meteen zat ze tegen het plafond
net als laatst op de Dam toen ik ‘Smak niet’ zei (Smakt ze? Dat wil je
niet weten. Tot in Artis kon iedereen
horen dat ze popcorn liep te eten).
‘Prop,’ zeg ik alleen, zij van ‘Schop hebben? Knal voor je kop?’
“Vlieg op,’ zeg ik en daar ging ze
over de tram met de wind mee, ik durfde niks meer
te roepen, fietste weg. Niemand kon zeggen
als ze ’s avonds niet aan tafel zat
dat het iets met mij te maken had.
Eva Gerlach. Uit: Oog in oog in oog in oog. Illustraties Sieb Posthuma. Querido, 2001.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.