Dit is een raar boek. Een leuk raar boek. Omdat het anders is dan de meeste andere boeken. Het is tegelijkertijd een verhaal over Sofie die heeeeel veel van pinguïns houdt, een verhaalstripboek, een feitjes-over-pinguïnsboek, een fotostripboek en in strip de dvd ‘De Mars van de keizerspinguïn’.
Dus als je van pinguïns houdt vind je dit boek vast geweldig. Als je niet van pinguïns houdt maar wel van strips waarschijnlijk ook. Het verhaal van Sofie is licht droeverig maar niet zo heel erg, de striptekeningen zijn grappig, de pinguïnfeitjes leuk voor je spreekbeurt, het fotostripverhaal wéird (dat betekent ‘raar’).
Edward van de Vendel is de schrijver en voor de zoveelste keer is het hem gelukt om een ‘ander soort kinderboek’ te maken, samen met tekenaar Floor de Goede en fotostripmakers Willem en Ype. Met de stripgedichtenboeken ‘Opa laat zijn tenen zien’ en ‘Draken met stekkers’ heeft hij al eerder kinderboeken gemaakt die er nog niet waren. Dus wil je weten wat hij nu weer voor nieuws heeft gemaakt dan moet je ‘Sofie en de pinguïns’ lezen.
Sofie en de pinguïns door Edward van de Vendel. Tekeningen Floor de Goede, fotostrips Ype en Willem. Querido, 2010.
met mijn mooie fiets
Prachtige tekeningen in dromerige, poëtische sfeer in dit poëzieprentenboek voor peuters en kleuters. Marit Törnqvist maakte ze bij de in Zweden bekende liedjes van Jujja Wieslander. Hans en Monique Hagen bewerkten ze naar het Nederlands.
De platen en versjes scheppen een landelijke, lege wereld waar kinderen veel ruimte, bomen, velden en dieren tot hun beschikking hebben, genoeglijke huizen met tuinen vol wapperend wasgoed en bankjes waar oude mannetjes op zitten. De meeste kinderen leven niet meer in zo’n wereld, maar ze er naar laten verlangen kan natuurlijk altijd.
Jij en ik en mijn rode fiets. Liedjes van Jujja Wieslander, bewerkt door Hans en Monique Hagen, illustraties Marit Törnqvist. Querido, 2010. De gelijknamige liedjes-cd met arrangementen van Floor Minnaert is verkrijgbaar bij uitgeverij Rubinstein.
In het Codamuseum in Apeldoorn kun je op de tentoonstelling ‘Hottentottenteken’ de tekeningen trouwens in het echt bekijken en ook schetsen vooraf en mislukte tekeningen. Én je vindt er de echte striptekeningen met gedichten van Edward van de Vendel en Floor de Goede, die sommige van jullie al kennen, bijvoorbeeld via dit weblog.
Doe mee met de tekenwedstrijd en win een door Marit gesigneerd boek of een pakket boeken. http://www.coda-apeldoorn.nl/tentoonstellingen/coda-museum/hottentottentekententoonstelling/
“Ga voor de spiegel staan en bekijk je gezicht. Lik van een citroen. Verandert er iets?
Neem nu een flinke hap uit je citroen. En nog een. Denk aan witlof, nagels die over een schoolbord gaan en soep van wc-blokjes. Zoals jouw gezicht nu staat, zo kijken de broers Harry en Huibert Zuur altijd. En dat vinden ze nog fijn ook!”
Een dichter die een verhaal schrijft, daar word je nieuwsgierig van. Jaap Robben is zo’n dichter. Gisteren was in kinderboekenwinkel ‘Een boek van Auke’ in Nijmegen de presentatie van zijn nieuwste boek ‘De Zuurtjes’. Jaap las een stukje voor uit het boek, Benjamin Leroy tekende ter plekke een paar van zijn fenomenaal grappige, preciese, bijtende tekeningen, dichter Linda Vogelesang droeg haar gedichten voor, zangeres Kiki Schippers zong vrolijke liedjes van Harry Jekkers en Annie M.G. Schmidt en duizendpoot Noël Josemans speelde erbij op zijn gitaar.
