Mark Strand overleden

Begraaf je gezicht in je handen
Omdat we de rivier zijn overgestoken en de wind slechts
een uitrol van kleumende kou biedt en we ons mak hebben
aangepast en niet langer hopen op meer dan we kregen
en ons niet eens meer afvragen hoe we hier zijn beland,
laat het ons koud dat alles anders liep dan we verwachten.
Het is onmogelijk de mist waarin we leven te verdrijven,
te weten dat we weer een dag hebben verdragen. De stille
sneeuw van gedachten smelt al voor hij kan blijven liggen.
Geen mens weet waar we zijn. De poorten naar nergens
vermenigvuldigen zich en het heden is zo ver weg, zo
ontzettend ver weg.

Bury your face in your hands
Because we have crossed the river and the wind offers only
a numb coiling of cold and we have meekly adapted,
no  longer expecting more than we have been given, nor
wondering how it happened that we came tot his place, we
don’t mind that notthing turned out as we thought it might.
There is no way to clear the haze in which we live, no way
to know that we have undergone another day. The silent
snow of thought melts before it has a chance to stick. Where
we are is anyone’s guess. The gates to nowhere multiply and
the present is so far away, so deeply far away.
Mark Strand. Uit: Bijna onzichtbaar (Almost invisible). Vertaling: Wiljan van den Akker en Esther Jansma. Van Oorschot, 2011. 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *