Maartje krijgt een welterustenkus van papa
en een welterustenkus van mama.
Ze knuffelt haar knuffels
een voor een, niemand vergeten:
Puk de Beer,
Balletpop Evelina,
Kangoroe natuurlijk, en Koala.
Daarna roept haar grote broer Bor
vanuit zijn kamer:
‘Doei!’
En dan vliegt Maartje weg.
In haar droom. In haar slaap. Elke nacht.
Ze zweeft…
Edward van de Vendel. Uit: Doei! Illustraties Marije Tolman. Querido, 2014.
Hoe verbeeld je je dromen? Mooie dromen of juist nachtmerries? En hoe verjaag je die laatste? Maartjes dromen zijn fantasierijk en vol fijne details als dwarrelende kuddes rode olifanten, vioolspelende fantasievissen en vliegende en schaakspelende schildpadden.
Maar haar broer Bor droomt nooit of juist heel naar.
Daar doet Maartje iets aan. Ongelooflijk goed prentenboek, met karige, prachtig poëtische teksten van Edward van de Vendel die in een paar zinnen een compleet verhaal tot leven wekt. Hetzelfde geldt voor Marije Tolman, wier werk we kennen uit het bekroonde, tetkstloze prentenboek De boomhut en uit het dierenboek Springende pinguins en lachende hyena’s. In verschillende technieken, linoleumsnede, inkt, krijt, in grote kleurvlakken, scherp getekende figuurtjes, van dromerig verstild tot uitbundig vrolijk verbeeldt ze de belevenissen van Bor en Maartje liefdevol en ontroerend als de tekst, maar zo dat je hoofd er er in kan ronddwalen en meebewegen.