Kinderen en grote mensen aten zoete frambozen, aardbeien, bramen en andere hapjes en lieten Jaap en Benjamin hun naam in het boek schrijven. De Nijmeegse tv filmde alles. Een boel activiteiten voor één nieuw boek. Maar het is een GEK boek, een wrang boek, een zuur boek, een grappig boek. Ik moest heel hard lachen om het stukje dat Jaap voorlas. Jaap en Benjamin kregen azijnsoep met accuzuur om te toasten op hun nieuwe boek. De enige hond in de winkel ging meekreunen. Alles was gek, gek lekker gek.
Als je wilt weten hoe gek, lees dan het stukje hieronder. Het staat ook op de speciale website van De Zuurtjes http://www.dezuurtjes.nl/.
“Een nieuwe dag
Voor de meeste mensen begint een dag zodra hun wekker rinkelt. Voor Harry en Huibert niet. Die zijn dan allang wakker.
Op de rand van het bed wachten ze met hun voeten op de koude vloer. Ze tellen de secondes af tot ze kunnen luisteren naar het prachtige gekrijs van hun wekker. Vervolgens vissen ze hun kunstgebitten uit de bekers azijn op het nachtkastje en schuiven de tanden in hun mond.
Als ontbijt eten ze zure haring. Die spoelen ze weg met witlofthee en en scheutje augurkensap. De Zuurtjes ontbijten altijd heel gehaast, hoewel ze nooit ergens op tijd hoeven te zijn.
Harry en Huibert hebben het elke dag druk met precies dezelfde dingen.
..Om stipt kwart voor vijf is het tijd voor het dagelijkse klachtenkwartiertje van het gemeentehuis. ‘U spreekt met H. Zuur. Mijn broer H. Zuur en ik hebben klachten. Om twaalf uur tien vloog er een ongewenste vlinder door de straat. Tegen het verkeer in nota bene! Vanochtend floten de vogels alweer vroeger dan gisteren! Wij eisen een snavelklem voor elke vogel. En een boete voor fluitoverlast! Een buitenspeelbekeuring voor de voetbaljongens. Enwewillendatdezonvoortaanvierkantis.Engratisflessenspeelgoedgiftegendeball..
Meestal is er allang opgehangen. Dat maakt de Zuurtjes niks uit, zo gaat het elke dag. En wanneer iets elke dag gebeurt, ga je vanzelf denken dat het zo hoort.
Na het avondeten kijken Harry en Huibert plaatjes in hun kunstgebittentijdschrift. Vervolgens lopen ze met hun tanden in een beker verse azijn de trap op. Nog voor het donker wordt, liggen ze onder hun prikdekens en vallen in slaap.
Zo hobbelt het leven van de Zuurtjes voort als een fiets met vierkante wielen. Altijd onderweg naar precies eenzelfde dag. Maar morgen niet. Dan gaan de Zuurtjes op hun jaarlijkse vakantie. En daar hebben ze – net als andere jaren – totáál geen zin in.”
De Zuurtjes. Tekst Jaap Robben, illustraties Benjamin Leroy. De Geus, 2010.
http://jaaprobben.wordpress.com/
http://www.merel-benjamin.be/
http://www.dezuurtjes.nl/
Goede recensie over De Zuurtjes: http://www.jaapleest.nl/
Of:
Of
Of of of. Ted van Lieshouts ‘Hou van mij’ is één doorlopend feest van sterke, stoere, lieve, grappige, verdrietige, heftige, mooie gedichten en prachtige illustraties. ‘Bijna alle gedichten en veel beelden 1984-2009’ is de ondertitel. Al die gedichten die zo langzamerhand tot ons collectieve geheugen zijn gaan horen, zoals “Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen” bijvoorbeeld, staan er in en ook een heleboel gedichten die je waarschijnlijk nog nooit gelezen hebt. Tenzij je al Teds bundels in de kast hebt staan, en zelfs dan.
Ted van Lieshout. Hou van mij. Leopold, 2009.
Leendert Witvliet leest ‘Paarden voor de ramen’ |
Zie tedvanlieshout.web-log.nl |
‘Waaien’ |
Diet Groothuis.
Roodkapje was een toffe meid en volgens de boeken
droeg ze om haar hoofd altijd mooie rooie doeken.
