meeuw, een bootje en een mens, maar vooral zee, veel zee. Mooi gedaan, in blauw-, grijs-, rood- en wittinten.  Daarna op het titelblad een mensfiguur, als een circusdirecteur rijdend op de rug van een zeepaardje, gevolgd door rode vissen. Verstegen is de ideale illustrator bij dit boek van Marco Kunst: ze weet in haar, half abstracte, tekeningen feilloos het grote verlangen te verbeelden dat uit de gedichten spreekt. Marco Kunst kennen we van zijn fictieromans, waarin ook altijd de zee een rol speelt;  gedichten van hem lazen we niet eerder. We ontmoeten de zee in veel van haar gedaantes: kabbelend, leeg, vol beukende golven, als rand aan het land, als plek die je geliefden bij je weghaalt maar ook als belichaming van verlangens: weer een dag van eb en vloed/verlies en verlangen, vergetelheid./We weten, ja, zo is het goed/leven, liefde en geen spijt. Melancholie, heimwee, hunkeren: Marco Kunst brengt ze bij elkaar in deze lichte, heldere teksten. Hij  speelt ook met vorm: herhalend, vaak eindrijmend in metrische verzen maar soms minder traditioneel in ritme en rijm. Schrijven over de zee: dat kun je eindeloos doen, zoveel is duidelijk na het lezen van deze bundel. Marco Kunst mag wat mij betreft vaker een dichtbundel over de zee uitbrengen.
Leeftijd: 9+

Groene Storm
Storm,
groene storm.

Waait,
groene storm.

Is kode
groen.

En ik,
in mijn bed.

Het is eng
in mijn bed.

Dit gedicht is van Nienke uit groep 6 van juf Annet, van basisschool De Borgwal in Renswoude.
Ze heeft het gemaakt toen ik in de klas een poëzieworkshop kwam geven.
Wat een prachtig gedicht.
Ook de gedichten van de andere kinderen zijn super.  Ze hebben er ook tekeningen bij gemaakt. Met hun mooie kunstwerken hebben ze hun eigen expositie ingericht, die op school te zien is.

eergister
zag ik op het strand
1 dode witte kip
en 1 dode zwart-witgevlekte hond
met een strakke dikke buik
1 plastic viskist
met erop in blauw de woorden
VISMIJN VLISSINGEN
1 bamboestok van wel 2 meter
en 1 nat en donker kledingstuk
met een schroeivlek
een jas de zakken vol zeezand

kip en hond
zijn ergens op de Westerschelde
te water geraakt
hun schip vloog eerst in brand
brak toen in de storm en zonk
ze probeerden zich te redden
met die viskist van de vismijn ze gebruikten
de bamboestok als mast maakten
er de jas als vlag aan vast
maar niemand
die hen zag
of hoorde
het werd nacht en de storm nam toe
windkracht acht negen tien
het water was ijskoud
ze werden bang en maakten in paniek
harde geluiden (gekakel en geblaf)
ze kregen ruzie en werden ziek
van angst de kist kipte en de kip
viel eraf
en verdronk terstond de hond
zwom eerst nog wat rond
maar dronk jankend steeds meer water
later vond ik ze
kip
hond
kist
stok
jas

in die volgorde
en niet anders
zodat ik precies wist
wat er voorgevallen was

(dat van die harde storm
en van die brand
heb ik uit de krant)
Wim Hofman. Uit: Na de storm. Querido, 2005