Tag Archief van: liefde

Over jij
Ik denk aan jij,
aan jij bij mij
en jij weg van mij.

Ik weet dat ik van jij
niet veel weet maar dat ik lichter
ben als je bent bij mij.

Overal vreet de nacht zich in,
maar in onze eigen nacht,
daar besta jij.

Je bestaat voor mij.
Jij
bestaat voor mij.
Hans Andreus. Uit: Je bent zo mooi anders. Leopold, 2024. 
Uitgeverij Holland gaf deze bundel eerder uit, Leopold neemt nu de tweede druk voor zijn rekening. In de verantwoording lezen we dat de gedichten van Hans Andreus in deze bundel zijn gekozen met het thema ‘liefdevol’ als uitgangspunt:  niet alleen liefdesgedichten maar ook gedichten over een liefdevol afscheid of met liefdevolle observaties.
Voor wie het werk van Andreus niet of niet goed kent is dit boek een fijne kennismaking. Zijn meest bekende, iconische, liefdesgedichten staan erin, maar ook minder bekende gedichten komen voorbij, altijd hartstochtelijk, vol warme, soms wonderlijke beelden, waarin licht, dieren, liefde, vrouwen en aarde een hoofdrol spelen.
Leeftijd 14+

Aquarel
Dit is een aquarel: een schilderij van waterverf
op dik karton. Ik wist niet wat ik wou toen ik
eraan begon en nu het af is heb ik er nog
het raden naar. Wat doet die vlek daar op dat schip,
wat doet die vrouw, waarom een zee, had ik dan
blauw in overschot, dat denk ik niet, ik denk
haast nooit als ik mijn vinger doop in mijn verdriet
of in het jouwe en ermee schrijf of teken, maar
ik moet niet doen alsof. Per slot van rekening
weet iedereen dat alles – alles – altijd over liefde gaat.
Bart Moeyaert. Uit: Dat alles over liefde gaat. De mooiste gedichten van Bart Moeyaert, gekozen door Ester Naomi Perquin. Querido, 2023. 
Gedichten van de winnaar van de Astrid Lindgren Memorial Award, de ‘Nobelprijs voor Jeugdliteratuur’, gekozen door de voormalig Dichter des Vaderlands.
Mooier kan het niet worden, denk je dan. Dat blijkt waar. Perquin heeft een even originele als heerlijke selectie gemaakt uit Moeyaerts werk, een keuze die ze zelf ‘een momentopname’ noemt, met deze aantekening: ‘We moeten maar niet doen alsof onze markeringen, kruisjes en voorkeuren iets anders betekenen dan onze liefdes; natuurlijk zijn ze tijdelijk, veranderlijk en grillig. Maar zelfs onzichtbaar zijn ze onuitwisbaar. We hebben dichters nodig om ons te tonen wat buiten ons blikveld valt: de samenhang, de onderstroom, de houdbaarheid, de wonderen waarvan we hooguit een glimp hebben opgevangen.”

Ze heeft gelijk. Bij lezing van de bundel is elk gedicht van Moeyaert een stomp in de maag, een schittering op een grauwe dag, een brok in de keel, een lach om je lippen. Over liefde valt altijd – altijd – te lezen.
Leeftijd 12+

Ben je verdrietig?
‘Ik ben verdrietig,’ zeg je dan huilend.

Ben je dolblij?
‘Ik ben zo verschrikkelijk blij,’ jubel je misschien.

Ben je verliefd?
‘Eh…echt niet,’ stamel je (met een rood hoofd)
Begrijpen hoe mensen zich voelen, is soms knap lastig. Maar wie geduldig slimme vragen stelt, krijgt er vast een paar woorden uit.
Wat zijn woorden geweldig. Of je ze nou schreeuwt, fluistert of opschrijft. Je kunt er zoveel mee vertellen. Maar wat als je een orka in de rouw bent? Een jaloerse aap? Of een doodsbange hond? heel lang dachten mensen dat alleen onze soort emoties heeft, en dat dieren een soort levende machines zijn. Maar na jaren staren naar raven, olifanten, apen, honden en zelfs vissen weten we wel beter: en óf dieren meer zijn dan machines. Van een dolfijn in de Noordzee tot een Afrikaanse olifant, van een koe in de stal tot de papegaai van de overbuurman – ook in hun hoofd is het hartstikke druk.
Lotte Stegeman. Uit: Ik voel ik voel wat jij niet ziet. Over jaloerse apen, bange honden en schatten van ratten. Met een voorwoord van Jane Goodall. Illustraties Mark Janssen. Luiting-Sijthoff, 2022.
Heerlijk boek over dieren. Apen, koeien, kauwen, octopussen, ratten, orka’s, parkieten, leeuwen. Dieren die kunnen VOELEN. Die EMOTIES hebben. Jeetje, dat dat nog steeds niet tot sommige mensen is doorgedrongen mag wel een wonder heten, maar in dit boek legt Lotte Stegeman op indrukwekkende manier uit hoe dat gaat: rouw, verdriet, boosheid, blijdschap, jaloezie, liefde, pijn, empathie en nog veel meer. Ze laat ook dierendeskundigen aan het woord. Alles in een fijne, begrijpelijke en leesbare stijl.
Jane Goodall schrijft in haar voorwoord: “Dit belangrijke boek dat je nu vasthoudt, helpt je om meer te ontdekken over al die bijzondere dieren waarmee wij de planeet delen…Hoe beter wij dieren begrijpen, hoe meer we ons realiseren dat ze vaak slecht behandeld worden door mensen die zich gewoon niet realiseren dat dieren gevoelens hebben, net als wij.”
Zo is het. Mark Janssen verbeeldde al die emoties meesterlijk in grote, emoties opwekkende prenten waardoor je nooit, nooit meer een dier slecht wilt behandelen.
Leeftijd: 7+

Kijk, daar heb je de kleine groenling. Wat een leuk vogeltje.
Maar waarom kijkt hij zo ongelukkig?
Dat is eigenlijk best gek, want het is de mooiste dag van de lente. Alle vogels zijn druk in de weer met hun nest.
[…]
Alle vogels zingen, kirren, koeren, gillen, gieren, tjilpen, snateren, krassen, klepperen en tjotteren. Maar de kleine groenling zingt niet mee.
[…]
Jan Paul Schutten. Uit: Het verlegen vogeltje. Tekeningen Liset Celie.
Erg grappig en mooi uitgevoerd prentenboek over de oudste geschreven zin in ons taalgebied: ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?’ (zijn alle vogels nesten begonnen behalve jij en ik, wat wachten we nu?)
De kleine groenling is te verlegen om het groenlingvrouwtje te vragen of zij een nestje met hem wil maken en vraagt de merel of zij het voor hem wil vragen. Door het gefluit van al die lentevogels hoort de merel niet goed wat hij wil en ze vliegt meteen naar de kauw om te vragen of die op het hoofd van een ekster wil springen. Daar herhaalt de verhaallijn zich, en de kauw vliegt naar de roek, die naar de spreeuw vliegt, die naar de groene pauw vliegt en zo verder, steeds opnieuw met een verkeerd verstane nieuwe vraag. En dat arme groenlingmannetje vliegt overal maar hijgend achteraan, tot ze bij het groenlingvrouwtje komen en hij alsnog zijn moed bij elkaar raapt. Eind goed, al goed.
Fijn boek over taal, over vogels, over natuur en over liefde, om steeds opnieuw voor te lezen en heel goed te bekijken.
Leeftijd 4+

[…]
Ik haalde mijn hart uit mijn borstkas en reikte het je aan.
Alles wou ik je geven.
Je brak mijn hart niet, vertrapte het niet, maar je had het ook niet lief.
Je liet het gewoon in mijn handpalm liggen, zoals een verjaardagscadeau dat je eigenlijk niet wilt, en dat je laat rondslingeren in huis, de verpakking er nog rond.
Misschien was dat het probleem. Je behandelde mijn hart met dezelfde onverschilligheid waarmee je kleren soms behandelt. Als er een gat in je sok zit, gooi je die in de prullebak. Als je broek te krap zit, koop je een nieuwe.
[…]
Ik ben meer dan genoeg.
mijn mantra
[…]
Roxanne Wellens. Uit: De dingen die ik nooit kon zeggen. Van Halewijck (Pelckmans) 2021.
De moderne dichtvorm uit De dingen die ik nooit kon zeggen is bijzonder effectief. De eigentijdse, maar persoonlijke en originele opmaak, de combinatie van woord en beeld, grijpt aan en kan daarmee bovendien een inspirerend voorbeeld zijn voor andere jonge schrijver-tekenaars”
schrijft de Vlag en Wimpel Griffeljury in zijn  juryrapport 2021 over dit boek.
In drie hoofdstukken, Het skelet opvissen, De botten horen rammelen en Trommelen op het hart, doet Wellens op een originele en schrijnende manier verslag van een uiterst pijnlijk proces van verliefdheid op, een relatie met en uiteindelijk het loslaten van iemand met een gameverslaving. Soms gebruikt ze prozatekst, soms een- of tweeregelige zinnen, soms rijmloze gedichten. Oorspronkelijk en indringend boek van deze jonge, veelbelovende schrijfster.

 

[…]
Als je wilt praten over geslachtsdelen kun je het beestje maar het beste gewoon bij de naam noemen. Maar bij welke naam? Er is zoveel keuze!
Artsen en wetenschappers hebben het over vagina’s en penissen. Dat klinkt keurig, maar wel een tikje saai.
[…]
De vagina
Een gewoon woord vinden voor vagina is lastiger. Kut klinkt misschien best goed, maar het wordt ook als een scheldwoord gebruikt, en dat is jammer. Spleetje klopt niet, want een vagina is veel meer dan alleen een spleetje in de onderkant van een meisjeslijf. Doos klopt ook niet. Een doos is interessant om iets in te doen, en een vagina is ook interessant zonder iets erin. Een voorbips? Dat klinkt pas echt raar!
Pubers hebben geen moeite met het bedenken van namen voor de vagina: poes of muis, oester of mossel, genotsgleuf of brievenbus. Maar als ze groot zijn en zelf kinderen krijgen begint het zoeken naar een geschikte naam weer van voorbips af aan.
[…]
Seks is niks geks.
het is fijn om te doen:
dat zachte gezucht
en dat zwoele gezoen,

dat spelen, dat strelen,
dat dingen proberen,
dat voelen van vel
zonder veel te veel kleren,

dat warme, dat natte,
dat klamme, dat kleffe,
dat hijgen, dat zuigen,
dat likken, dat beffen…

Seks is niks geks.
In het licht van de maan
of op klaarlichte dag;
zo gezegd, zo gedaan!
Bette Westera. Uit: Seks is niks geks. Tekeningen Sylvia Weve. Samsara, 2021. 
Wat is een orgasme? Wat is een clitoris? Wat is anti-conceptie, een erectie, menstrueren?
Dit boek voor opgroeiende kinderen en jongeren die willen weten hoe het allemaal nou precies zit met hun eigen lijf en dat van anderen, vertelt het klip en klaar, in normale mensentaal en zonder gene, aangevuld met soms wat lullige quizjes en gedichten.
We lezen verschillende woorden die je kunt gebruiken voor je lichaam, we horen over allerlei mogelijkheden om seks met elkaar te hebben, hoe seks bij dieren er uit ziet, dat je lichaamshaar scheren, in kleurtjes verven of lekker laten zitten allemaal oké is, zolang je je er zelf maar goed bij voelt.
En we vernemen wat je moet doen als je seks tegen je zin hebt gehad. Dat dit onderwerp pas helemaal aan het eind van het boek aan bod komt en bovendien wordt behandeld aan de hand van een meisje dat onvrijwillig is gevingerd door een vrouw, is een gemiste kans. De meeste verkrachtingen van vrouwen gebeuren toch echt door mannen.
Jammer ook dat dit boek niet wat royaler is opgezet. Nu komen Weve’s stripachtige tekeningen slecht tot hun recht op de overvolle pagina’s.
Je gunt elk kind een boek als dit, maar waarom Westera en Weve het niet hebben uitgebracht bij de uitgever van hun succesvolle boeken als Doodgewoon en Uit elkaar is een raadsel.
Leeftijd: 10+

