Tag Archief van: diversiteit

Kriebelen
Ik zit bij opa op de bank
en probeer niet te raden
wat hij met zijn vinger
op mijn rug tekent:

‘Een huis? Oma?
Een dubbeldekkerbus?
Een eend? Een walvis?’

Opa schudt zijn hoofd,
tekent, tekent, tekent.

Ik weet allang wat het is,
maar wat voelt nou fijner
dan gekriebel op je rug?

Na poging zes lacht opa:
‘Ik stop. Mijn vinger is moe.
Je zoekt maar een mooie jongen
om op je rug te kriebelen.’

‘En een mooi meisje?’ vraag ik.
‘Is dat ook goed?’

Ik durf niet om te kijken.
Opa zegt niets,
is even helemaal stil.

Dan schrijft hij
op mijn rug:

wie jij maar wil
Pim Lammers. Uit: Ik denk dat ik ontvoerd ben. Tekeningen Sarah van Dongen. Querido, 2022.
Los geschreven en veelomvattende gedichten zijn het: opa’s en oma’s, neven en nichten, papa’s en mama’s, broertjes en zusjes in vele gedaantes en kleuren komen op een originele manier voor het voetlicht. De gedichten lijken eerder spoken wordteksten dan poëzie, en zodra je Pim Lammers hoort voordragen vallen ze  echt helemaal op hun plek.
Vriendinnen worden met je vaders nieuwe vriendin maar tegen je moeder zeggen dat je hoopt dat ze snel verhuist, samen met mama naar het blootstrand, een neef met make-up die je moeder make-uples geeft, vaders ruilen met je klasgenoot, seksuele voorlichting van papa waarbij je zusje steeds heel hard LUL en KUT roept, verliefd zijn op je nichtje Mila, opa’s griezelige Wieka-woekamanhuisje in het bos, en ga zo maar door.
Grappig, divers, met nadrukkelijk veel aandacht voor andere samenleefvormen dan het klassieke gezin. Ook op de beeldenrijke tekeningen van Sarah van Dongen zien we veel verschillende huidskleuren en culturen, zoals mama’s met hoofddoeken. Jeugdpoëzie waar veel kinderen zich in zullen kunnen herkennen.
Leeftijd 7+

tweede dag op aarde
van de tweede dochter
Op mijn geboorteakte staat: Vrouw, Negro
Moeder: Mary Anne Irby, 22, Negro
Vader: Jack Austin Woodson, 25, Negro

In Birmingham, Alabama, bereidt Martin Luther King Jr.
een protestmars naar Washington voor, waar
John F. Kennedy president is.
In Harlem staat Malcolm X op een zeepkist
te praten over een revolutie.

Buiten het raam van het universiteitsziekenhuis
valt langzaam de sneeuw. Het bedekt al bijna helemaal
de weidse grond van Ohio.

In Montgomery zijn er maar zeven jaar overheen gegaan
sinds Rosa Parks weigerde
haar zitplaats in de stadsbus
op te geven.

Ik ben geboren met een bruine huid, zwart haar
en grote ogen.
Ik ben geboren als Negro hier en kleurling daar

en ergens anders
hebben de Freedom Singers hun armen in elkaar gehaakt
hun protest openend in zang
Diep in mijn hart geloof ik
dat wij ooit zullen zegevieren

en ergens anders is James Baldwin
aan het schrijven over onrechtvaardigheid, verandert de wereld
met elke roman, elk essay.

Ik weet nog niet wie ik zal zijn
wat ik zal zeggen

hoe ik het zal zeggen…

Nog een drie jaar zijn voorbijgegaan sinds een bruin meisje
genaamd Ruby Bridges
een witte school in stapte.
Gewapende bewakers omsingelden haar terwijl honderden
witte mensen spuugden en haar uitscholden.

Ze was zes jaar oud.

Ik weet niet of ik zo sterk zal zijn als Ruby
Ik weet niet hoe de wereld eruit zal zien
als ik eindelijk kan lopen, praten, schrijven…
Nog een Buckeye!
zegt de verpleegster tegen mijn moederF
Nu al wordt ik vernoemd naar deze plek.
Ohio. De Buckeye-staat.
[…]
Jacqueline Woodson. Uit: Brown girl dreaming. Vertaling Tirsa With. Volt, 2021. 
Als meisje van kleur opgroeien in de VS in de jaren zestig en zeventig… hoe dat is maakt Jacqueline Woodson  in dit boek op een indringende en poëtische manier duidelijk met haar prachtige en zintuiglijke vertelstem  in  ritmische, vrije verzen. We wandelen mee door haar dagelijks leven, lopen met blote voeten op zachte aarde en verhuizen van het platteland van Georgia naar New York. We zijn erbij als ze haar  beste vriendin Maria ontmoet en als ze ontdekt hoe goed ze verhalen kan vertellen. We zien hoe haar tante haar haren vlecht, horen hoe hun grootmoeder hen mist. Dat ze achterin de bus moeten zitten en niet elk tafeltje kunnen kiezen in een restaurant.
Actueler dan ooit, urgenter dan ooit.
Woodson won veel literaire prijzen, waaronder in 2020 de Hans Christiaan Andersen Award, aka de Nobelprijs voor jeugdliteratuur.
Leeftijd 12+.

“Ken je Eefje? Eefje Donkerblauw?
Eefje is een koningin. Maar niemand weet dat. Behalve Eefje zelf.
Eefje houdt erg veel van donkerblauw.
Elke morgen wipt ze uit haar donkerblauwe bed.
Op donkerblauwe pantoffels stapt ze langs de donkerblauwe trap naar beneden.
‘Dag donkerblauwe tafel met de donkerblauwe stoelen!’ zingt ze opgewekt.
En uit de donkerblauwe kast haalt ze een donkerblauw potje
met donkerblauwe jam van donkerblauwe bessen.”
Geert de Kockere. Uit: Eefje Donkerblauw. Illustraties  Lieve Baeten. De Eenhoorn, 2009.
Waarom Eefje van donkerblauw houdt, weet niemand. “Het is gewoon zo. Net zoals met niezen. Je moet of je moet niet.”  Maar als ze koning Goudgeel tegenkomt gebeuren er rare dingen met Eefje. Ze wil misschien wel met hem trouwen maar ze houdt niet van geel. Liefde is blauw, vindt ze. Ze oefent om van geel te houden. Schildert gele bloemen op haar donkerblauwe theepot en trekt een donkerblauwe trui met gele stippen aan. Na een tijdje houdt ze ook van geel. Daar komen natuurlijk groene kinderen van. En als die trouwen met Prins Avondrood of Geeltje ook rode, oranje, gele, blauwe en paarse. Een regenboog bij elkaar.
Alle kleuren zijn mooi, volgens prentenboekklassieker Eefje Donkerblauw. Mooie, indirecte manier om een actueel thema over het voetlicht te brengen.
Het boek is opnieuw uitgebracht door uitgeverij De Eenhoorn en stond in de Top 10 van ‘Het mooiste kinderboek aller tijden’, een initiatief van http://www.stichtinglezen.be/.
Leeftijd: 4+