Er is een land
waar de mensen bijna niet spreken.
Het is het land van de grote
woordfabriek.
In dat vreemde land
moet je de woorden kopen
en heel voorzichtig inslikken
om ze dan te kunnen uitspreken.
…
Sommige woorden zijn onbetaalbaar.
Die dure woorden worden maar zelden gesproken,
en alleen door schatrijke mensen.
In het land van de grote woordfabriek
kost spreken handenvol geld.
Mensen zonder centen zoeken soms
in vuilnisbakken naar weggegooide woorden.
maar tussen al die wegwerpletters zit vooral
veel rommel: roddel en kletskoek
en oudewijvenpraatjes.
…
Op sommige zonnige dagen dwarrelen er
zomaar woorden door de lucht.
Dan pakken alle kinderen vliegensvlug hun vlindernet
om de loswaaiende woorden te vangen en te proeven.
Als de avond valt en ze aan tafel gaan,
spreken ze plots en tot verwondering van hun ouders,
de lekkere woorden langzaam weer uit.
Agnès de Lestrade. Uit: Het land van de grote woordfabriek. Tekeningen: Valeria Docampo. De Eenhoorn, 2015.
Stel je voor dat je woorden moest kopen. Wat een desolaat land zou dat zijn. In dit sprookjesachtige boekje vangt Florian drie woorden in zijn net voor Siebelle, die hij onuitsprekelijk lief vindt: kersenrood, pannenlapje, stoelendans. Maar Oscar is er ook, en diens ouders zijn steenrijk…