De zee
Het kan de zee niet schelen
of ik lach gehuld in zijde
of snik in een gescheurd rokje.
De zee
stroomt toe
en weer weg
blijft ademen
en razen
en bedaart weer
ondanks alles
wat ik de waterkant
toeschreeuw.
De zee luistert alleen naar zijn eigen stem
en niet naar het lawaai van degenen die hem
de wet willen voorschrijven.
Ik zou willen dat ik meer op de zee leek.
Sarah Crossan. Uit: Toffee. Kluitman, 2019.
Dit is de vierde verzenroman van deze Ierse, veelbekroonde schrijfster, en weer is het raak. In eenvoudige, korte teksten weet Crossan haar personages zo indringend tot leven te brengen dat ze heel dichtbij komen.
Allison, weggelopen van haar gewelddadige vader, zoekt beschutting in een, denkt ze, leegstaand huis. Dat huis is van de dementerende Marla die Allison aanziet voor haar jeugdvriendin Toffee. Allison weet niet waar ze anders heen moet en speelt het spel mee. Allengs komen de twee vrouwen dicht bij elkaar, zorgt Allison voor Marla. Maar Marla ook voor Allison. Maar haar vader is op zoek naar Allison. En Marla vergeet steeds vaker wie ze is. Hoe redt Allison zich hier uit?
Het onderwerp lijkt niet meteen iets waarover een jongere zou willen lezen. Of een oudere. Toch neemt Crossan je mee in dit ontroerende verhaal, al is haar taal minder poëtisch dan in haar vorige boeken, het citaat hierboven is meteen het meest poëtische stukje van het hele boek. Of ligt het wellicht aan de vertaling, die hier en daar gortdroge teksten?
Leeftijd: 12+