Tag Archief van: rijm

Meer dan honderdtwintigduizend
inwoners telt Ninevé,
die niet leven naar Gods wet;
ze nemen er een loopje mee.

Dan roept God tot Jonas: ‘Ik wil
dat jij naar die stad toe gaat.
Waarschuw ’t volk, dat het verschil
niet inziet tussen goed en kwaad.’

Ninevé? denkt Jonas. Echt niet.
En Gods boodschap? Weg ermee!
Dus hij gaat de and’re kant op
en zo komt hij bij de zee.
[…]

’t Bange scheepsvolk jonast hem
de golven in, hals over kop.
Daar slokt een enorme vis
de drenkeling in één hap op.

[…]
God besluit dan met de woorden:
‘Jonas, prent goed in je brein,
dat jouw sores vergeleken
met de mijne peanuts zijn.’
Maria van Donkelaar. Uit: Toen Jonas in de walvis zat. Verhalen uit het Oude Testament op rijm. Tekeningen Sylvia Weve. Gottmer, 2021.
“deze onverwoestbare, inspirerende verhalen (zijn) geen eigendom van ‘de kerk’ of van een bepaald geloof. En dat is het mooie: ze zijn van niemand en daarom zijn ze van en voor iedereen, dus ook van jou’ , staat in het Woord vooraf van dit boek. Het zijn verhalen over de eerste mensen, Adam en Eva; over Noach ronddobberend in zijn ark, over God en engelen, over heldin Judith en Daniel in de leeuwenkuil. Verhalen uit de christelijke bijbel, maar evenzeer onderdeel van het joodse geloof en veel van de personages komen ook voor in de Koran.
Fijn dat de oude verhalen opnieuw worden verteld, zoals dat al eeuwenlang gebeurt met deze verhalen, zodat ze niet verloren gaan voor kinderen van nu.
Fijn ook dat ze in versvorm worden verteld en dat er een mooi boek van is gemaakt, met kleurrijke platen, stevig papier en een harde kaft, zodat het lekker lang meegaat.
De paginagrote, kleurige tekeningen van Sylvia Weve zijn kunstig mooi  maar niet heel toegankelijk voor veel kinderen. Jammer ook dat de schrijfster álle verhalen steeds opnieuw in dezelfde strakke vorm giet, met een traditioneel ritme en (parend) rijm.  Deze verhalen smeken juist om nieuwe versvormen, experimenten met taal en ritme, om snelheid en vaart.
Leeftijd: 8+

Ze legt elke morgen een ei in haar hok.
Ze heeft veren en gaat elke avond op stok.

Zie je haar graan van de grond pikken?
Het dier waar ik aan denk is…
[…]

Ze heeft lange armen, wel acht in totaal.
Ze verstopt zich soms achter een steen, of koraal.

Zie je haar zwaaien in haar schuilplaats?
Het dier waar ik aan denk is…
[…]
Guillain & Gaggiotti. Vertaling Naomi Tieman. Gottmer, 2021. 
Samen met je peuter bedenken welk dier er achter het schuifje zit is een heerlijke manier om met taal en beeld bezig te zijn met je kind. De versjesteksten en kleurige tekeningen vormen leuke raadspelletjes in stevig karton. 
Leeftijd: 1+

Onder het kalme geklots en  geklater
van rollende golven, heel diep onder water,
tussen wat traag heen en weer wiegend wier,
dobberde Wilbert, een tobberig dier.

Wilbert werd wakker. Hij slaakte een zucht
die het zeewater vulde met bubbeltjes lucht.

Iedere morgen als Wilbert ontwaakte
voelde hij iets wat hem tobberig maakte:
een gapende LEEGTE, een levensgroot GAT.
Ik MIS iets, dacht Wilbert voortdurend,  maar wat?
[…]
Rachel Bright. Uit: Wilbert wilde meer. Illustraties Jim Field. Vertaling Bette Westera. Gottmer, 2021.
Sprankelend prentenboek op rijm van gouden koppel Bright-Field, dit keer  over een walvis die zijn innerlijk gemis probeert te vullen met mooie hebbedingen uit zee.  Dankzij een krabbetje ontdekt hij hoe fijn het is om het lied dat zijn moeder vroeger voor hem zong voor de andere zeewezens te zingen, die daardoor weer ophouden met elkaar ruzie te maken. De teksten zijn raak en smetteloos vertaald, de prenten van de walvis en het leven onder de zeespiegel adembenemend mooi. Fijn boek!
Leeftijd: 1-5

De kat en de muis
-ik ben het zat,
sist muis.
-zit ik op de mat?
dan is kat daar ook.
of op zoek naar kaas?
dan is kat daar ook.
loop ik naar mijn hol?
dan is kat daar ook.
ik ben het zat.
Ik ben het moe.
broer! zus! mam!
pap! neef! oom!
kom eens hier.
muis kijkt hen aan.
-ik wil vrij zijn.
gaan waar ik wil.
staan waar ik wil.
en die kat…
die wil ik NIET meer zien!
[…]
Riet Wille. Uit: Van leeuw tot leeuwerik. Met fabels van Aesopus. Illustraties van Ann de Bode. De Eenhoorn, 2021. 
Geweldig idee van dichter Riet Wille om in heel eenvoudige taal 19 bekende dierenfabels te hervertellen zodat beginnende lezers ze ook kunnen lezen.
De vos houdt natuurlijk de raaf voor de gek, de wolf krijgt het lam niet te pakken en de duif en de mier redden elkaar. De fabels lopen op in moeilijkheid en ingewikkeldheid en het boek is prachtig vormgegeven met een harde kaft, grote, stevige bladzijden en mooie, kleurrijke dierentekeningen. Echte aanrader voor nieuwsgierige startende lezers.
Leeftijd 5+

Sara Snufje liet haar hersenen kraken
om een jassenrepareermachine te maken, toen
KLING
KLENG
KLANG
KLOINK!
de deurbel ging
en Superkraai een gouden brief opving.

Juffrouw Snufje
Ik heb gehoord dat u uitvinder bent
en maak u graag op onze wedstrijd attent.
Die is donderdagmiddag
en wordt heel bijzonder.
Ik hoop dat u kunt, hoogachtend, Wim Wonder.

Sara zuchtte (en haar machine brak in stukken):
‘Ik ga niet. Mijn uitvindingen mislukken!’
Larie,’ zei Grootvader.

Dus pakte Sara wat dingen,
laadde een kar vol, en ja hoor, ze gingen!

Over velden…en heuvels…
en de zee…tot het strand
van het indrukwekkende
TECH-EILAND!
[…]
Pip Jones & Sara Ogilvie. Uit: Sara Snufje en de uitvindwedstrijd. Lemniscaat, 2020.
Sara, die in het voorgaande boek, Sara Snufje, haar kraai al van nieuwe vleugels voorzag, moet het op Tech-eiland opnemen tegen andere uitvinders als Willy Schep, Maximiliaan Prop, Abbie Rijkaard en Juliette Linnen.
De winnende uitvinder mag lid worden van de Bolleboosbond. Sara wordt flink tegengewerkt maar samen met haar Superkraai weet ze alle moeilijkheden te overwinnen en gaan ze voor de Hoofdprijs.
Dit verhaal op rijm met felle, expressieve tekeningen over een hyperactief, creatief meisje en haar kraai maakt vast veel indruk op soortgelijke meisjes. Dat Sara een kleurtje heeft speelt gelukkig geen enkele rol in het boek.
Jammer dat de  – vertaalde – teksten zo houterig zijn.
Leeftijd 6+

Het wittebroodskind
Een man en een vrouw zagen elkaar zo graag dat ze samen een kind wilden. Een wittebroodskind.
Maar een kind krijg je niet op een, twee, drie. Ook niet tijdens de wittebroodsweken.
Ze wachtten dagen, weken, maanden en jaren. Hun verlangen naar een kind werd iedere zucht groter.
Tot hun geduld op was.
‘Ik maak zelf een kind,’ zei de vrouw.
‘Goed idee,’ zei de man.
De vrouw knoopte haar schort voor en begon eraan.
[…]
Kristien Dieltiens. Uit: De boze Billenbijter en andere verhalen voor grote en kleine mensen. Illustraties Leriette Desir van Bergen. De Eenhoorn, 2019.
Volksverhalen gaan over de grote thema’s van het leven: leven en dood, onderdrukking, moed, hebzucht, verleiding, het oude loslaten en het nieuwe veroveren. Ze worden wereldwijd al verteld sinds het begin van de mensheid en geven waarden en normen door. Alles kan, rijm, cadans en herhalingen spelen een grote rol en dieren komen vaak voor.
Diltiens geeft  in dit boek in haar heldere, frisse stijl  de oude verhalen een heel nieuw leven, bij uitstek geschikt om voor te lezen.
Leeftijd 3+/5+

Prinsesje Pomtidom
stond op het dak van haar kasteel.
Ze tuurde in de verte,
maar daar zag ze niet zoveel.
Ja, kreupelhout, konijntjes
en een vieze, oude geit,
maar niet wat ze graag wilde zien.
Dat had ze nou altijd.

Pom wachtte al sinds ’s ochtends vroeg,
ze rilde van de kou.
Ze stampvoette en mompelde:
‘Waar blijft die gozer nou?’
Vandaag was heel belangrijk,
want vandaag kreeg ze bezoek
van Tobias de Blonde,
uit het rijk links om de hoek.
Kim van Kooten. Illustraties Noëlle Smit. Gottmer, 2019. 
Wat doe je als verlegen prinsje als een bazig prinsesje je steeds de les wil lezen? Prins Tobias verstopt zich in de kamer van Pom om met haar poppen te spelen.
Vindt Pom dat niet erg?
Dat actrice en schrijfster Kim van Kooten veel scenario’s schrijft is te merken in dit rijmende prentenboek voor peuters en kleuters. De grappige dialogen en beeldende situatieschetsen over het brutale prinsesje Pom springen je ritmisch tegemoet tijdens het voorlezen. De veelkleurige, duidelijke prenten maken het voorleesfeestje compleet.
Leeftijd 3+

Denk maar niet
ik denk
niet aan een olifant
niet aan zijn slurf
zijn poten
niet aan zijn ruwe
grijze huid

ik denk
niet aan een olifant
ik denk
aan een trompet
aan een oude boom
en aan een koning
op zijn troon
die woont
in een heel ver land
hij knikt deftig naar de mensen
die staan te kijken langs de kant
de koning wuift ze toe
vanaf de rug
van een grote

NEE!
Miriam Bruijstens. Uit: Ik huppel naar je lach. Illustraties Iris Boter. Van Goor, 2019.
Herkenbare situaties in eenvoudige,  rijmende versjes over te veel nadenken, schaatsen, verstoppen of boos zijn. Het leven van alledag, geportretteerd met het hoofd van een kind van 7, 8, 9 jaar. Afwisselende tekeningen, sfeervol, dromerig of juist uitbundig.
Leeftijd 6+

 

 

Kindjes, kindjes, zet jullie rond mij.
Pyamaatjes aan, de knuffels erbij.
Tandjes gepoetst en pipi gedaan?
Gordijntjes toe, nachtlampje aan.

De volgende versjes over foute figuurtjes,
duiveltjes klein vol duiveltjeskuurtjes.
Vijf vreemde duivels vol duiveltjesgrillen,
zijn vaak dichterbij dan je zou willen.

We beginnen meteen met Duiveltje Een.
Dit klein rood geval, herken je meteen:
hij houdt zonder blozen van heel boze kindjes,
blazende, razende, heel slecht-gezindjes.

Van vuistjes die knijpen, van knarsende tandjes,
van stampende voetjes en kletsende handjes.
Van kindjes die brullen, die grommen of gillen,
die niet netjes vragen, maar moeten en willen.

Zelf heeft hij geen vriendjes, is altijd alleen.
Hij plaagt en hij pest en hij is heel gemeen.
Hij wil steeds de baas zijn, alles bevelen,
is vals en oneerlijk, zo mag je niet spelen.
[…]
Robin Aerts. Uit: Duivelsversjes. Illustraties Xavier Mariën. De Eenhoorn, 2019.
Duiveltjes die van kinderen houden die niks lusten, zich niet willen wassen en overal troep maken in de hoop dat je kinderen het tegenovergestelde gaan doen: dat leest lekker voor aan je kroost.
De boodschap in deze ritmische, strak rijmende versjes over vijf duiveltjes wordt er luidkeels ingewreven, met her en der al te nadrukkelijke rijmdwang: blijf rustig, eet veel groente, ruim je kamer op, was je goed met zeep en vooral: laat je niet bang maken.
Nogal braaf dus maar door het zingende karakter van de tekst stoort dat minder dan je zou denken. De schrijver is dan ook bassist van de Vlaamse rockgroep Het Zesde Metaal, zijn muzikale achtergrond sijpelt door in dit boek.
Ook de illustraties zijn flink rock & roll, met zichtbare invloeden uit de stripboeken- en popcultuur. De duiveltjes hebben lange tanden en horentjes, bijten en spuwen vuur in aardekleuren als rood, grijs, bruingeel en zwart.
Dit niet-lievige maar wel brave prentenboek is niet voor ieder kind maar voor sommigen vast heel geweldig.
Leeftijd5+

Zie je wel, ik pas erin,
maar die schoenen hebben geen zin.
Ze willen maar niet snappen
dat ik oefen voor reuzenstappen.

Spetter spatter spetter spat
mijn voetjes worden toch niet nat.
Dus zingen ze van ras, ras, ras,
twee laarsjes dansen in een plas.

[…]
Riet Wille. Uit: Van je ras, ras, ras twee voetjes in een plas. Illustraties Ingrid Godon, De Eenhoorn, 2019. 
Lief kartonnen peuterboekje met vierregelige rijmpjes over wat je allemaal aan je voeten zou kunnen doen. Zachte, kleurrijke en beeldende tekeningen, fijn voor deze doelgroep.
Leeftijd 2+