Tag Archief van: kindergedichten

Ik was veel kleiner dan de stad
en schrok nog van bedelaars
waar altijd iets niet meer aan zat.
De winkels waren hemelhoog met
witte bergen onderbroeken, waarin
gegraaid werd van het zoeken tot
handen hadden. Ik vergat de weg
die ik niet had geleerd en
liep verkeerd. Een vrouw, gerimpeld
van bestaan, vroeg of ik met haar op
wou gaan, want anders viel zij om.
We liepen samen krom,
als een gezinnetje van zotten.
Zij wist de weg, ik droeg haar oude botten.
Joke van Leeuwen. Uit: Vier manieren om op iemand te wachten. Querido, 2001. 
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Als je nou eens niet kon sterven,

zou je dan op zwemles gaan?
Van de hoge duikplank duiken?
Zeilen zonder zwemvest aan?
Op de hoogste bergen klimmen?
Op de smalste richels staan?
Langs de diepste kloven lopen?
Was daar dan nog wel wat aan?
Als je nou eens niet kon sterven,
was vakantie dan nog fijn?
Zou je je nog steeds verheugen
op dat reisje met de trein?
Zou je van het strand genieten?
Van de zee, de zonneschijn?
Van de ijsjes, van de frieten?
Zou je dan gelukkig zijn?
Bette Westera. Uit: Doodgewoon. Illustraties Sylvia Weve. Gottmer, 2014.
Bette Westera wint met dit boek de Zilveren Griffel voor poëzie 2015.

u uil
overdag knijpt hij een oogje toe
pas diep in de nacht gaat hij op jacht
omdat hij naar een muisje smacht
hij vliegt geruisloos, geen gedoe
of zit of bidt of roept oehoe

hij moet wat rusten voor hij slacht
overdag knijpt hij een oogje toe
een uiltje knappen geeft hem kracht

heerlijk verorbert hij, en hoe!
met huid en haar en/of de vacht
wat niet te verteren is zonder klacht
een braakbal is het ratjetoe
overdag knijpt hij een oogje toe
Saskia de Jong. Uit: De deugende cirkel. Gedichten en knipsels voor kinderen. De Harmonie, 2010.
Wie in levende lijve wil zien waar het gedicht over gaat, kijkt hier naar het Beleef de Lente Bosuil weblog met 2 jongen of Kerkuil weblog met 4 jongen

© Riet Wille

hoge ruzie
twee woeste wolken
kregen hoge ruzie.
het bliksemde en donderde.
f
 l
  i
   t
     s
       knal
er vielen rake klappen:
een slag hier,
                     een slag daar.
als gietende regen
stroomden hun tranen
van pijn en verdriet.
hemel en aarde keken toe
naar de strijd om de macht,
zwart als de nacht.

toen hebben ze het uitgepraat
en is het weer wat opgeklaard.
de gevolgen zijn al te merken:
een lucht vol blauwe plekken.
Riet Wille. Uit: ik word een boterbloem. Illus. Kristien Aertsen. De Eenhoorn, 2015. 
Spelen met woorden, eindrijmen, letters en begrippen, kortom, spelen met taal is Riet Wille als geen ander toevertrouwd. In dit mooi uitgevoerde versjesboek met harde kaft en prettig leesbaar lettertype staan zowel eerder gepubliceerde als nieuwe kindergedichten. 
De opbouw gaat van eenvoudige eenlettergreepwoordenversjes langzamerhand naar complexere teksten als hierboven, waar soms ook spannende woorden als ‘neveldeken’  en ‘papavers’ hun intrede doen. 
Grappige, sprekende tekeningen ondersteunen de teksten niet alleen maar voegen er elementen aan toe, waardoor die nog gemakkelijker te begrijpen zijn. 
Perfect voor beginnende lezers, tweedetaalverwervers en sowieso leuk om voor te lezen aan je peuter of kleuter. 
Leeftijd 3+.

Ik zie
honderd kleuren blauw
korenbloem kobalt en pauw
zee azuur en ijs
hemels hel vergeet-mij-niet
ik zie ik zie
wat jij niet ziet
je ogen zijn het mooiste blauw
ik kijk het liefst naar jou

