Tag Archief van: jeugdliteratuur

Bal
Pluis zit in zijn hok.
Lekker in de zon. Met zijn ogen dicht.
Hij is een beetje aan het dromen.

Hee!
Opeens komt er een wolk voor de zon.
Pluis schrikt wakker.
In de lucht ziet hij een bal.
Een zwarte bal met heel veel haar.
En die haarbal
komt naar hem toe!
Help!

[…]
Nog een weg terug, denkt Pluis soezerig.
Het lijkt wel of er altijd ergens
niet alleen
een weg naar weg
maar ook
een weg
naar terug is.
Mathilde Stein. Uit: Pluis en Pluk. De weg naar terug. Yihaaaaaa Ninjavia! Lemniscaat, 2022
De schrijfster en tekenaar van prentenboeken als Bang Mannetje en De kindereter levert voor het eerst een leesboek af, voor eerste lezers, dat niet alleen lief en heel grappig, maar ook spannend, talig en gelaagd is. Stein slaagt er in korte, goedgeschreven zinnen in van twee cavia’s – zo’n beetje de sufste huisdieren die er bestaan – warmbloedige personages te maken, met wie je als lezer kunt en wilt meeleven en wiens avonturen je de bladzijden steeds sneller willen laten omslaan. Waarvan de een bovendien ook nog eens als een echte dappere krijger wordt afgeschilderd.
Pluis en Pluk weten kat Sis te verslaan, zelfstandig buitenshuis te komen, een dief te ontmaskeren en ook nog eens een gestolen ring bij prinses Miski terug te bezorgen, en daarna warempel ongeschonden in hun veilige, gezellig hok terug te keren. Heerlijk boek, lekker dik ook.
Leeftijd 6+

Achter in de tuin wordt het licht langzaam zacht:
de dag wordt schemer en de schemer de nacht.
Overal zweeft de geur van jasmijn,
en Aaron Terhaar, hij is nog heel klein,
ligt, onder een dekentje met bloeiende bloemen,
te luisteren naar het gelach en het zoemen.
Woorden die dansen. Muziek waait als wind.
Een zoet zomerlied voor een zoet zomerkind.
Achter in de tuin, waar de zwaaibomen staan.
Hij valt zachtjes in slaap. De dag is gedaan.
[…]
Andrea Beaty. Uit: Aaron Terhaar, tekenaar. Illustraties David Roberts. Vertaling Edward van de Vendel. Uitgeverij Nieuwezijds, 2022.
Aaron is dol op tekenen en verhalen en wil graag zelf een boek schrijven. Maar de  letters en woorden dansen rond in zijn hoofd zonder dat hij ze ooit kan vangen. Zelfs op school blijft dat tot zijn grote spijt zo. Tot hij een dag een verhaal moet schrijven en erover vertellen en hij vertelt en vertelt en vertelt over de held die bang is maar mooie dingen durft te maken want hij tekent in plaats van dat hij schrijft. Aaron ontdekt zijn zijn eigen manier.
Lief prentenboek op rijm, fijn vertaald door Edward van de Vendel, over een kind met dyslexie, waar 10-20% van alle kinderen last van hebben. Over hoe je je beperkingen kunt omzetten in kracht.
Leeftijd 6+

De bouwsteentjes waar elke plant uit opgebouwd is noem je CELLEN. Deze cellen hebben een stevige buitenkant en zijn vanbinnen gevuld met nattigheid. Ze hebben dus wel wat van een blikje cola. En ook bij een cel gaat het om de inhoud: dat natte spul is het echte leven. Dieren zijn ook opgebouwd uit cellen, maar die hebben een soepel vlies rond de levende nattigheid. Dierencellen lijken dus meer op waterballonnen dan op colablikjes. De wand van plantencellen is natuurlijk niet van blik. Waarvan wel? Van CELLULOSE: hetzelfde spul als waar papier en karton van gemaakt zijn.
[…]
Leven na de dood

