‘Superstom!’ roept Dippy Das. Huilend zit ze in het gras.
‘Superstom en vet gemeen! ‘k Moet verhuizen, nu meteen!
Want mijn huis ligt aan het spoor. En de trein kan er niet door!’
‘Ach, waar moet ik nou naar toe?’ vraagt ze klagend aan een koe.
Kom maar mee hoor, lieve schat,’ zegt de koe. ‘Ik weet wel wat.
Onze stal is groot en warm. Welkom op de Koeienfarm!’
Dippy wil niet in de stal. ‘Sorry Koe, het stinkt nogal.’
‘Kom maar hier!’ roept Ooievaar. ‘Ik ga weg, zo’n half jaar.
Klim maar in mijn frisse nest. Boven woon je opperbest.
Geen moment is het hier saai. Want het uitzicht is zo fraai!
Een cadeautje voor het oog!’ ‘Help,’ zegt Dippy. ‘Veel te hoog.’
‘Wil je wonen op een boot?’ vraagt een kikker in de sloot.
‘Hier zijn nog wat plekken vrij. Neem die bladboot vlak naast mij!’
‘Wat? Een waterlelieblad?’ Dippy grinnikt. ‘Mij te nat.
Bovendien, ik zak erdoor. Vriendelijk aangeboden hoor.’
[…]
Marjet Huiberts. Uit: Dippy Das moet verhuizen. Illustraties Wendy Panders. Gottmer, 2025.
Erg leuk, dit prentenboek over een das, dat vaak nog een beetje een onbekend dier is voor kinderen. Met lekker lopende, rijmende versjes en grote sfeervolle, kleurige platen in de van Panders bekende stripachtige stijl is dit een heerlijk boek om voor te lezen. Fijn ook dat de informatie die en passent over dassen wordt gedeeld merendeels klopt. Dassen, sinds de komst van wolven ons één na grootste roofdier, houden inderdaad niet van nattigheid, graven soms een burcht onder het spoor en omdat ze zo fantastisch goed kunnen ruiken bepaalt hun neus grotendeels hun handel en wandel. Er is ook daadwerkelijk woningnood onder dassen, omdat hun leefgebied vaak door mensen wordt ingenomen. Het slot van het boek daarentegen is pure fictie: dassen houden zich in het echt ver van mensen, en dat is maar goed ook.
Leeftijd 4+