Tag Archief van: dieren

‘Heb je taal nodig om na te denken over taal? Het is heel moeilijk om over iets na te denken zonder woorden en zinnen in je hoofd te horen. En ook als je een tekst leest, of een opdracht maakt, hoor je vaak een stem in je hoofd. Kun je spreken zonder te denken? Daar kun je lang over piekeren. Misschien helpt het dan om even ‘nergens’ aan te denken. Nergens aan denken? Dat is wel heel moeilijk.
[…]
Op school zit je in een klas. Misschien zit je in een grote klas, met wel dertig kinderen. Thuis woon je met je familie. Soms beland je nog wel eens in een ander groepje, als je naar een feestje gaat, of gaat sporten bijvoorbeeld. Je bent vaak samen met anderen mensen…Mensen zijn sociale dieren en hebben andere mensen nodig. Je kunt niet alles helemaal zelf doen. […]’
Iris Rijsman. Uit: Denkbeesten. Filosoferen en knutselen met dieren. Uitgeverij Nieuwezijds, 2025.
Dit  boek laat je op een creatieve, vrolijke manier nadenken over taal en tijd. En over vriendschap en liefde, emoties, geluk, goed en slecht. Over dieren die door mensen gebruikt worden voor vervoer, bewaking, testen van medicijnen of als voedsel. Over samen leven, en hoe ingewikkeld dat soms is.
Over al die dingen kun je lang praten en nadenken. Hoe? Nou bijvoorbeeld door dit boek te lezen en er met elkaar over te praten. En door samen met kinderen, bijvoorbeeld in je klas, de denk-, knutsel- en opdrachten te doen. Die zijn heel divers.  Zo is er een opdracht om iemand te tekenen die met de staart tussen de benen loopt en iemand anders te vragen welke emotie er in de tekening te zien is.
Er is de vraag of het goed zou zijn als dieren, rivieren en bossen een eigen stem zouden krijgen en hoe dat zou moeten. Je wordt aangespoord een routekaart te maken van een wandeling die je hebt gemaakt, met daarop alle dingen die je onderweg zijn opgevallen op die kaart aangegeven.
Iris Rijsman is zelf filosoof en beeldend kunstenaar en dat merk je aan alles. Ze weet op een heldere manier dingen te bevragen die voor sommige mensen gewoon lijken. De dieren uit de titel komen regelmatig in het boek terug maar lijken er soms ook een beetje bijgesleept. Toch is dit een fijn boek om met kinderen samen na te denken over hun eigen leven en dat van anderen.
Leeftijd 7+

‘Superstom!’ roept Dippy Das. Huilend zit ze in het gras.
‘Superstom en vet gemeen! ‘k Moet verhuizen, nu meteen!
Want mijn huis ligt aan het spoor. En de trein kan er niet door!’

‘Ach, waar moet ik nou naar toe?’ vraagt ze klagend aan een koe.
Kom maar mee hoor, lieve schat,’ zegt de koe. ‘Ik weet wel wat.
Onze stal is groot en warm. Welkom op de Koeienfarm!’
Dippy wil niet in de stal. ‘Sorry Koe, het stinkt nogal.’

‘Kom maar hier!’ roept Ooievaar. ‘Ik ga weg, zo’n half jaar.
Klim maar in mijn frisse nest. Boven woon je opperbest.
Geen moment is het hier saai. Want het uitzicht is zo fraai!
Een cadeautje voor het oog!’ ‘Help,’ zegt Dippy. ‘Veel te hoog.’

