Circusdirecteur en andere gedichten voor kinderen

Diet blogt

Af en toe moeten ze even terug in ons hoofd: de klassiekers van Dr. Seuss. Grappige taalzin- en onzin voor beginners, maar net zo leuk voor geoefender lezers. Niet alles is vertaald in het Nederlands.

There are so many THINKS
that a Thinker can think!
Would you dare
yank a tooth
of the
RINK-RINKER-FINK?

And
what would
you do
if
you met
a JIBBOO?

Think! Think and wonder.
Wonder and think.
How much water
can fifty-five elephants drink?

Think of black water.
Think up a white sky.
Think up a boat.
Think of BLOOGS blowing by.
Enzovoort. Lekker knoeien met taal.
Dr. Seuss, Oh the Thinks you can Think.  Random House, 1975. De boeken zijn te bestellen via internet. En je vindt ze, als je geluk hebt, in de bibliotheek.

Dat is nog eens waterbesparen: met z’n zevenen met een bad water doen! Voor alle duidelijkheid (zie onderaan): van de grand old lady van de jeugdpoëzie: Annie M.G.Schmidt.
Zeven kinderen in het bad
Fiedeldidein, zei moeder Katrijn,
zaterdags moeten we netjes zijn!
Zaterdags moeten we in het bad,
zeven kinderen en een kat!
‘k Zal ze boenen, ‘k zal ze schrobben!
Twee pond soda in een tobbe.
Broekjes aan en schortjes voor,
’t gaat in ene moeite door.

Geen gedrein, zei moeder Katrijn,
zaterdags moeten ze aan de lijn!
Zeven kinderen en een kat,
allemaal zijn ze klets-kletsnat.
Niet zo sikkeneurig kijken,
als jullie droog zijn, zal ik je strijken,
’t is niet prettig, maar het moet!
Hang je lekker? Dan is ’t goed.

Nu het konijn, zei moeder Katrijn,
die zal ook wel smerig zijn,
ook ’t konijn moet in het bad,
net als de kinderen en de kat.
Maar ’t konijn zei: Later, later…
nu ben ik nog bang voor water,
‘k denk dat ik maar smerig blijf…
ik geen soda aan mijn lijf!

Fiedeldidein, zei moeder Katrijn,
als we maar gelukkig zijn.
Toen kreeg elk een pepermunt.
Dit is alles, kinderen. Punt.
In een tobbe en met soda, dat is lang geleden! Gelukkig hebben we tegenwoordig badschuim.

Annie M.G. Schmidt. Uit: Ziezo. Querido, 2004.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Zodra het eerste sprankje lentezon in maart
het staartje van de winter heeft gesmolten,
kijken Nederlandse meisjes
onder hun spaghettibandjes
om te zien of de zon
hun schouders al heeft verkleurd.
Jaap Robben in De nacht krekelt. De Geus, 2007

Tjielp tjielp – tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp – tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp

tjielp tjielp tjielp

Tjielp
         etc.
Een drukte van belang in tuin en bos. Werd tijd.
Jan Hanlo, Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is. Querido, 2007

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Winter,
je bent nu lang genoeg opgebleven!
Hop! Hop! De trap op!
Pyama aan en tandenpoetsen!
Kruip maar in de onderste lade van mijn bed,
toegedekt door wollen truien, sjaals en wanten.
Denk nog maar even aan hoe koud je was,
hoe wit en hoe streng je was
en hoe je iedereen – zelfs in hun allerdikste jassen –
rillen liet.
Heel goed!
Zing nog maar zacht van dat schaap met witte voeten.
Hoe zoet!
En droom dan
terwijl wij de lente begroeten,
zo mooi, zo diep en zo lang als je kan.
Linda Vogelesang in: Ik wil een naam van chocola, Querido 2009.

Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Wat zal ik aan je geven?
De zee? Dezelfde zon als elk jaar?
Of al mijn liefde in een doosje
Met wat pakpapier erom?
Ik sta met lege handen
Voor je
En haal mijn schouders op:
Ik kon gewoon niet kiezen!
Dichter: Gijs van der Hammen. Het gedicht komt – misschien, wie weet, stel je voor – in Querido’s derde Poëziespektakel dat in augustus uitkomt. Dit jaar heet het boek: ‘Wie heeft hier met verf lopen smijten’, uit een ander gedicht van Gijs. Klinkt goed.

O sjo’n mond vol apparaten
isj een sjware sjtvaf voor mij,
ik ga sjlisjen bij het pvaten
en ik sjpuug er ook nog bij.

En mijn moed sjinkt in mijn sjchoenen,
want het isj sjo’n sjtom gevoel,
en wie sjal me sjo nog sjoenen
met sjulk sjtaaldraad in mijn sjmoel.

Sjtangen die te sjtevig sjitten,
daarvan sjlaap ik sjteeds sjo sjlecht,
sjie ik als ik sjlaap gebitten,
sjchoon en sjterk en sjuperrecht.

En dan sjchveeuwen sjtemmen: Sjtakker,
wat een sjcheve rommelsjooi
en dan sjchvik ik sjwetend wakker.

Maar ik word sjo mooi, sjo mooi!
Joke van Leeuwen. Uit: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten, verzameld door Gerrit Komrij. Prometheus, 2007.
Vandaag begint de boekenweek. Mooie aanleiding om weer eens een boek te kopen. Het gedicht vandaag is van Joke van Leeuwen, die binnenkort de Gouden Ganzenveer 2010 krijgt. Academie De Gouden Ganzenveer vindt dat Joke van Leeuwen een belangrijke bijdrage levert aan het geschreven woord:  “In haar werk wordt zowel de wijsheid van het kind als het kind in de volwassene aangesproken”.

Dat was goed van jou!
Wat was goed van mij?
Nou, wat je gedaan hebt!
Wat heb ik dan gedaan?

Ik heb het water afgezet
ik heb het gas onder de ketel
dichtgedraaid: was dat
goed van mij?

Is dat het enige wat mijn vader
kan zeggen? Is dat het enige
wat ik goed kan doen?
Een knop omdraaien.
Remko Ekkers. In: De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten. Verzameld door Gerrit Komrij. Prometheus, 2007.