Ze had een zieke oma, dus die ging ze bezoeken,
met een joekel van een rugzak met appelpannenkoeken.
Zo stapte Roodkapje relaxed door het bos.
Ze plukte bloemen in het mos en ze zong erop los.
Toen kwam er een wolf en die zei: ‘Im the boss!
Jij loopt fout, ach gos.’ Hij was sluw als een vos.
Dus Roodkapje liep om en die wolf ondertussen
verkleedde zich haastig als een van haar zussen.
Zo ging hij die oma in slaap zitten sussen.
Toen vrat hij haar op en hij dook op haar kussen.
Na een half uurtje kwam Roodkapje binnenwippen.
Ze zei; ‘Hoi oma, je moet je haar eens laten knippen.’
De wolf zei: ‘Ha kipje,’ en hij likte zijn lippen.
Hij slokte haar op, voor ze kon ontglippen.
Toen viel hij in slaap, maar langs het huis liep een Turk.
Die stampte naar binnen, want hij hoorde gesnurk.
Hij dacht: dat is maf, een wolf in een jurk.
Ik snij ‘m ’s open, die vieze vuile schurk.’
Roodkapje was verkreukeld, maar ze had geen centje pijn.
De Turk vroeg haar ten huwelijk en het werd een festijn.
Ze kreeg een jurk van satijn en een ring met een robijn.
En de wolf moest voor straf bruidsmeisje zijn.
Marjet Huibers. Uit: Roodkapje was een toffe meid, stoere sprookjes om te rappen. Illustraties Wendy Panders, cd van rapper Benaïssa Linger. Gottmer, 2010.
Overbekend sprookje in hippe straattaal. Soortgelijke Sneeuwwitje, Hans en Grietje, Doornroosje, Repelsteeltje, Assepoester en De wolf en de zeven geitjes: ze staan allemaal in het boek ‘Roodkapje was een toffe meid’. Sneeuwwitje trouwt niet met de prins, Assepoester gaat met de fee naar een villa in Spanje en Hans en Grietje beginnen een snoepwinkel in het huis van de heks.
De bij de teksten passende tekeningen, rebusgrappen in de sprookjes en een cd met de raps op muziek inclusief karaokeversie maken er een vrolijk geheel van.
Leeftijd: 6+
Er was eens een kikker met knalgroene poten
die dol was op zwemmen in poelen en sloten,
die prachtig kon kwaken, die dol was op kroos.
En tóch was er met deze kikker iets loos.
Hij zwom en hij kwaakte en meer van die dingen,
maar…hij kon niet springen!
Als iedereen zwom, zat hij stil aan de kant.
Hij dorst niet te springen, hij bleef op het land.
Als iedereen zwom, zat hij stil op het droge
met echt zo’n on-kikkerse blik in zijn ogen.
De andere kikkertjes riepen: ‘Kom op!
Het is heus niet moeilijk. Wij vangen je op!’
Maar…hij sprong niet.
Hij fluisterde: ‘Springen, daar kan ik niet tegen.
Ik houd er niet van mij zo wild te bewegen.
Ik ga niet van hups, ik ga pootje voor pootje.
Ik spring niet, ik duik niet, ik stáp in het slootje.’
En daar ging ‘ie.
Toen riepen de kikkers: ‘Nu is het bewezen.
Je springt niet, dus kun je geen kikkertje wezen.’
Geen kikkertje, ik? – dacht de kikker. Ach wat.
Hij klaagde zijn nood bij de vroedmeesterpad.
‘U zit,’ zei de vroedmeesterpad, ‘in een crisis.
U weet niet precies wie u bent. Mijn advies is…
…doe de kikkerproef’!’
‘Oké,’ zei de kikker. ‘U zult het wel weten.’
De pad sloeg meteen aan het wegen en meten.
Hij vroeg hoe hij sliep, hoe hij liep, hoe hij zat,
en wat hij het liefst op zijn boterham at.
En of hij goed kwaakte (dat heette een stemtest).
En of hij de vlinderslag kon zonder zwemvest.
En dit was de uitslag: ‘Kort samengevat,
u lijkt op een kikker en doet als een pad.’
‘O jee,’ zei de kikker, ‘dat klinkt tegenstrijdig.’
