Vooruit, pas op, maak baan!
Boer Boris komt eraan!

Met Boer Boris in de cabine
van deze machtige machine
gaat het vast en zeker lukken
om de appeltjes te plukken.

[…]

Trap op de rem! Er is gevaar!
Je botst bijna op elkaar!

Boer Boris, start de motor maar,
de motor van de hakselaar!

Zusje Sam kan de maaimachine
met haar ene hand bedienen.
Met haar andere zwaait ze blij.

Zo gaat het op de boerderij.
Er is alweer een dag voorbij.
Ted van Lieshout. Uit: Boer Boris start de motor. Tekeningen Philip Hopman. Gottmer, 2021.
De emanciperende werking van de immens populaire Boer Boris-serie op kinderen kan niet genoeg op waarde worden geschat. Boeren en boerderijen zijn spannend en leuk, meisjes en jongens doen dezelfde dingen, zoals grote zware machines bedienen. En flink aanpakken, groente en fruit eten en veel buiten zijn spreken vanzelf. Hopelijk werkt dat door in hun eigen leven.
In dit kartonnen uitklapboek komen alle vaste Boer Boris-elementen voorbij, maar kun je de pagina’s ook nog eens uitklappen. Vrolijke verrassing voor de kleine fans!
Leeftijd 2+

De rover Hoepsika had geen moeder meer. Daar moest hij wel eens om huilen – als rover – want toen zijn moeder nog leefde, was hij een braaf jongetje. Een heel braaf jongetje op keurig gepoetste schoentjes en in witte sokjes waar nooit een vlek op kwam.
Maar de dag waarop zijn moeder stierf was Hoepsika rover geworden, ineens. Hij kocht een paard en laarzen met zilveren sporen en galoppeerde luid zingend de landweg op, bang voor niks en niemand. ‘Ik ben rover!’ riep hij, en nam beleefd zijn hoed af voor iedereen die hij tegenkwam. Behalve wanneer het een koets vol rijke mensen was. Dan wierp Hoepsika een lasso over de kop van de koetsier, trok hem van de bok in het zand, sprong in volle galop van zijn eigen paard op het voorste paard van de koets en leidde het hele span naar een stille plek. Daar hield hij halt, opende de deur van de koets, nam beleefd zijn hoed af en zei: ‘Goedemiddag dames en heren, uw geld alstublieft.’
[…]
Paul Biegel. Uit: De rover Hoepsika. Tekeningen Carl Hollander. Gottmer, 2021. 
Onsterfelijk begin van een onsterfelijk boek, dat opnieuw voor alle nieuwe lezers van nu is uitgegeven. Het verhaal over de beleefde bandiet die, als een eigentijdse Robin Hood, alleen van de rijken steelt verveelt nooit en de tekeningen van Carl Hollander zijn al even onsterfelijk als het verhaal. Sommige grote platen zijn speciaal voor deze heruitgave ingekleurd.
Leeftijd 6+

kamperen
krekel in mijn slaapzak
zandvlo in mijn badpak
zweefvlieg op mijn nachthemd
adder in de voortent
kikker op het tentdoek
sprinkhaan in mijn tuinbroek

met de tent op de hei –
veel te veel natuur voor mij
Suzanne Weterings. Uit: Een krekel in mijn slaapzak. Versjes over de natuur. Tekeningen Annette Fienieg. Querido, 2021.
Vierentwintig versjes over een blaasbloem, de sterrenhemel, een zingende merel en  blote voeten in het zand. Over kevers en blubberpaadjes en een bootjesblaadje met een mier erop. Met zonnige tekeningen erbij van een paddenstoel,  paardenbloemenpluis en mensen die blij of verwonderd rondstappen tussen al dat moois, met steeds de brede lucht als verbindende factor.
De, soms flink in het ritme haperende, versjes roepen kinderen op goed om zich heen te kijken, aandachtig te luisteren en te voelen wat er allemaal  beweegt en gebeurt, in het klein en in het groot. En vooral, om daar met volle teugen van te genieten.
Leeftijd: 4+

