De weg naar school is vol gevaren,
om de hoek gaat het al mis,
want daar staat een hond te grommen
dat hij dol op kinderen is.
Eerst begint hij hard te blaffen,
dan laat hij zijn kaken zien.
Een valse bek vol scherpe tanden,
ik tel er zo een stuk of tien.
De weg naar school is vol gevaren,
na de hoek dan komt de straat
met die enge hoge huizen
waar het oude pakhuis staat.
Uit het pakhuis komen armen
die je wurgen tot je stikt
en al smeek je om genade,
je wordt gepakt en ingeblikt.
De weg naar school is vol gevaren,
na de straat dan komt de sloot
met het water dat kan praten
met de stem van Broertje Dood.
Eerst begint hij lief te smeken,
maar algauw dan wordt hij boos.
Dan verschijnt zijn bleke handje
in het water bij het kroos.
Het is maar elf minuten lopen
en als ik hard hol hooguit vijf.
Vijf minuten hardop hopen
hou die griezels van mijn lijf.
Vijf minuten en dan veilig?
Nee, op school begint het pas,
want de school is vol gevaren
met dat monster voor de klas.
Geen wonder dat ouders hun kinderen massaal met de auto naar school brengen. Al helpt dat natuurlijk niks. Geweldig gedicht van Koos Meinderts met een heerlijke cadans.
Koos Meinderts. Uit: Verdriet is drie sokken. Illustraties Annette Fienieg. Lemniscaat, 2008. Er hoort een cd bij met liedjes van Thijs Borsten, gezongen door Harrie Jekkers&Fay Lovsky, met o.a. Eric Vaarzon Morel (flamencogitaar) en Eric Vloeimans (trompet).