[…]
Ze opende haar ogen.
‘JIE!’ hoorde ze weer.
Daar, buiten, zat het zwaluwtje dat haar al eerder had gered.
‘Jie,’ piepte het, ‘ik help je wel.’
Jie, die Nayotake no Kaguya-hime werd genoemd, kon weer ademhalen! Ze zei: ‘O vogeltje, o ja, ik heb je hulp nodig!’
Ze opende het grote raam en stak haar arm uit.
Het zwaluwtje vloog weg – niet ver, niet ver. Alsof het haar liet zien waar ze naartoe moest gaan.
Nayotake no Kaguya-hime stapte uit het raam, over de rand van de veranda, tot in de achtertuin.
‘O vogeltje,’ zei ze, en trok haar blauwe jurk recht.
‘Waar ben je, vogeltje?’ […]
Edward van de Vendel. Uit: Het bamboemeisje. Illustraties Mattias De Leeuw. Querido, 2021.
Het predikaat ‘graphic novel’ klinkt trendy en is correct maar doet dit boek ook te weinig recht. Het verhaal is namelijk ook een sprookje, over liefde, en trouw, van 250 pagina’s lang in de fijnste, zachtzinnigste woorden die onze taal kent, en  de liefste, sprekendste beelden die je maar kunt oproepen, gelardeerd met geraffineerde, veelal groene en blauwe, waterverfprenten die aan kalligrafie doen denken.
Edward van de Vendel vertelt het verhaal van het mooie, kleine meisje tussen de bamboe op meesterlijke wijze in korte, herhalende zinnen met af en toe rijm, waarin het wonderlijke verhaal prachtig kan openbloeien. Mattias De Leeuw voegt zijn prenten moeiteloos in, in een sfeervolle, zachte beeldentaal.
Dit is zo’n boek dat maar af en toe eens verschijnt, om te koesteren, om bij je te dragen en om vaak open te slaan.
Leeftijd: 10+

Beschermpje
‘Je moet gaan liggen,’ zegt ze
‘op de bank.’ Maakt kussens
van truien, dekt me toe
met haar moeders omslagdoek
geeft me een hond voor op mijn borst.

‘Hij zal je beschermen,’ zegt ze.

Haar handen strelen een boog
van mijn hoofd tot mijn voeten.
‘Ik zet,’ legt ze uit, ‘een beschermpje
over je heen.Dat houdt nare dromen tegen
maar laat de mooie door.’

Kees Spiering. Uit: Jij begint. Tekeningen Alette Straathof. Luiting-Sijthoff, 2018.
Bijna tachtig gedichten telt de nieuwe bundel van Kees Spiering, een bundel waar we vijftien jaar op hebben moeten wachten.
En wat voor bundel. Een hartstochtelijke ode aan het leven en de liefde, voor mens en dier met als kernthema: hoe zeer het ook doet: heb lief, heb lief.
Missen, verrukking, pijn en verdriet om verlies van liefde of geliefde, melancholie, verwarring, ongemak: het komt allemaal voorbij, in een taal die zowel onopvallend als uiterst soepel, compact en heerlijk vanzelfsprekend is, ritmisch en boordevol klankfeestjes.
Met een paar pennestreken schildert Spiering een schilderij aan gebeurtenissen en gevoelens en trekt je het tafereel  binnen met messcherpe observaties (‘Oude mensen kussen…Haar wang/was dun en slap, boog van je/ lippen weg, als kuste je/een theedoek aan de lijn.’), de tergende eerste kus (‘Lippen aan elkaar met open mond…./Zo stonden we te wachten/op wat niet gebeurde’), sterke metaforen (opa’s armen van ijzerdraad en met splinters van baard in je wang), en zinnen die als een stomp in de maag binnen komen. (‘Hamsters zijn meestal dood’: ‘Dan een nieuwe hamster./Of een konijn. Die zijn/ook vaak dood, konijnen.’)
“Oh, auw!” denk je dan.
Geen schaamte of herinnering zo erg of Kees Spiering schrijft er over, de pestgedichten in de bundel zullen bij sommige lezers pijnlijke beelden oproepen, de kommer van een verloren liefde zal menigeen bekend voorkomen en veel gedichten bevatten zo’n zinnetje dat even doorknijpt, zoals ‘vaders zijn weg voor je het weet’.
De tekeningen van Alette Straathof, in enkel zwart, wit en blauw, zijn van een zelfde fijnzinnige scherpte en doelgerichtheid als de gedichten.
Deze dikke bundel is als een wintertrui op een kille herfstdag. Beklemming en grote thema’s in gewone, kleine woorden: Kees Spiering heeft zich zo langzamerhand ontwikkeld tot de Wislawa Szymborska van de Nederlandse jeugdpoëzie. Hopelijk volgen er nog veel bundels.

