“Ik hou niet van gedichten” zegt Jongetje van Acht pruilend.
“Pech gehad” zeg ik. “Vandaag kies ik wat we lezen”.
“Haha, leuk plaatje”zegt hij. Hij pakt het boek uit mijn handen.
“Die eet zijn oor op” grinnikt hij. Hij leest hardop het gedicht bij de tekening. Dan de rest.
“Dit zijn een soort moppen als gedicht” zegt Jongetje van Acht. “Alleen snap ik ze niet allemaal. Wat is wablief?”
“Dit vind ik de leukste” zegt hij:
“Beleefd
Aan de rand van het bos
moet je kloppen op de bomen.
En dan netjes blijven wachten.
Tot de dieren roepen
dat je binnen mag komen.”
leest hij.
“En dan deze” zegt hij:
“Groeten
Vele groeten
en een dikke kus!
zo stond het op een kaart.
De groeten
heb ik weggegeven,
de kus heb ik bewaard.”
Alle gedichten waren uit. Jongetje van Acht ging naar bed. Veel te laat!
Alle gedichten waren uit. Jongetje van Acht ging naar bed. Veel te laat!
Geert de Kockere. Uit: Het Koekeloerelaantje. Tekeningen van Kristien Aertssen. Medaillon/De Eenhoorn, 1999.