Ik zie
honderd kleuren rood
kersen kreeft koraal pioen
klaproos knal en vermiljoen
bloed tomaat en vuur en biet
ik zie ik zie
wat jij niet ziet
de kleur is rood ik hou van jou
en jij van mij… of niet
Hans en Monique Hagen. Uit: Nooit denk ik aan niets. Tekeningen Charlotte Dematons. Querido, 2015.
Na vorige succesbundels als ‘Jij bent de liefste’ (2000) en ‘Van mij en van jou’ (2007) hebben Hans en Monique Hagen opnieuw een heerlijk boek afgeleverd. Trefzekere poëzie met gedichten voorzichtig als vraagtekens of glimmend als bellenblaas maar soms ook stampend als een kwade mannetjesolifant: is god gemaakt van lucht of van wens? en is er een hemel en waar dan wel?, of ‘Boos’: rode knetter dynamiet/takkenbijter kakkepiet/stekkert kukert slakkensop/de boze bui knalt uit mijn kop/hou op hou op hou op.
Ritmisch en in (spaarzaam) rijm en ogenschijnlijk eenvoudige maar oh zo muzikale taal worden grote thema’s op filosofische wijze aangesneden: ‘wat is nul en wat is niets/wanneer is ooit wanneer is nooit/en waar is nergens/dat moet ik nog bedenken’.
Maar ook alledaagse dingen komen voorbij, zoals slapeloosheid in het prachtige ‘Lam ram ooi’ waar schapen tellen alleen maar tot verder wakker worden leidt: ‘vijftien twintig/hiphop lam/veertig vijftig/dikzak ram/achtentachtig/honderd ooi/ik raak mijn tel kwijt/door die schapen/ik raak mijn slaap kwijt/in het hooi.’
De tekeningen van Charlotte Dematons, bekend van haar Sinterklaasboeken, ‘De gele ballon’ en het sublieme ‘Nederland’ verbeelden de gedichten niet alleen uitzonderlijk goed maar vertellen het daarnaast het verhaal er vlakbij of omheen. Dematons is grootmeester in details, zoals de vlinder die pas op de pagina ná de brandneteltekening met rupsgaatjes bij het gedicht ‘Vlinder’ te zien is. Of de beer die vaak terugkomt in de tekeningen en halverwege het boek een lief eigen gedicht blijkt te hebben, met achterin het boek een onverwachte wending.
Dematons gaat verder dan in haar eerder genoemde boeken: heldere, sterke, soms van Gogh-achtige tekeningen wisselt ze af met dromerige pastelplaten en krachtige, bijna propere, beelden.
Leeftijd 3+

Voel je je zielig? Zit alles je tegen?
Voel je je miezerig, voel je je moe?
Zie je alleen nog maar wolken en regen?
Spreek dan jezelf ogenblikkelijk toe:

Maak je niet druk Ukkie.
Spreek van geluk, Ukkie.
Spreek van geluk en wees blij.
Sommige mensen zijn minder gelukkig,
meer nog dan min of meer zeer ongelukkig,
veel minder gelukkig dan jij!

Wees blij dat je geen Bokkenburger Bruggenbouwer bent.
Bokkenburger Bruggenbouwers staan alom bekend
als brokkenmakers, allemaal. ..

Of dat je Benny bent, die per-ku-la-tors demonteert
en niet meer in elkaar krijgt. Dat er, wat je ook probeert,
steeds onderdelen over zijn, of onderdelen kwijt.
Een akelige toestand, die tot grote wanhoop leidt.
De Snoef past niet meer in de Flop, de Flap niet in de Sniep.
De Plop floept in het sleufje dat bedoeld is voor de Pliep…

Of dat je Ali Boeboe heet,
die gras heeft moeten zaaien
dat vele malen sneller groeit
dan Ali zelf kan maaien.
Hij maait het heel zorgvuldig,
maar het groeit meteen weer aan.
Dat is heel onbevredigend
en echt een zware baan,
waarvoor die arme Ali
wordt betaald in glazen kralen,
waarmee je bijna nergens
op de wereld kunt betalen!

Dus…

Je mag jezelf ook veel meer dan veel dan zeer gelukkig prijzen,
dat jij niet door het leven gaat als een van de radijzen
– met name nummer zeventien – op boer Buwalda’s akker.
Buwalda weet nog nergens van, dus maak ‘m maar niet wakker…

Of dat je door het leven gaat
als  losse linkersok,
verloren en vergeten in de
kelders van Kapok.

Nee, maar je niet druk Ukkie.
Spreek van geluk, Ukkie.
Spreek van geluk en wees blij.
Sommige schepsels zijn minder gelukkig,
meer nog dan min of meer zeer ongelukkig,
vele minder gelukkig dan jij.
Dr. Seuss. Uit: Heb jij wel door hoe gelukkig je bent? Vertaling Bette Westera. Gottmer, 2015.
Opnieuw een fantastische Dr. Seuss in het Nederlands. Wat een feest dat uitgeverij Gottmer dit doet en wat heeft Bette Westera de teksten weer subliem, met gevoel voor en behoud van ritme en rijm, omgezet in soepel Nederlands.
De totale heerlijke gekkigheid van de teksten, samen met de superieure taalbeheersing, maken dit boek tot een must voor elk moment dat je in de put zit.