Elke plant stopt zich tijdens zijn leven vol met zonne-energie en die zit er nog steeds in als hij dood is. Wordt een plant opgegeten door een dier, dan kan die planteneter op die energie teren.
[…]
Geert-Jan Roebers. Uit: Briljant planten. Over knappe koppen, boze bollen en ander geniaal groen. Tekeningen Margot Westermann. Gottmer, 2022.  
Een aansprekend en uitnodigend boek over planten schrijven voor kinderen: ga er maar aan staan. Pluizige dieren doen het altijd goed in een kinderboek, maar planten is een ander verhaal. En toch lukt het Geert-Jan Roebers op een wonderbaarlijk meeslepende manier om planten heel dichtbij de lezer te brengen, op een onbekommerde, vrolijke en informatieve toon.
Alles wordt uitgelegd: hoe planten drinken, plassen en seks hebben, hoe ze luisteren, voelen en praten (! ) en hoe de verschillende planten zich voortbewegen. Alles met handige tekeningen  of een kleurrijk schilderij toegelicht, soms paginagroot. Hier en daar oogt een pagina daardoor wat chaotisch, maar de vrolijkheid overheerst. En de verbazingwekkende hoeveel leuke weetjes over planten ook.
Leeftijd: 6+

‘Niet springen, Anchesenamon.
Prinsessen wandelen of schrijden,
ze springen niet rond als een kikker,’
zei Nefertiti op zachte toon, want
koninginnen schreeuwen niet.
Amany liep verder door de gang,
keek bij de hoek nog eens achterom
– moeder weg? – en huppelde toen verder
naar de schrijfkamer van Sennedjem,
die haar de godenwoorden bijbracht.
Sennedjem zat aan zijn lage tafeltje
toen ze de kamer binnenkwam.
Ze knielde neer op een biezen mat,
pakte een pen en haar schrijverspalet
en schreef – of was het tekende? –
een woord dat ze vorige week had geleerd
bovenaan op een oefenvel.
[…]
Lida Dijkstra. Schaduw van Toet. Illustraties van Djenné Fila. Luitingh Sijthof, 2021.
Verhalen rondom Toetanchamon, de beroemde farao die na tien jaar op de troon al op zijn 19e! stierf en wiens graftombe in 1922 werd ontdekt. In ‘Schaduw van Toet’  vertelt Lida Dijkstra zijn levensverhaal vanuit zijn halfzus Anchesenamon of Amany, met wie Toetanchamon – Toet – een sterke band heeft en die niet alleen zijn belangrijkste praatpaal is maar ook zijn leermeesteres en later zelfs zijn vrouw.

Amany is een slimme dame die de krappe ruimte die ze als vrouw aan het Egyptische hof heeft, uitbuit door te leren lezen en schrijven waardoor ze meer begrijpt en ziet dan haar seksegenoten en ze haar eigen weg durft te zoeken. Toetanchamon heeft een klompvoet  en is bang aangelegd maar weet desondanks zijn rivalen voor te blijven. Met Amany aan zijn zij volgt er een bloeiperiode voor het land omdat hij zich niet bezighoudt met zijn eigen wel en wee, maar met dat van zijn onderdanen.

Uiterst actueel thema, evenals vrouwenrechten en de rol van godsdienst (Toets vader schaft tijdelijk bijna alle goden af) in de maatschappij. Allemaal weeft Dijkstra ze onopvallend maar op een sterke manier door haar verhaal.  De veelkleurige geschiedenis van Toet en Amany vertelt ze in ritmische, vrije verzen, poëtische taal en losse rijmvormen, afwisselend onderbroken door de lessen van Amany aan haar halfbroer in verhalende prozavorm.

Dijkstra weet ondanks de vele losse verhaalelementen een boeiend en spannend verhaal te vertellen. Dat is knap, vooral omdat het je als lezer regelmatig lukt je te identificeren met Amany, en soms met Toet. Dijkstra deed dit eerder ook al in historische hervertellingen als Verhalen voor de Vossenbroertjes (naar Van den vos Reynaerde), De ring van Koning Salomon (bijbelverhaal) en Het beest met de kracht van tien paarden (Griekse mythologie).  Komt ze in een volgend boek met een hervertelling uit de Scandinavische godenwereld?