‘Wil je wonen op een boot?’ vraagt een kikker in de sloot.
‘Hier zijn nog wat plekken vrij. Neem die bladboot vlak naast mij!’
‘Wat? Een waterlelieblad?’ Dippy grinnikt. ‘Mij te nat.
Bovendien, ik zak erdoor. Vriendelijk aangeboden hoor.’
[…]
Marjet Huiberts. Uit: Dippy Das moet verhuizen. Illustraties Wendy Panders. Gottmer, 2025. 
Erg leuk, dit prentenboek over een das, dat vaak nog een beetje een onbekend dier is voor kinderen. Met lekker lopende, rijmende versjes en grote sfeervolle, kleurige platen in de van Panders bekende stripachtige stijl is dit een heerlijk boek om voor te lezen. Fijn ook dat de informatie die en passent over dassen wordt gedeeld merendeels klopt. Dassen, sinds de komst van wolven ons één na grootste roofdier, houden inderdaad niet van nattigheid, graven soms een burcht onder het spoor en omdat ze zo fantastisch goed kunnen ruiken bepaalt hun neus grotendeels hun handel en wandel. Er is ook daadwerkelijk woningnood onder dassen, omdat hun leefgebied vaak door mensen wordt ingenomen. Het slot van het boek daarentegen is pure fictie: dassen houden zich in het echt ver van mensen, en dat is maar goed ook.
Leeftijd 4+

Een toren van tijgers
Mama krijgt straks theevisite,
de nieuwe kopjes staan al klaar.
Ze hebben strepen. Het zijn tijgers!
Kijk, ze klimmen op elkaar.

Ik bouw een toren van de tijgers,
helemaal tot aan ’t plafond!
Met scherpe klauwen, felle ogen,
kaken sterker dan beton.

Mijn toren brult en hij kan bijten.
Eet vijf taarten, met gemak.
Ik ga hem nóg iets hoger maken!
O nee.
Hij wankelt. Hij valt om. En…

KRAK!

Voorzichtig kijk ik naar mijn moeder.
Ik ben een béétje ongerust.
Ze is geen tijger, maar nu kijkt ze
alsof ze best een jongen lust.
Lizette de Koning. Uit: Toren van tijgers. Illustraties Gareth Lucas. Ploegsma, 2023.
Vrolijke, grappig  rijmende gedichten schrijft Lizette de Koning bij de aanstekelijke illustraties van Gareth Lucas. Een pissebed heet liever een houtafkluivertje of wriemelvriendje, pinguïn kan aan het eind van groep drie nog steeds zijn eigen naam niet schrijven, koala’s die in de spiegel kijken zien een dropje in het midden van hun gezicht en hond is de beste dokter bij verdriet. Lucas’ prachtigmooi gestileerde, sympathieke tekeningen brengen de dieren heel dichtbij in deze fijn vormgegeven bundel voor jonge kinderen.
Leeftijd 4+

Gevlogen
Ik vond je op het pad
en heb je zacht gestreeld
en in mijn hand gewogen:

een rommelig dotje veren
met gitzwarte ogen
die nerveus bewogen.

Je hartje tikte snel.
Toen hield het op en viel
jouw kopje steil gebogen

over mijn hand omlaag.
Plots leek je zwaarder,
hoewel er iets was weggevlogen.
Rian Visser. Uit: Het is een zachte dag vandaag. Illustraties Janneke Ipenburg Leopold, 2024.
Wat een heerlijke titel heeft Rian Vissers nieuwe bundel. Hij nodigt de lezer uit om de gedichten met een zacht hart en warme ogen te lezen.  De gedichten gaan over wensen en dromen, over hoop en over een leerling die de leraar wil leren hoe hij niet iemand met ‘lastig gedrag’ is maar iemand die langzaam verandert en ontdekt wie hij is. In een flink aantal gedichten wordt de lezer opgeroepen tot actie, zoals voor meer groen zorgen, sporten (want ‘sport is goed’), doden en ‘vergeten’ bomen herdenken en niet te vergeten genieten. Sommige gedichten spelen meer met taal: ‘Ken je dat?/Dat je steeds denkt/straks ga ik dit doen/maar eerst doe ik dat/en dat dit er dan niet van komt?
Ondanks de maatschappelijke thema’s die her en der aan bod komen zijn de meeste gedichten uiterst luchtig, waardoor de boodschap op afstand blijft. Rian Vissers  poëzie kan best wat meer gewicht gebruiken en zou er sterker van worden.
Janneke Ipenburg tekent sfeervol, boordevol kleur en afwisseling en verbeeldt elk gedicht met steeds een verrassend detail of bijzondere invalshoek.
Leeftijd 7+