 

 

In de kast
Soms kan ik de kast niet in
is ze gekaapt door mijn zus.

Soms zitten we allebei een potje
te zwijgen tegenover elkaar

en luisteren en ademen de kleren
van papa in en uit. En soms zeggen we

een woord en lachen even donker.
Soms ben ik verdrietig als ik uit de kast

Mama zal me nooit storen als ik
bij papa want soms hoor ik haar

in de kast.

Daniël Billiet. Vlinders in het mijnenveld. Uitgeverij De Draak, 2018.
Deze nieuwste dichtbundel van Daniël Billiet opent met een Waarschuwing!: 
Deze gedichten zijn niet bestemd
voor overgevoelige jongeren.
Of ouderen.
Ook de meest fantasierijke gedichten
zijn gebaseerd op ware feiten.
Het is geen overbodige raad. Billiet dicht over, en voor,  jongeren die flink wat te verstouwen hebben: armoede, huiselijk geweld, tienerzwangerschappen, anorexia, eenzaamheid en ga zo maar door. Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen (is dat net zo iets als de Nederlandse Kinderombudsman?) heeft het voorwoord geschreven en soms staan er statistische gegevens onder de gedichten, zoals bijv. dat in Vlaanderen 1 op de 5 kinderen onder de armoedegrens leeft.
Ook al kunnen sommige gedichten daardoor zwaar op de maag komen te liggen, dit is geen zware bundel. Billiet houdt de toon licht, vlecht vakkundig humor door de gedichten en schrijft ook vrolijke flierefluitverzen als De meeneemzeemeermin die leeft tussen ‘dansjes van zeewier en het gezang van vele kleuren’ en ‘Nu en dan’ over verliefd zijn.
De titel ‘Vlinder in het mijnenveld’ is dan ook helemaal raak en taalvaardigheid en -plezier spatten van de pagina’s.
Fijn, deze nieuwe bundel van Billiet, bij een onbekende uitgever notabene, die hem de ruimte gaf te sprankelen als vanouds.

Alles gaat mis op de boerderij:
de boer zoekt eieren bij de varkens,
hij wil de koe scheren, hij probeert de kip te melken.
De dieren snappen er niets van. De boer is toch niet ziek?

Pim Lammers. Tekeningen Milja Praagman. De Eenhoorn, 2018.
Dat staat nog te bezien of de boer niet ziek is. Want hij kan de hele dag maar aan één iemand denken. Gelukkig is het een hele vrolijke ziekte, waar ook de dierenarts last van heeft. Het duurt alleen even voor de boer dat doorheeft.
Vrolijk prentenboek over een verliefde boer die gekke dingen doet, zoals verliefde mensen dat doen. De dieren op de boerderij kunnen het niet langer aanzien en besluiten hem een handje te helpen.
Na het succes van ‘Het lammetje dat een varken is’ van het duo Lammers-Praagman, dat heel onopvallend over (trans)gender ging, is hier een kleuterboek over twee verliefde mensen, die toevallig allebei man zijn zonder dat dat een thema is.
Prima gedaan, korte duidelijke teksten en ongekunstelde tekeningen, al zullen echte boeren en dierenartsen misschien een beetje lachen om de inhoud, omdat een boer natuurlijk nooit een dierenarts zou roepen als al zijn dieren in een boom zitten. Maar dat geeft niet, voor  ouders en kleuters is dit een fijn voorleesboek.
Leeftijd 4+