Dood, je hebt geen bevel
tot huiszoeking! Toch val je
hier lomp binnen,
op zoek naar ons.
Soms met een koud makende
uitnodiging, soms met
warmzalige beelden verleid je
mij jou te noden aan mijn tafel.
Soms sluip je achterbaks mooi
bloot mijn bed in en jaag je daar
mijn speeltje eenzaamheid weg.
Dood, ga weg, je bent maar
een vies, vettig ventje,
geen woord met een rokje aan.
Daniel Billiet. Uit: Alles gaat voorbij maar niets gaat over. Clavis, 2008. 14+
“Voor alle Greetjes in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen” staat op het schutblad van deze bundel waarin Daniel Billiet in sprakeloosmakendsterke gedichten schrijft over zijn geliefde die de dood koos.
In een nawoord schrijft hij: “Ondanks het uiteraard erg persoonlijke karakter van deze gedichten beschouw ik ze ook als een vertolking van de gevoelens van nabestaanden die in hun familie of vriendenkring een dierbaar iemand hebben verloren aan zelfdoding. Degene die zich het leven beneemt, heeft voor zichzelf voor altijd alle wereldse ellende geschrapt. Maar alle studies tonen eensluidend aan dat de nabestaanden door die onherroepelijke beslissing ongewild en onbewust opgezadeld worden met een levenslange wond. Van de zelfgekozen dood van een ouder of kind of geliefde herstelt immers geen nabestaande ooit volledig.
En alle woorden, hoe fraai ze ook bijtend zingen, zijn maar vergeefse stamelingen in het donker.”
Na een jaar
G’tje, je bent de lente nooit ontgroeid
en blijft
als schoonheidsvlekje op deze wereld.
Maar nu je graf mij tot de lippen komt
en ik elke dag en nacht zekerder weet:
alles gaat voorbij, maar niets gaat over
God was blind, G, voor jij mij
en ik jou zag.
En dood is de overtreffende trap
voor altijd altijd onderweg.