Tag Archief van: de hond de haan en de jakhals

Was de Griekse fabelverteller Aesopus (ca. 620 – ca. 560 voor Christus) een Afrikaan? De Zuid-Afrikaanse schrijfster Beverley Naidoo denkt van wel.
“Zijn naam en zijn verhalen leven nog altijd voort” schrijft ze in het voorwoord van ‘De hond, de haan en de jakhals’. “Nog steeds wordt er naar geluisterd en van genoten en zijn er mensen die ze opnieuw willen vertellen. Dit keer was het mijn beurt…Wie volgt?”
Er was eens een oude leeuw die te oud en te zwak was om zelf op jacht naar voedsel te gaan. Vroeger deden zijn wijfjes dat voor hem en paste hij op de kleintjes. Maar die tijd was voorbij. Zijn wijfjes waren gestorven, en de kleintjes waren volwassen en gingen allemaal hun eigen gang.
De oude, eenzame leeuw ging op zoek naar een grot en toen hij die gevonden had ging hij in een hoekje liggen en deed alsof hij vreselijk ziek was.
‘Ooooh,’ kreunde hij. ‘Mijn arme oude botten, ooooh.’
Tussen het kreunen door luisterde hij goed of hij iets hoorde bij de ingang van de grot. Maar helaas, het bleef doodstil.
‘Aaah,’ kreunde hij, een stuk harder nu, en veel zieliger. ‘Mijn arme botten, aaah.’
Bij Herodotus is Aesopus een slaaf uit Thracië bij de Zwarte Zee. Wat, oppert Naidoo, als de geschiedschrijver het niet bij het rechte eind had en hij een Afrikaanse slaaf was? Waarom lijkt zijn naam anders zo op het oude Griekse woord voor een zwarte Afrikaan: ‘Aithiops’?  Waarom komen in zijn fabels zoveel Afrikaanse dieren voor en hebben die zo vaak een moraal, net als andere Afrikaanse volksverhalen? 
Naidoo plaatst de – veelal klassieke – fabels in een Afrikaans landschap, maakt van het everzwijn een wrattenzwijn en van de vos een jakhals. Haar droge vertelstijl, de kleurige, karakteristieke, humoristische tekeningen van Piet Grobler en de soepele vertalingen van Koos Meinderts doen de rest en zorgen voor een prachtig verhalenboek. 
De hond, de haan en de jakhals. Beverley Naidoo. Illustr. Piet Grobler. Vertaling Koos Meinderts. Lemniscaat 2011.