Circusdirecteur en andere gedichten voor kinderen

Diet blogt

Winter,
je bent nu lang genoeg opgebleven!
Hop! Hop! De trap op!
Pyama aan en tandenpoetsen!
Kruip maar in de onderste lade van mijn bed,
toegedekt door wollen truien, sjaals en wanten.
Denk nog maar even aan hoe koud je was,
hoe wit en hoe streng je was
en hoe je iedereen – zelfs in hun allerdikste jassen –
rillen liet.
Heel goed!
Zing nog maar zacht van dat schaap met witte voeten.
Hoe zoet!
En droom dan
terwijl wij de lente begroeten,
zo mooi, zo diep en zo lang als je kan.
Linda Vogelesang in: Ik wil een naam van chocola, Querido 2009.

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Wat zal ik aan je geven?
De zee? Dezelfde zon als elk jaar?
Of al mijn liefde in een doosje
Met wat pakpapier erom?
Ik sta met lege handen
Voor je
En haal mijn schouders op:
Ik kon gewoon niet kiezen!
Dichter: Gijs van der Hammen. Het gedicht komt – misschien, wie weet, stel je voor – in Querido’s derde Poëziespektakel dat in augustus uitkomt. Dit jaar heet het boek: ‘Wie heeft hier met verf lopen smijten’, uit een ander gedicht van Gijs. Klinkt goed.

O sjo’n mond vol apparaten
isj een sjware sjtvaf voor mij,
ik ga sjlisjen bij het pvaten
en ik sjpuug er ook nog bij.

En mijn moed sjinkt in mijn sjchoenen,
want het isj sjo’n sjtom gevoel,
en wie sjal me sjo nog sjoenen
met sjulk sjtaaldraad in mijn sjmoel.

Sjtangen die te sjtevig sjitten,
daarvan sjlaap ik sjteeds sjo sjlecht,
sjie ik als ik sjlaap gebitten,
sjchoon en sjterk en sjuperrecht.

En dan sjchveeuwen sjtemmen: Sjtakker,
wat een sjcheve rommelsjooi
en dan sjchvik ik sjwetend wakker.

Maar ik word sjo mooi, sjo mooi!
Joke van Leeuwen. Uit: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten, verzameld door Gerrit Komrij. Prometheus, 2007.
Vandaag begint de boekenweek. Mooie aanleiding om weer eens een boek te kopen. Het gedicht vandaag is van Joke van Leeuwen, die binnenkort de Gouden Ganzenveer 2010 krijgt. Academie De Gouden Ganzenveer vindt dat Joke van Leeuwen een belangrijke bijdrage levert aan het geschreven woord:  “In haar werk wordt zowel de wijsheid van het kind als het kind in de volwassene aangesproken”.

Dat was goed van jou!
Wat was goed van mij?
Nou, wat je gedaan hebt!
Wat heb ik dan gedaan?

Ik heb het water afgezet
ik heb het gas onder de ketel
dichtgedraaid: was dat
goed van mij?

Is dat het enige wat mijn vader
kan zeggen? Is dat het enige
wat ik goed kan doen?
Een knop omdraaien.
Remko Ekkers. In: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten. Verzameld door Gerrit Komrij. Prometheus, 2007.

