Sterre zat op de keukentafel met haar benen te zwaaien. Ze zei tegen haar moeder:
‘Als ik jouw prinsesje ben, ben jij dan de koningin?’
Mama leunde op haar bezem en zei: ‘Ja. Ik ben de koningin.’
[…] toen Sterre er helemaal klaar voor was, keek mama naar de lucht.
Ze zette haar handen aan weerszijden van haar mond en fluisterde:
‘Kom maar omhoog, mijn zon, kom maar, kom maar omhoog, mijn zon…’
En Sterre keek verbaasd naar haar moeder, maar even later deed ze haar na.
Ze fluisterde: ‘Kom maar, kom maar omhoog, mijn zon…’
[…]
En wat zagen ze toen, midden in de grote donkerte?
Een bleek splintertje, aan de rand van de lucht.
David Grosman. Uit; De zonneprinses. Illustraties Michal Rovner. Vertaald door Edward van de Vendel. Cossee, 2016.
Tegelijkertijd sprookjesachtig mooi, indrukwekkend, nuchter en teder schrijven over hoe de zon opgaat en weer ondergaat is maar weinigen gegeven. David Grosman is het gelukt. Het verhaal over Sterre en haar moeder bevat geen woord te veel of te weinig en vertelt alles wat er te vertellen valt over dit onderwerp. Feestboek met kleine, lieftallige tekeningen in een sublieme vertaling van grootmeester Edward van de Vendel.