[…]
Ze opende haar ogen.
‘JIE!’ hoorde ze weer.
Daar, buiten, zat het zwaluwtje dat haar al eerder had gered.
‘Jie,’ piepte het, ‘ik help je wel.’
Jie, die Nayotake no Kaguya-hime werd genoemd, kon weer ademhalen! Ze zei: ‘O vogeltje, o ja, ik heb je hulp nodig!’
Ze opende het grote raam en stak haar arm uit.
Het zwaluwtje vloog weg – niet ver, niet ver. Alsof het haar liet zien waar ze naartoe moest gaan.
Nayotake no Kaguya-hime stapte uit het raam, over de rand van de veranda, tot in de achtertuin.
‘O vogeltje,’ zei ze, en trok haar blauwe jurk recht.
‘Waar ben je, vogeltje?’ […]
Edward van de Vendel. Uit: Het bamboemeisje. Illustraties Mattias De Leeuw. Querido, 2021.
Het predikaat ‘graphic novel’ klinkt trendy en is correct maar doet dit boek ook te weinig recht. Het verhaal is namelijk ook een sprookje, over liefde, en trouw, van 250 pagina’s lang in de fijnste, zachtzinnigste woorden die onze taal kent, en  de liefste, sprekendste beelden die je maar kunt oproepen, gelardeerd met geraffineerde, veelal groene en blauwe, waterverfprenten die aan kalligrafie doen denken.
Edward van de Vendel vertelt het verhaal van het mooie, kleine meisje tussen de bamboe op meesterlijke wijze in korte, herhalende zinnen met af en toe rijm, waarin het wonderlijke verhaal prachtig kan openbloeien. Mattias De Leeuw voegt zijn prenten moeiteloos in, in een sfeervolle, zachte beeldentaal.
Dit is zo’n boek dat maar af en toe eens verschijnt, om te koesteren, om bij je te dragen en om vaak open te slaan.
Leeftijd: 10+

Slaap
‘Je hoeft alleen maar te liggen
met je ogen dicht,’ zegt de das
‘dan kunnen we overal naartoe

waar slaap precies van gemaakt is weet ik niet
maar slapen bestaat uit wolken kleurige waterverf
avonturen in een dassenburcht
eilanden in de vorm van draken
het is de glans van libellevleugels in de zon

‘ik breng je naar huis’, fluistert de das

ik trek de sok van mijn hand
leg hem naast mijn kussen

‘je mag nu weer mensendingen gaan doen
in een echt mensenbed
dan doe ik dassendingen in een dassenburcht
maar je bent niet alleen
doe je ogen maar dicht, ga lekker liggen
want in je hoofd kunnen we overal samen heen’

Hanneke van Eijken. Uit: Waar slaap van gemaakt is. Illustraties Pauline Phoa. Uitgeverij crU, 2021.
Dit jaar was er opnieuw een alternatief poëziegeschenk van uitgeverij crU voor in de poëzieweek.  Het officiële geschenk werd geschreven door Maud Vanhauwaert en Rodaan al Galidi, maar ook dit alternatieve bundeltje is een origineel feest voor oog en oor. Heel bijzonder: de gedichten zijn speciaal (maar niet alleen) voor kinderen die niet kunnen slapen. Ze  voeren ons, in diverse stadia van wakker liggen  en in het gezelschap van een das, mee op een zintuiglijke reis naar een strand, een eiland, over mistige velden en langs een zingende wind en werkelijk overal zijn dieren. Fijne, rustige, kalme dieren zoals schelpdieren, maar ook schreeuwende papegaaiduikers en meeuwen. Totdat we tenslotte in de dassenburcht, opgerold tegen een rustig ademende dassenbuik,  in slaap mogen vallen.
Heerlijke gedichten om op je nachtkastje te leggen of aan elkaar voor te lezen voor het slapen gaan. De vrolijke, speelse tekeningen verhogen zondermeer het rustgevende karakter van dit boekje.