Regenbuienbloem
Ik ben een regenbuienbloem
mijn vader plukt me van de straat.
hij is mega donderwolkenkwaad
door de moddertranen op mijn broek
en alle schone sokken zoek.
in de wasmasjien met mij.
30 graden, zo voorbij.
opgevouwen
lig ik voor het raam
ik damp een wolkje op het glas
ik schrijf mijn naam
en: help! ik was
een hond, wie laat me uit?!
wie redt mij uit de nood?
ik wil zwemmen in de goot.
zonder regen droog ik uit,
krijg ik gaatjes in mijn huid.
tring gaat de telefoon
mijn vader luistert, knikt en praat
hij let niet langer meer op mij
door die mobiele kletserij
en boven op mijn schone kop
zet ik mijn regenfeestgezicht.
deurtje dicht en deurtje open,
gaan mijn benen met mij lopen.
gaan ze met me aan de haal
naar een volgend nat verhaal.
Mary Heylema. Uit: Wie heeft hier met verf lopen smijten? Querido’s Poëziespektakel 3. Samenstelling Ted van Lieshout. Querido, 2010.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!