Lentedag

‘Er zit een merel in de tuin.’

“Een kerel? “
‘Nee, een merel.
Twee merels.
Die bruine is een moeder.
Kijk, een nest vol
kleine hongerhalzen.
Die zwarte is een vader.’
“Een kater? “
‘Nee, een vader.’
“Nee echt, een dader, kater, daar,
er zit een kater in de tuin.”

Wiel Kusters. Uit: Zwemmen met je kleren aan. Scheurkalender jeugdpoëzie. Van Gennep, 2011.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *