Het lied van de zwarte kater

 

Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren

Ik ben de kat Hieronymus
of eigenlijk de kater
Ik ben geen zachte lieve poes,
geen dot, geen schat, geen lieve snoes,
ik ben een mensenhater.

Mauw, maaauw, máááuw!

Wanneer je me soms aaien wil,
bedenk je dan maar tijdig.
Mijn snorren staan steeds recht omhoog
en toegeknepen is mijn oog,
want ik ben altijd nijdig.

Mauw, maaauw, máááuw!

Helaas, de tijd waarin ik leef,
dat is voor mij een slechte.
Wanneer ik vroeger had bestaan,
was ik in dienst bij een heks gegaan,
een onvervalste echte!

Mauw, maaauw, máááuw!
Hans Andreus. Uit: Waarom, daarom. Holland, 1967.
Tekst&tekening Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *