Tag Archief van: familiepoëzie

Warm nest
Angst is een lieve moeder. Zij zorgt goed
voor mij, kookt graag veel en gevarieerd
wast jassen uit, strijkt ruzies glad, vouwt
paraplu’s bij voorbaat open, schrijft lief
afwezigheidsbriefjes aan onbezonnen voornemens,
maakt nog dagelijks mijn onbeslapen bed op.

Moeders kunnen bang zijn als het
om hun kinderen gaat. Voor je het weet
hebben zij een vertrouwen te pakken.
Daar moet je geen grapjes over maken.

[…]

Hemel
En maar reiken
naar de hemel
en maar reizen
naar de maan.

En maar altijd
hogerop
altijd verder
willen gaan.

Willen
schitteren
als sterrren.

Willen
stralen
als de zon.

En maar staren
met zijn allen
naar een stuk systeemplafond.
Erik van Os. Uit: Had ik maar leuke kinderen. Gedichten en gezongen gedichten. Rubinstein, 2019.
Familie kan je leven flink onderuit schoffelen, tot verminkens toe. De gedichten in deze bundel – die op Spotify gezongen te horen zijn – getuigen er op pijnlijke en indringende wijze van.
De auteur schrijft in het voorwoord dat hij gelukkig erg leuke kinderen heeft en de titel niet op hen slaat, hoewel de gedichten doen vermoeden dat de schrijver uit ervaring spreekt, als kindpersonage, wat ze mogelijk nog pijnlijker maakt.
Verhulde woede, omfloerst cynisme, ingevreten verdriet, bijvoorbeeld over een vader die niet luistert of een vader als gapend gat, een moeder die graag brave dochters en zoete zonen om zich heen ziet en die vraagt of de ik in het gedicht zich daar ook eens aan zou willen houden.
Geen zoete versjes dus, maar schrijnende teksten, van een auteur die we vooral kennen van prentenboeken en gedichten voor jonge kinderen, samen met zijn vrouw Elle.
Leeftijd: 18+

We hebben lief gelachen
en vrolijk meegefeest.
We zijn met mooie kleren aan
naar het stadhuis geweest.

We hebben meegezongen
en spelletjes gedaan.
Je ziet ons met een blij gezicht
op alle foto’s staan.

We lachten en we klapten
nog luider dan de rest
We vinden Koos een leuke vent.
Hij doet ook echt zijn best.

En mama is gelukkig,
dat kun je aan haar zien.
Met papa was ze dat alleen
in het begin misschien.F

Ze waren en ze bleven
heel aardig voor elkaar,
dat wel. Maar toen kreeg mama Koos.
Dat was dus vorig jaar.

Nu gaan ze samenwonen
in voor- en tegenspoed.
Nu komt het tussen onze echte
ouders nooit meer goed.
Bette Westera. Uit: Uit elkaar. Tekeningen Sylvia Weve. Gottmer, 2019.
De titel maakt maakt meteen duidelijk waar het boek over gaat, de uitvoering is dermate veelzijdig en kleurrijk dat lezen en bekijken puur genieten is.
Gedichten over stiefvaders, -moeders, -broers en -zussen, over 4 of 5 opa’s en oma’s, een verdwenen moeder, een vader die in het fietsenhok met juf Ans zoent maar ook gedichten over zwanen die hun partner weliswaar hun leven lang trouw blijven maar toch ook wel eens in het riet verdwijnen met een ander.
Heerlijk lichte  uitwerking van een  tamelijk zwaar onderwerp, met af en toe een vileine of grappige toets en met beelden die keer op keer een laag toevoegen aan de teksten. De fenomenale vormgeving maakt het af, waardoor je dit boek steeds opnieuw wilt lezen en herbekijken. Helemaal een boek van nu, voor het hele gezin.
Leeftijd: vanaf 4+ tot 100+

Mijn zusje was als kleuter
een heel vervelend kind.
Zo’n kind dat stoute dingen doet
en kattekwaad verzint.
Ze gaf nooit braaf een handje.
Ze zei nooit dankjewel.
Ze drukte voor de grap
bij alle buren op de bel.

Ze klom in alle bomen,
ze klom zelfs op het dak,
tot aan de hoogste schoorsteenpijp.
Dat kon ze met gemak.
Daar zat ze, in de dakgoot,
net als Sinterklaas
en riep: ‘Ik wil een boterham,
maar niet met pindakaas.

Een boterham met muisjes,
komkommer en tomaat.’
Mijn moeder keek verschrikt omhoog
en riep ten einde raad:
‘Ik kan er niet meer tegen.
Ik houd het niet meer uit!’
Toen kwam mijn vader van zijn werk
en nam een kloek besluit.

Hij leende bij de buurman
behangsel en een kwast,
klom langs de regenpijp omhoog
en greep mijn zusje vast.
Hij greep haar bij haar lurven,
en hij droeg haar naar de gang
en plakte haar met ferme streken
achter het behang.

Daar is ze blijven zitten
tot eenentwintig maart.
En of het iets geholpen heeft?
Natuurlijk, uiteraard.
Ze doet niet meer vervelend,
is nooit meer onbeleefd
en geeft nu braaf een handje
(dat nog wel een beetje kleeft).
Bette Westera. Uit: Mijn zusje achter het behang. Illustraties Barbara de Wolf. De Fontein, 2008. Achter in het boek zit een cd met de gedichten op muziek.