Over De Boomhut heb ik het al eens gehad. Dat het zo’n ongelooflijk prachtig boek is. Het boek heeft nu de Bologna Ragazzi Award 2010 gekregen, oftewel het is gekozen tot het mooiste boek van 2010 wereldwijd. Het staat ook op de longlist van de Gouden Uil 2010, die op 25 april wordt uitgereikt.
Volgende keer weer een gedicht maar nu voor de liefhebbers  een stukje van het juryrapport van de Bologna Ragazzi Award: 
De boomhut is a wise, clear, even poetic, example of how an established topos of the collective imagination may be revisited with a fresh eye to reveal a continued relevance to modern times. Marije Tolman and Ronald Tolman return to the “house in the trees”. Their house, however, is rich with subtle cultural references ranging from symbolist painting to the most refined 20th century graphic art. The book’s message is not declaimed, but is conveyed quietly. It pleads for an enlightened ecological stance in which an intense awareness that we are part of nature does not forego our need for elegance and intellectual enquiry.
Meer lovende woorden schrijft het Nederlands Literair Productie en Vertalingen Fonds:
Het zijn verfijnde prenten geworden, op een rustige, beschouwende manier wordt er een verhaal over de wereld verteld, over het wisselende licht, de beweging en de kleur en vorm van de dieren.[…] De commissie vindt de rust en de terughoudendheid erg mooi en vindt het knap dat het boek zo’n stabiele vrolijke levenslustige indruk maakt. Wat een prettig ‘stil’ boek dat toch ook ‘lawaai’ maakt, een boek met een eigen geluid.
De Boomhut, door Marije en Ronald Tolman. Lemniscaat, 2009.

Het is de woensdag van de verkiezingen in Nederland en het gaat bijna nergens anders meer over. Behalve hier!
Het is nog geen woensdag.
Het is nog lang geen woensdag.

Op woensdag blijf ik bij oma eten.
En wat – dat mag ik zelf weten.

Maar het is nog geen woensdag.
Het is nog lang geen woensdag.

Het is pas donderdag.
Dichter: Erik van Os. Zijn dichtbundel Koe en daarmee koe staat vol met dit soort ogenschijnlijk simpele,  prachtige overpeinzingen. De tekeningen van Piet Grobler passen daar enorm goed bij, zijn net zo ogenschijnlijk simpel en net zo raak.
Voor kinderen vanaf een jaar of tien. Hoewel op de achterkant staat: ‘De gedichten en beelden in deze bundel zijn uitsluitend bedoeld voor iedereen.’ Lemniscaat, 2008.

Het is vandaag weer Dolle Donder,
morgen Vrijdag Vlinderdag.
Ik heb altijd wat te vieren:
Zater, Zotte Zondag.

In de lente ben ik paasei
met een grote, roze strik.
Als de zomerzotten feesten,
feest ik mee en eet me dik.

Speelt november Kale Bomen,
yes, dan weet ik dat heel gauw
de Cadeautjesmannen komen
en de Suikertantevrouw.

Altijd heb ik wat te vieren.
Elke dag maak ik me mooi.
Mijn verdriet, dat zit vanbinnen:

Stille Sneeuwpop wacht op dooi.
Andre Sollie is zelf opeens een feestvarken. Een paar dagen geleden kreeg hij de Belgische Boekenpauw 2010 voor zijn boek ‘De Zomerzot’. De Boekenpauw is de Vlaamse boekenprijs voor het mooiste kinder- of jeugdboek uit het voorbije jaar.
Carll Cneut, die de  tekeningen in de verzamelbundel ‘Fluit zoals je bent’ maakte, een boek dat vaste lezers van dit blog wel kennen, kreeg de eervolle vermelding Boekenpluim 2010. Ook Gerda Dendooven kreeg een Boekenpluim voor haar boek ‘Hoe het varken aan zijn krulstaart kwam’.
Allemaal VAN HARTE GEFELICITEERD!
Het gedicht hierboven is van André Sollie en staat in: Altijd heb ik wat te vieren. Querido 2008.

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Ze bestaan al miljoenen jaren niet meer.

Hoewel?
Bij de kapper, daar zie je ze weer:
DRAKEN
Ze hangen te hangen aan rustige haken…
maar plotseling raken ze oververhit,
en dan spugen ze vuur…
op de klant die daar zit.
Ah, jij noemt dat dus een onschuldige föhn?
Ik noem dat een monster,
een sprookjesfiguur.
Tuurlijk, zeg jij,
maar dan wel met een stekker.
Logisch, zeg ik, anders blaast het niet lekker!
Waarom denk je dat draken maar zo kort bestonden?
Ze zochten een stopcontact.
Nergens gevonden.
Edward van de Vendel. Uit: Draken met stekkers. Illustraties Floor de Goede. Querido, 2010