Dit diertje houdt van huppelen.
Ook zachtjes aaien vindt ze fijn.
Ze eet graag sla en worteltjes.
Het is een knuffelig…
[…]
Rian Visser. Uit: Dit dier hier. 30 raadrijmpjes. Illustraties Iris Deppe. Gotttmer, 2024. 
Om voor te lezen aan de allerkleinsten: raadrijmpjes over een haan, kat, giraf, chimpansee, spin, beer, hond en  zo meer, met het ontbrekende dier groot in kleur ernaast getekend voor wie het rijmpje niet meteen begrijpt. De versjes zijn simpel van toon, ritme en rijm, maar vergroten de woordenschat van de voorgelezene op een speelse manier.
Voor ouders is er de handreiking Hoe lees je voor?, waarin op rijm uiteen wordt gezet hoe dit boekje te gebruiken. Handig voor laaggeletterden en beginnende taalvaardigen.
Leeftijd 18 maanden

Wie liggen daar te slapen op hun bamboeblad-matrasjes?
De kleine pandaberen-zusjes Len en Jik.
Er hangt een kille nevel, maar ze dragen dikke jasjes,
en mama’s ronde pandastaart is heerlijk warm en dik.

De zon gaat langzaam onder en ze openen hun ogen.
Ze zien de sterren fonkelen. Wat gaan ze doen vannacht?
‘De wijde wereld in,’ zegt Len, ‘zou dat van mama mogen?’
‘Natuurlijk wel,’ roept Jik heldhaftig. Mama panda lacht.

Ze zegt: ‘Er mag een boel,
maar jullie moeten me beloven:
‘NIET voorbij die dennenboom,
NIET naar die bergen daar.
Weer thuis zijn VÓÓR het licht wordt,
én BLIJF ALTIJD BIJ ELKAAR!’

De panda’s knikken allebei
gehoorzaam met hun hoofd.
‘Geen bergen op, met licht weer thuis,
niet uit elkaar, BELOOFD!’
Rachel Bright. Uit: Beloofd is beloofd, kleine panda’s. Tekeningen Jim Field. Vertaling Bette Westera. Gottmer, 2024.
Alweer het zevende prentenboek van het succesvolle duo Bright & Field, en het is weer even grappig, feelgood en – voor kinderen  – spannend als de vorige zes. Want natuurlijk gaan Len en Jik toch voorbij die boom naar de bergen  en daar loert groot gevaar. De royale kleurplaten die  soms aan bekende schilderijen doen denken, tonen de wereld in al haar pracht en praal. De dieren zijn dit keer wat gestileerder getekend, met grote stripachtige ogen, wat iets gekunstelds heeft maar ook het grappige effect versterkt. De vertaling van Bette Westera is weer ijzersterk, zowel in rijm als ritme.
Leeftijd 3+

Over jij
Ik denk aan jij,
aan jij bij mij
en jij weg van mij.

Ik weet dat ik van jij
niet veel weet maar dat ik lichter
ben als je bent bij mij.

Overal vreet de nacht zich in,
maar in onze eigen nacht,
daar besta jij.

Je bestaat voor mij.
Jij
bestaat voor mij.
Hans Andreus. Uit: Je bent zo mooi anders. Leopold, 2024. 
Uitgeverij Holland gaf deze bundel eerder uit, Leopold neemt nu de tweede druk voor zijn rekening. In de verantwoording lezen we dat de gedichten van Hans Andreus in deze bundel zijn gekozen met het thema ‘liefdevol’ als uitgangspunt:  niet alleen liefdesgedichten maar ook gedichten over een liefdevol afscheid of met liefdevolle observaties.
Voor wie het werk van Andreus niet of niet goed kent is dit boek een fijne kennismaking. Zijn meest bekende, iconische, liefdesgedichten staan erin, maar ook minder bekende gedichten komen voorbij, altijd hartstochtelijk, vol warme, soms wonderlijke beelden, waarin licht, dieren, liefde, vrouwen en aarde een hoofdrol spelen.
Leeftijd 14+

Modderrollen in de wei
varken vrolijk varken blij
hoor het varken toch eens knorren

knorre-knor
daar komt de boer
knorre-knor
met varkensvoer

smullen in de wei
modderkloddertjes erbij
vrolijk varken, dubbelblij
Erik van Os en Elle van Lieshout. Uit: Hé, beestjes! op de boerderij. Tekeningen Marieke ten Berge. Gotter, 2023. 
Een stevig kartonboekje met fijne, ritmische versjes en frisse, sterke tekeningen over boerderijdieren, voor de allerkleinsten. Dit is alweer het tweede deel in de serie Hé beestjes! en dit nieuwe deel is net zo grappig, taalrijk en aanstekelijk als Hé beestjes! in de tuin. Naast bovengenoemd varken brengen van Os en van Lieshout een koe, een ezel, een muis, een lammetje, een kip en haan en een geit feestelijk en klankrijk over het voetlicht.
Door de krachtige, toegankelijke tekeningen van ten Berge wordt het nergens zoet en vallen de zachte teksten mooi op hun plek. Fijn boekje om kleine kinderen iets over boerderijdieren te leren.
Leeftijd 1,5 jaar

Bal
Pluis zit in zijn hok.
Lekker in de zon. Met zijn ogen dicht.
Hij is een beetje aan het dromen.

Hee!
Opeens komt er een wolk voor de zon.
Pluis schrikt wakker.
In de lucht ziet hij een bal.
Een zwarte bal met heel veel haar.
En die haarbal
komt naar hem toe!
Help!

[…]
Nog een weg terug, denkt Pluis soezerig.
Het lijkt wel of er altijd ergens
niet alleen
een weg naar weg
maar ook
een weg
naar terug is.
Mathilde Stein. Uit: Pluis en Pluk. De weg naar terug. Yihaaaaaa Ninjavia! Lemniscaat, 2022
De schrijfster en tekenaar van prentenboeken als Bang Mannetje en De kindereter levert voor het eerst een leesboek af, voor eerste lezers, dat niet alleen lief en heel grappig, maar ook spannend, talig en gelaagd is. Stein slaagt er in korte, goedgeschreven zinnen in van twee cavia’s – zo’n beetje de sufste huisdieren die er bestaan – warmbloedige personages te maken, met wie je als lezer kunt en wilt meeleven en wiens avonturen je de bladzijden steeds sneller willen laten omslaan. Waarvan de een bovendien ook nog eens als een echte dappere krijger wordt afgeschilderd.
Pluis en Pluk weten kat Sis te verslaan, zelfstandig buitenshuis te komen, een dief te ontmaskeren en ook nog eens een gestolen ring bij prinses Miski terug te bezorgen, en daarna warempel ongeschonden in hun veilige, gezellig hok terug te keren. Heerlijk boek, lekker dik ook.
Leeftijd 6+

Jongens
Jongens zijn het.
Geen aardige jongens.
Ze bijten.

Spugen, schoppen, slaan,
snijden, knijpen, hakken
branden, gooien, meppen

alle kikkers die ze zien. Alle
padden, slakken, egels,
torren, motten, katten, kevers,

muizen, vissen, hagedissen.
Zijn ze gek? Of denken
ze niet na? Weten

ze dan niet zoiets pijn doet?
Gruwelijk afschuwelijk
verschrikkelijk veel pijn?

Ik wil ze
bijten.
Spugen, schoppen, slaan,

snijden, knijpen, hakken,
branden, gooien, meppen.
Zonder uitleg. Zal ze leren.

Pech. Dat mag niet, ze
timmeren op hun vervelend smoel.
Zelf weten ze het niet, maar jongens hebben ook gevoel.
Diet Groothuis. Uit: Waar ik ben. Illustraties Merel Eyckerman. De Eenhoorn, 2012. 
Vandaag is het Gedichtendag en begint ook de Poëzieweek. Het thema is dit jaar Vriendschap. Dat kan op veel manieren, in dit gedicht eerder tussen dieren en het ik-personage  dan tussen mensen.