Koude liefde. Edward van de Vendel

Ben je sneeuw, ijs, regen en kou al beu? Het kind in dit gedicht wel hoor.

Ik dacht dat ik verliefd was
op de winter.
Eind november
schreef ik briefjes:
‘Liefje,
hoe lang duurt het nog?
Waar blijf je?
Schrijf je
als je in de buurt bent?’
Nog geen uurtje later
kreeg ik antwoord:
zachte natte sneeuw
als kushandje, een teken.
Ik wist zeker
dat we nu wat hadden.
Maar laatst,
op onze schaatsbaan,
greep hij naar mijn handen –
ik had wel donzen wanten aan,
maar hij kneep er dwars doorheen
en liet niet los.
Ik riep nog:
‘Gossiemijne
dat doet pijn!’
Maar hij hield vast.
Hij zei: ‘Dat past toch bij verkering?
Handje houden?’
En toen maakte ik het uit.
Nu zit ik hier.
Ik heb een schrale huid,
ik ben verkouden
en ik heb geen liefje.
Kom,
ik schrijf de lente
eens een briefje.
Edward van de Vendel. In: Bijna alle sleutels. Querido, 1989. 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *