De liedjesatlas
Mijn vriend gaf mij een appel.
Mijn vriend gaf mij een peer.
Mijn vriend gaf mij een zoentje.
Toen gooide hij me neer.
Ik zei, hier is je appel.
Ik zei, hier is je peer.
Ik zei, hier is je zoen terug.
Toen gooide ik hem neer.
Ik greep hem bij zijn lurven.
Ik draaide hem in ’t rond.
Ik gooide hem naar Engeland
al in zijn blote kont.
Ik vroeg hem naar de film.
Dat wilde hij wel doen.
Toen ik vergat te kijken,
gaf’-ie mijn zus een zoen.
Ik kauwde toen mijn kauwgum
met speeksel kleddernat.
Toen hij vergat te kijken,
deed ik het op zijn gat.
Koos Meinderts. De liedjesatlas. 24 wereldliedjes. Tekeningen Annette Fienieg. Rubinstein, 2015.
In zijn blote kont met een gooi de zee op, dat zouden meer vrouwen met trouweloze mannen moeten doen. Bovenstaand liedje komt oorspronkelijk uit Australië, zoals alle liedjes in dit boek (op 1 na) traditionele volksliedjes van over de hele wereld zijn.
Liedjes, per werelddeel verdeeld, van Senegal tot Rusland, van Mexico tot Brazilie, die net als onze ‘Witte zwanen, zwarte zwanen’ en ‘Berend Botje’ meestal weinig inhoudelijks om het lijf hebben maar oh zo leuk zijn om te zingen. Blijkbaar is dat in elke cultuur hetzelfde, iets wat dit boek heel simpel maar effectief duidelijk maakt.
In de tekeningen valt veel te genieten. Fienieg smeedt de continenten aan elkaar met steeds terugkerende elementen van de zee, die immers de werelddelen omspoelt. Vissen, dolfijnen, schepen, zeemeerminnen en octopussen; wereldzeeën zijn geheimzinnige oorden.
Er zijn clichébeelden om een land snel te karakteriseren, zoals iedereen bij Nederland onmiddellijk aan tulpen en klompen denkt, zo gebruikt Fienieg rode lampions bij China en kangoeroes en koala’s bij Australië maar daar laat ze het niet bij. Sommige tekeningen bevatten lokale decoratieve patronen (Maori’s); met minimale middelen roept ze melancholie (Nieuw-Caledonië) of plezier (Nieuw-Zeeland) op en ze verstopt fijne grappen in de tekeningen zoals de molens (Don Quichot) bij het lied uit Spanje.
Er zijn clichébeelden om een land snel te karakteriseren, zoals iedereen bij Nederland onmiddellijk aan tulpen en klompen denkt, zo gebruikt Fienieg rode lampions bij China en kangoeroes en koala’s bij Australië maar daar laat ze het niet bij. Sommige tekeningen bevatten lokale decoratieve patronen (Maori’s); met minimale middelen roept ze melancholie (Nieuw-Caledonië) of plezier (Nieuw-Zeeland) op en ze verstopt fijne grappen in de tekeningen zoals de molens (Don Quichot) bij het lied uit Spanje.
Koos Meinderts vertaalde en bewerkte de teksten, meestal vanuit het Engels of Spaans, op de hem eigen uitgelezen manier, tot soepel lopende verzen.
Via de bijgeleverde cd zing je ze zo mee, Thijs Borsten arrangeerde, Leine en Peer de Graaf zingen.
Via de bijgeleverde cd zing je ze zo mee, Thijs Borsten arrangeerde, Leine en Peer de Graaf zingen.
Dit boek is een ode aan de lokale liedcultuur. Dat er wereldwijd meer mensen in lawaaiige steden vol smog en auto´s wonen dan in lege landschappen vol bessen, bomen en ganzen zie je in dit boek dus niet terug. Een dikke 8.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!