Dag meneer de koning,
wat gaat u doen vandaag?

Eerst hang ik de vlag uit
voor mijn moeder in Den Haag.

En dan meneer de koning,
wat doet u verder deze dag?

Dan eet ik een beschuitje
met een bergje hagelslag.

En daarna meneer de koning,
als u uitgegeten bent?

Dan reis ik met mijn vrouw
naar het pittoreske Purmerend.

En daar meneer de koning,
wat doet u zoal op bezoek?

Ik wuif en ik schud handen
en hap hier en daar wat koek.

En hoe meneer de koning,
besluit u Koningsdag?

Ik ga vroeg mijn bed in,
maar eerst strijk ik de vlag.
Koos Meinderts. Uit: De liedjesalmanak lente en zomer. Illustr. Annette Fienieg. Rubinstein, 2014.
Leeftijd 3+

Ik weet dat de lente komt,
ik weet het nu heel zeker.
Ik weet dat de lente komt.
Waarom? Waarom? Waarom?
Wie heeft je dat verteld?

De lammetjes, de lammetjes.
Wie heeft je dat verteld?
De lammetjes in het veld.

Ik weet dat de lente komt.
Ik weet het nu heel zeker.
Ik weet dat de lente komt.
O ja? O ja? O ja?
Wie heeft je dat gezegd?
De bloemetjes, de bloemetjes.
Wie heeft je dat gezegd?
De bloemetjes langs de weg.

Ik weet dat de lente komt,
ik weet het nu heel zeker.
Ik weet dat de lente komt.
Echt waar? Echt waar? Echt waar?
Wie kwam met dat gerucht?

De vogeltjes, de vogeltjes.
Wie kwam met dat gerucht?
De vogeltjes in de lucht.
Koos Meinderts. Uit: De liedjesalmanak. Lente & zomer. Ill. Annette Fienieg. Rubinstein, 2014.
Eindelijk is de lente- en zomerversie van de Liedjesalmanak er dan ook. Heerlijk boek, met veel nieuwe seizoensliedjes van de hand van de meester van de liedjespoëzie, wederom prachtig dromerige tekeningen van Annette Fienieg en een cd met liedjes gezongen door Peer de Graaf en Leine op muziek van Thijs Borsten.
Leeftijd 3+

Zo doet het slakje
Het slakje kruipt al uit zijn huis.
Kruip, kruip, kruip, kruip.
Het strekt de beide voelhorentjes uit.
Sluip, sluip, sluip, sluip.
Het trekt ze nu weer in.
En kruipt vlug, vlug zijn huisje weer in.
In zijn warme ronde huis,
voelt hij zich helemaal thuis.
Lief slakje klein,
waar mag jij nu toch zijn?
Kristien Dieltiens. De wereld in mijn handen. Beeldige hand- en vingerversjes. Ill. Milja Praagman. De Eenhoorn, 2013.
Ligt het aan de crisis? Is er een hang naar veilig, overzichtelijk, vroeger? Wie het weet mag het zeggen maar feit is dat dit het najaar is van de liedjesboeken voor jonge kinderen.
Na Koos Meinderts’ De liedjesalmanak. Herfst en winter en Marijke ten Cate’s Joepie Joepie zijn er nu ook ‘De wereld in mijn handen’ van Kristien Dieltiens en Milja Praagman en ‘Alles in de wind. Liedjes over varen en de zee’ van Mies van Hout, uitgegeven door Lemniscaat.
Alle vier verschillend, maar ze hebben gemeen dat er naast nieuwe liedjes veel bekende versjes van vroeger in staan, dat er een cd met de liedjes bij het boek zit en dat ze bedoeld zijn voor peuters en kleuters.
In het geval van ‘De wereld in mijn handen’ is die cd trouwens een dvd,  de liedjes in dit boek kun je uitbeelden met je handen: “ter bevordering van de intimiteit tussen volwassene en kind en de fijne vingermotoriek die inwerkt op de taalontwikkeling van het kind”. De dvd laat zien hoe dat moet.
Leeftijd 2+
Hieronder het handversje ‘Zo doet het slakje’:

een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint
Hans en Monique Hagen. Uit: Jij bent de liefste, Querido, 2000/Wat je ziet zit in je hoofd. De 100 mooiste kindergedichten van nu.  Samenstelling Jan van Coillie, illustr. Kristien Aertssen, Davidsfonds/Infodok, 2011.
Vandaag is in Nederland de Nationale Actiedag voor hulp aan de Filipijnen vanuit Centrum voor Beeld en Geluid in Hilversum. Giro 555. Geld, hulp. En een beetje verbeelding.