Held op sokken

Er woonde eens een ridder in een middeleeuws kasteel.
Hij had geen baard. Die baard was blijven steken in zijn keel.
Nu hadden in de middeleeuwen alle ridders baarden.
Die hoorden ze te hebben, net als harnassen en zwaarden.

Dus iedereen in het kasteel was even zwaar behaard,
alleen die ene ridder niet, die ridder zonder baard.

De ridder met de bruine baard won altijd elk toernooi,
dus elke jonkvrouw in het land vond bruine baarden mooi.

De ridder met de rode baard was goed in draken doden,
dus rode baarden waren toen ontzettend in de mode.

En ridders zonder baarden dan? Die telden dus niet mee.
Ze waren goed om bloed van dode draken op te dweilen,
om harnassen te poetsen en om zwaarden bij te vijlen,
om stallen uit te mesten, met gewone kleren aan,
om aardappels te schillen en om paarden te beslaan.
Bette Westera. Uit: Held op sokken. Illustraties Thé Tjong-King. Gottmer, 2013.
Stoer grappig, rijmend verhalend, middeleeuws modern: als twee grootmeesters samenwerken kunnen er mooie dingen ontstaan. In dit prentenboek bouwt de soepele rijmtaal van Bette Westera een feestje met de heldere tekeningen van Thé Tjong-King. 
Ridder Roderik telt niet mee. Hij mag geen draken verslaan of jonkvrouwen redden. Maar op een dag komt er een jonkvrouw op bezoek in het kasteel die: “kon geen held meer horen en ze kon geen baard meer zien”.  Maar dan ontdekt ze ridder Roderik. En die kan iets bijzonders. 
Modern sprookje waar jongens én meisjes én hun stoere ouders heel vrolijk van zullen worden. Leuke taalgrappen. Leeftijd: 4+

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *