De onderhond
Ik ben de arme onderhond,
ik ben niet erg bijzonder.
De meeste andere honden zijn
veel groter en gezonder.
Bij mij gaat altijd alles mis,
dan krijg ik op mijn donder.
Zíj krijgen vaak een vette kluif
en ík zit altijd zonder.
Ook ben ik ’s nachts een beetje bang
voor bliksem en voor donder
en als ik die tekeer hoor gaan
dan duik ik ergens onder.
Een lage tafel of een bank,
een plekje dat ik ken.
Dan denkt het onweer heel misschien
dat ik er niet meer ben.
Rikkert Zuiderveld. Uit: Scheurkalender jeugdpoëzie Zwemmen met je kleren aan, 5 oktober 2011. Van Gennep, 2010.
Schrijvershond Sien van schrijversduo Jan Paul Schutten en Bibi Dumon Tak schrijft vandaag op twitter: ‘Ik hoop dat ik als de Kinderboekenweek voorbij is eindelijk weer te eten krijg en uitgelaten word…’ Wat ZIELIG! Speciaal voor Sien, die erg van pens houdt en ook bang voor onweer is, dit gedicht.