De illustraties in het boek zijn minstens zo spraakmakend en schitterend als het verhaal. Djenné Fila gebruikt elementen uit hiërogliefen en traditionele Egyptische kunst in haar platen zonder dat ze gedateerd aandoen en in schitterende kleuren waarin zelfs bladgoud en papyrus is verwerkt.
Dit onwaarschijnlijk mooie boek is er een van een buitencategorie. Elk kind zou het moeten lezen, al was het maar om meer te weten te komen over de tijd van de farao’s of hoe je je als vrouw staande houdt in een vijandige omgeving.
Leeftijd 10+

De dwergjes van Tuil woonden op de hei. Het waren er niet twee of vijf, maar wel honderd, een heel dwergenvolk bij elkaar.
Als de hei bloeide riepen ze: ‘Paars, paars, mooi paars!’ en ze knepen de honing uit de paarse bloemetjes, want de dwergjes van Tuil waren dol op honing.
Maar op een dag kwam er een zwerm bijen aanvliegen. Een grote bruin-gele wolk, die zoemde als een motor en die zoemend aan de tak van een knoestige dennenboom bleef hangen.
‘Wat is dat, wat is dat?’ vroeg Kleine Pier van Tuil. Hij was de jongste en vroeg alles twee keer.
‘Dat zijn bijen, dat zijn bijen,’ antwoordde Kromme Dieder van Tuil. Hij antwoordde twee keer, want hij hield van plagen. ‘Nou krijgen we gedonder,’ zei Kromme Dieder.
En zo was het.
[…]
Paul Biegel. Uit: De dwergjes van Tuil. Tekeningen Mies van Hout. Gottmer, 2021.
Het blijft bijzonder om te merken hoe goed, fris en leesbaar de boeken van Paul Biegel na al die jaren nog steeds zijn. Ook deze klassieker,  met losse verhalen over een dwergenvolk op de hei die samen een groot verhaal vormen, is een waar feest om te lezen. Slimme Kleine Pier steelt het hart van elke lezer met zijn dappere, vrolijke acties en wat extra aandacht voor bijen komt in deze tijd, waarin bijen dreigen uit te sterven aan gif en vervuiling, als geroepen.
Top dat uitgeverij Gottmer de boeken van Biegel opnieuw uitgeeft en in een ander jasje.
Leeftijd: 6+

De zee
Het kan de zee niet schelen
of ik lach gehuld in zijde
of snik in een gescheurd rokje.

De zee
stroomt toe
en weer weg
blijft ademen
en razen
en bedaart weer
ondanks alles
wat ik de waterkant
toeschreeuw.

De zee luistert alleen naar zijn eigen stem
en niet naar het lawaai van degenen die hem
de wet willen voorschrijven.

Ik zou willen dat ik meer op de zee leek.
Sarah Crossan. Uit: Toffee. Kluitman, 2019.
Dit is de vierde verzenroman van deze Ierse, veelbekroonde schrijfster, en weer is het raak. In eenvoudige, korte teksten weet Crossan haar personages zo indringend tot leven te brengen dat ze heel dichtbij komen.
Allison, weggelopen van haar gewelddadige vader, zoekt beschutting in een, denkt ze, leegstaand huis. Dat huis is van de dementerende Marla die Allison aanziet voor haar jeugdvriendin Toffee. Allison weet niet waar ze anders heen moet en speelt het spel mee. Allengs komen de twee vrouwen dicht bij elkaar, zorgt Allison voor Marla. Maar Marla ook voor Allison.  Maar haar vader is op zoek naar Allison. En Marla vergeet steeds vaker wie ze is. Hoe redt Allison zich hier uit?
Het onderwerp lijkt niet meteen iets waarover een jongere zou willen lezen. Of een oudere. Toch neemt Crossan je mee in dit ontroerende verhaal, al is haar taal minder poëtisch dan in haar vorige boeken, het citaat hierboven is meteen het meest poëtische stukje van het hele boek. Of ligt het wellicht aan de vertaling, die hier en daar gortdroge teksten?
Leeftijd: 12+

Piemelgevecht
Platwormen
…hebben een heel bijzondere manier om zich voort te planten: ze duelleren met hun piemels.
[…] hebben allebei de ouders een of twee piemels én bevruchtbare eitjes.
Het motto van platwormen is: geen moeder worden! Het is veel gemakkelijker om even gauw zaadcellen af te geven dan om eitjes te produceren en op zoek te moeten naar een geschikte plek om ze te leggen.
Dat lijkt de enige reden te zijn voor dit gevecht, dat wel een uur kan duren.
De wormen maken zich breed, draaien om elkaar heen, ontwijken elkaar behendig en stoten net zo lang tot eindelijk een van de twee zijn puntige piemel in de ander weet te steken. Daarna denkt hij alleen nog maar: gauw wegwezen nu – en veel plezier nog met onze kinderen!
Katharina von der Gathen. Uit: Bij de beesten af. Het liefdesleven van dieren. Illustraties Anke Kuhl. Gottmer, 2018.
Hebben dieren seks? Krijgen spinnen baby’s? Kunnen dieren homo zijn?
Vrijwel elk kind stelt zichzelf dit soort vragen. Dit boek geeft antwoorden, op een feitelijke, grappige en heldere manier.
Wist je bijvoorbeeld dat een kogelvisman het kogelvisvrouwtje zacht in haar kin bijt, nadat hij met zijn vinnen een mooi ribbelpatroon in het zand voor haar heeft gemaakt? Daarna volgt pas de paring.
En dat een molmannetje de vagina van het mollenvrouwtje waarmee hij heeft gepaard met een dikke prop kleverige vloeistof dichtlijmt, zodat het zaad van andere mannetjesmollen niet meer bij de eicellen van dit vrouwtje kunnen komen?
En dat dieren elkaar versieren? Hoe het verder gaat na de paring?
Hoe gaat seks bij olifanten, giraffen, java-apen, wijngaardslakken, bedwantsen, dromedarissen, reuzenpanda’s, mieren en schorpioenen eigenlijk?
Dit boek staat boordevol met heerlijke kennis , opgedeeld in handig kleine tekstblokjes, voorzien van grappige, duidelijke, kleurrijke tekeningen inclusief een handige piemel- en vaginagalerie, van lieveheerstbeestje tot blauwe vinvis.
Aanrader voor ieder kind dat meer wil wetten over het dierenrijk.
Leeftijd 8+

‘Ik heb jeuk, meneer. En ik krijg een lamme arm.’
‘Nog even.’
‘De was moet van het bleekveld af.’
‘De kunst gaat voor de was.’
‘Voor u, meneer, niet voor mij. Ik krijg een stijve nek ook.’
…Tanneke wipt van het ene been op het andere. ‘Ooo… hoe overleef ik zo lang stilstaan?’
Francine Oomen bij Het melkmeisje van Vermeer. Uit: Het Grote Rijksmuseum Voorleesboek. Rubinstein, 2013.
Bij een nieuw museum hoort een nieuw boek voor kinderen. In het grote Rijksmuseum voorleesboek hebben Nederlandse kinderboekenschrijvers hun fantasie de vrije loop gelaten.
Er zijn verhalen bij Rembrands Nachtwacht, Isaac Israels Ezeltje rijden langs het strand, Jan Steens Vrolijke huisgezin en Jan Asselijns De bedreigde zwaan.
Joke van Leeuwen, Bibi Dumon Tak, Ted van Lieshout, Edward van de Vendel, Imme Dros, Hans Hagen: de keurtroepen van de Nederlandse jeugdliteratuur geven ons een ander kijkje op schilderijen die we al te vaak hebben gezien, de meeste 17e-eeuws. Daardoor kijk je opnieuw en scherper, dat is leuk.
In een deel van de verhalen wekken de schrijvers de personages op het schilderij tot leven, in andere zien we het doek vanuit de ogen van latere generaties.
Mijn persoonlijke favoriet is ‘Toch vind ik kleine beestjes lief’ van Daan Remmerts de Vries bij het schilderij De traankokerij van de Amsterdamse Kamer der Groenlandse Compagnie op Amsterdam Eiland bij Spitsbergen, van Cornelis de Man.
Remmerts de Vries zet zachtzinnig, maar daarom des te scherper, dier en mens tegenover elkaar.
Het zou leuk zijn om te weten of de gekozen schilderijen door de schrijvers zelf zijn uitgekozen of dat ze simpelweg zijn toegewezen.
Charlotte Dematons, bekend van ‘Sinterklaas’ en ‘Nederland’, tekende het omslag van het boek zoals we van haar gewend zijn, met veel grappige details.

Wat hebben een gele ballon, reiger, tuinkabouter,
camperbusje, de Kameleon met Sietse en Hielke,
en de Nooitlek van de Kleine Kapitein gemeen?
Makkelijk.
Ze staan op élke pagina in ‘Nederland’, het fenomenale nieuwste prentenboek van Charlotte Dematons. Prentenboek? Geen gedichten? Nee, maar een boek waarin in optocht het schaap Veronica, Floddertje, Pluk, Jip en Janneke, spin Sebastiaan en Abeltje en Otje voorkomen is dat vergeven.
Dematons, Francaise, die eerder opviel met haar prentenboeken ‘De gele ballon’ en ‘Sinterklaas’,  heeft drie jaar (met eenharig! penseel) getekend aan dit boek. Onze complete canon is erin verwerkt, een stoet aan oude kinderliedjes, veel bekenden uit de Nederlandse jeugdliteratuur (o.a. Nijntje, Ot en Sien, Dik Trom, Flipje, Pipo en Mamaloe, Kruimeltje, Mejuffrouw Muis en Pinkeltje) komen voorbij, een groot deel van onze nationale geschiedenis maar ook Nederland zoals het nu is.
In één oogopslag een moslima met kind op de fiets, een melkboot met koe erin, een struisvogelboerderij, Alkmaarse kaasdragers en een snelle ligfietser: ziedaar een minivoorbeeld van de veellagige platen.
Het boek is één groot kijk- en zoekfeest en je hebt waarschijnlijk weken, zo geen maanden, nodig om alle grappige details en verwijzingen te ontdekken.
Beroemde schilderijen zoals Ezeltje rijden langs het strand van Isaac Israëls, zeeheld Michiel de Ruyter die met zijn schip de Zeven Provinciën de Engelsen verslaat, de Rotterdamse kubus- en potloodwoningen, het huis van Rembrandt van Rijn met hemzelf in de deuropening, onze pretparken tot en met groen uitslaande achtbaanrijders, de Zeeuwse watersnoodramp, oud en nieuw Hollands schaatsplezier en natuurlijk Koningsdag, inclusief Maxima en Willem-Alexander met Hollandse zakloopspelletjes, een kat met een oranje hoed op en alle blijstemmende vrijmarktflauwekul zoals een ‘Ik word slapend rijk’-bordje bij een kind in een bed.

Dit boek maakt iedereen vrolijk, dat kan niet anders.
Dematons tekent Nederland anno 2012 inclusief Nederlanders in alle kleuren en (op bijna elke pagina) vrouwen met hoofddoek. Ze moet ongelooflijk veel plezier hebben gehad tijdens het tekenen.
Al onze vaderlandse hobbies en eigenaardigheden zitten erin, al onze nationale uitspattingen (haringen, oliebollen, stroopwafels) tot aan het eerste kievitsei toe.
Veel bedrijven kunnen dit boek als relatiegeschenk gebruiken, maar Gazelle, Union en de Fietsersbond zouden het aan al hun klanten cadeau moeten doen. Want als één ding helder wordt uit ‘Nederland’ is het hoeveel, hoe graag, op alle mogelijke vehikels en bij elk weertype en elke gelegenheid wij Nederlanders fietsen.
Charlotte Dematons. Nederland. Lemniscaat 2012.

Leeftijd: 3+. Dat is dus iedereen boven de 3