Tag Archief van: linda vogelesang

Leendert Witvliet leest ‘Paarden voor de ramen’
Afgelopen zaterdag was de Middag van het Kinderboek. 7 dichters, ik ook, droegen twee van hun eigen gedichten voor en het prachtige ‘Paarden voor de ramen’ van Leendert Witvliet.
Leendert Witvliet las zelf het gedicht ook nog een keer voor, het publiek heeft het dus 8x gehoord. Hier de eerste drie regels:
Er kwamen paarden tot vlak bij de ramen
en het was ook al de achtste dag
en er was een trommelaar vanmorgen…”
Zie tedvanlieshout.web-log.nl
Annet Bremen won de Gouden Lijst, Jelmer Soes de Zilveren, Linda Vogelesang de Bronzen. Gefeliciteerd allemaal! Organisator van de middag Ted van Lieshout kreeg de Leesgoedprijs voor zijn passie voor het kinderboek, en terecht!

‘Waaien’
Ik heb ‘Waaien’ en ‘Achterbank’ voorgedragen. 
Waaien:
Het waait.
Alles waait weg. Blaadjes van bomen,
papier, blikjes, jonge eendjes.
Als je weg waait wil ik weten waar naartoe.
Is dat leuk?
Ben je dan bang?
Ik ga de kant van de wind op.
Hij duwt tegen mijn buik en benen.
Hij blaast in mijn gezicht.
Hij maakt lawaai.
Hij waait waar ik ben.
Hij waait waar ik ben.
Hij waait waar ik ben.
Van mijn voeten maak ik zwemvliespoten.
Ik steek mijn vette modderbuik naar voren.
Ik tuit mijn snavel tot hij kwaakt.
Ik waggel breed.
Zo. Kom nu maar op.

Diet Groothuis.

De iep is bloot.
Alleen nog maar een nestje
tussen kale takken.
Toen de zon steeds later
op kwam dagen
verliet de spreeuw
zijn zomerhuis.
Waarom ziet een Hollands dier
zo op
tegen winterwind en kou?
Waarom al dat geploeter
zuidwaarts
en na zes maanden
weer terug?
Misschien alleen
om telkens weer
dat warme welkom
en je huis versierd te zien
met al die verse tinten groen.
Linda Vogelesang in Ik wil een naam van chocola. Querido, 2009.

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Winter,
je bent nu lang genoeg opgebleven!
Hop! Hop! De trap op!
Pyama aan en tandenpoetsen!
Kruip maar in de onderste lade van mijn bed,
toegedekt door wollen truien, sjaals en wanten.
Denk nog maar even aan hoe koud je was,
hoe wit en hoe streng je was
en hoe je iedereen – zelfs in hun allerdikste jassen –
rillen liet.
Heel goed!
Zing nog maar zacht van dat schaap met witte voeten.
Hoe zoet!
En droom dan
terwijl wij de lente begroeten,
zo mooi, zo diep en zo lang als je kan.
Linda Vogelesang in: Ik wil een naam van chocola, Querido 2009.

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Papa en ik zongen
in een groen, groen knollenland
toe we jou
– heel parmant – zagen zitten
langs de kant van de weg.
Hoorden je lange oren niets?
En wat zagen je ogen?
Speelde je soms haasje-over
met de banden van onze wagen?
Na de klap
waren wij stil.
Ik keek naar papa.
Die leek ineens
op een verdrietige jager.
Linda Vogelesang. Uit: Fluit zoals je bent. Samenstelling: Edward van de Vendel. Tekeningen Carll Cneut. De Eenhoorn, 2009.

Rups
Jij vindt mij dik?
Ik wil nog dikker!
Zie hoe ik vierentwintig slagroomsoezen
door vijf potten mayonaise prak
en het met een kuiltje vette jus
mijn mond in lepel.
Ga nu naar huis, want ik wil rust.
Ik snoer mijn dekbed om mijn lijf
en val in slaap.
Kom na een week terug
en zie
hoe ik veranderd ben:
als een slanke, ranke popster
vouw ik mijn vleugels open.
Linda Vogelesang. Uit: Ik wil een naam van chocola, Querido, 2009
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.