‘Misschien,’ zei de pad. ‘Noem het liever veelzijdig.
Veelzijdig is mooi. Daar is heus niks mee mis.
Geloof me, u bent zo gezond als een vis.’
En springt hij nog steeds niet, die kikker? Welnee!
Maar…hij zit er niet mee.
In dit grote, fijne hebbeboek ‘Ik leer je liedjes van verlangen, en aan je apenstaartje hangen’ staan nog 46 van zulke vrolijke verhalen op rijm. Behalve de veelzijdige kikker is er een verkleumde kwal op het strand, een verliefde eendagsvlieg, een wonderdokterdolfijn en een dansende vogelspin “met zwarte haren op haar kin en grote, zwarte poten”. Door de veellagigheid zijn de gedichten voor kinderen en grote mensen leuk, al is de taal hier en daar een beetje plechtig of ouderwets. Nou ja, goed voor het vergroten van je woordenschat.
De illustraties, een mix van romantisch kleurrijke aquarellen en strakke, grappige computertekeningen, van Sylvia Weve zijn geWELDig!
Bette Westera, uit: Ik leer je liedjes van verlangen, en aan je apenstaartje hangen. Illustraties Sylvia Weve. Gottmer, 2010.
Oude bekenden als Linda Vogelesang, Koos Meinderts, Johanna Kruit , bekende dichters als Edward van de Vendel, Eva Gerlach en Toon Tellegen en nieuwkomers als Annet Bremen, Elfie Tromp en Elske Kampen laten je kijken op een manier die altijd net even anders is dan je gewend bent. Ted van Lieshout heeft de gedichten zo op de pagina’s gezet dat ze met elkaar in discussie gaan, elkaar een schop verkopen of juist de lucht in tillen.
Het blijft spijtig dat de illustraties alleen in blauw, zwart en wit zijn. De verschillende tekenstijlen van de illustratoren komen er toch goed uit. Eén kritiekpunt: de belabberde index. Jammer dat je niet gewoon op naam van dichters en tekenaars of op titel kunt zoeken.
Douwe Anne, Veerle en Maartje hebben leuke gedichten gemaakt. Dank je wel! Verliefd
Ik wemel van de vlinders!
Meestal ben je ginders
dan weer hier en dan weer daar
bij jouw ben ik in de hemel
vandaar al dat gewemel
van de vlinders in mijn buik
je ogen zijn zo mooi blauw,
zo blauw als in de hemel
vandaar al dat gewemel
van de vlinders in mijn buik
je haren schitteren
in het licht van de hemel
vandaar al dat gewemel
van de vlinders in mijn buik
je lacht zo grappig
ik beland in de hemel
vandaar al dat gewemel
van de vlinders in mijn buik
Douwe Anne (12)
Met de Fiets
Mijn fiets is gek van de zon
hij vliegt daar altijd naar toe.
Mijn fiets kan mij verstaan, dus ik zeg:
fiets, nu naar beneden.
Zo kwam ik hier.
Veerle (7)
Onderzeeër
Het voelt lekker zacht onder mijn billen
Naast mij zwemmen allerlij waterdieren
Daar zwemt ook een mens. Zou die opgegeten
worden door die haai daar?
He, he, zien ze mïj nou wel?
Mijn onderzeeër moet opvallen.
Rood met groene stippen, dat
moeten ze wel zien, toch?
Maartje (11)
Taadaaa! Querido’s derde Poëziespektakel “Wie heeft hier met verf lopen smijten?” is uit, stampvol spannende kindergedichten met nagelnieuw werk van Nederlandse en Vlaamse dichters als Toon Tellegen, André Sollie, Simon van der Geest, Gil vander Heyden, Edward van de Vendel, Linda Vogelesang, Rian Visser en mijzelf.
Negenentwintig illustratoren doen in tekeningen hun verhaal, van Mance Post en Geert Vervaeke tot Philip Hopman en Benjamin Leroy tot nieuwe talenten als Pyhai, Merel Boers en Korneel Detailleur.
Querido’s Poëziespektakel 3: “Wie heeft hier met verf lopen smijten?” Samenstelling Ted van Lieshout, Querido, 2010.