Als je draken wilt verslaan
(stond in de handleiding te lezen)
moet je eerst van ze gaan houden,
zodat je alles van ze wilt
weten. Hoe ze slapen: op hun buik
of op hun zij. Wat ze lekker vinden
of opwindend. Hoe hard ze lopen
in de regen en hoe langzaam
in de sneeuw. Wanneer ze vuur
gaan spuwen of juist tevreden zijn.
Als je al hun eigenschappen kent
beter dan je eigen broekzak, sla je toe!
En als je niets met draken hebt,
vul je voor dat woord
iets anders in: een bullebak,
je beste vriend, de valse hond
van de buren of je eigen angst.
Rob Crispijn. Uit: Kwam dat zien, kwam dat zien. Querido, 2008.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.