Hazen vindt de mevrouw van de opvang het mooist.

Hazen zijn klaar om te rennen vanaf hun geboorte:
poten, oren, ogen al open, alles doet het meteen.
Geen dier is minder beschut dan een haas. Een haas
gaat slechts gekleed in weiland, in de afstand tussen
jou en hem. Een haas is naakt onder de hemel.
En egels vraag ik, hoe zit het met egels? Egels, zegt ze,
zijn kippig, traag, altijd aan het rommelen in de struiken
als kleine voddenboertjes. Ook mooi. Maar anders,
hulpelozer. Zoals ze proberen om hun zachtheid
te verstoppen in een fort van stekels. Hoe ze
er nooit in slagen te verdwijnen in zichzelf.
Hazen, zegt ze na een tijdje. Hazen zijn omgekeerde egels.
Ingmar Heytze. Uit: Ademhalen onder de maan. Podium, 2011.
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *