Gerrit Komrij is dood. Simpel verlangen
Ik zie je in de verte staan
Je hebt je mooiste kleren aan
Dat zie ik goed
Je zweeft me langzaam tegemoet
Een pop van glas, een zomergloed
Een wolk die groeit
Zo kom je uit de verte aan
Als in een voorgeschreven baan
Recht op me af
Je volgt gestaag en rechtdoorzee
De kortste lijn van a naar b
Ik ben de b
Ik ben de pool van een magneet
Je vult mijn blikveld en ik weet –
Zo moet het zijn
Je hebt je kleren uitgedaan
Nog even en ik raak je aan
Je bent dichtbij
Al wat me tegenzat verdween
De hele rotzooi om me heen
De gore troep
De as, de tranen op de stoep
De schaamte en het boegeroep
Verleden tijd
Nog even en je bent van mij
Er komt één lijf voor allebei
Eind van de reis
Maar ijskoud stap je door me heen
Ik voel een bries van top tot teen
Een huivering
Al eeuwen sta je achter mij
Van rug tot rug, het is voorbij
En nooit voorbij
Gerrit Komrij. Uit: Alle gedichten tot gisteren. Bezige Bij, 1994.
Ja, ontroerd ben ik