Als je ver naar het zuiden reist, kom je aan de blauwe zee. Die is er niet altijd geweest, want vroeger lagen daar de koperen bergen, die overdag zo fel in de zon schitterden dat je er niet naar kon kijken. In die bergen was een deur die toegang gaf tot een burcht vol koperen gangen en zalen en in die burcht woonde de oude koning Mansolein.
[…]
Paul Biegel. Uit: Het sleutelkruid. Illustraties Linde Faas. Gottmer, 2020. 
Een heerlijk begin van raamvertelling Het Sleutelkruid  van meesterverteller Paul Biegel, dat hij voor het eerst uitbracht in 1964 en dat meteen een Gouden Griffel won.
Uitgeverij Gottmer bracht het, samen met twee andere Gouden Griffel Biegeltitels, dit jaar opnieuw uit, vers  getekend door Linde Faas, om zo een nieuwe generatie lezers enthousiast te maken voor de grote verbeeldingskracht van deze schrijver.
Het allerverrassendste is dat er geen versleten woorden in de boeken staan. Elk woord past precies en past ook in deze tijd. Dan kun je schrijven! Faas’ dromerige tekeningen roepen precies de juiste sfeer op bij de magie van de sprookjesachtige verhalen.

Zeg me
Zeg me dat de avond valt,
Zeg me dat de maan schijnt,

Zeg me dat alles tussen dag en nacht,
Zeg me dat het licht na de nacht.

Zeg me hoe het licht te bevatten,
Zeg me hoe de onrust te benutten.

Zeg me de gebroken stukjes stucwerk,
Zeg me de schitteringen in de ruit,

Zeg me wanneer de bussen rijden,
Zeg me wanneer de straten golven.

Zeg me de overbodige lampen,
Zeg me de geïnteresseerde touwen.

Zeg me waar je de mooiste kersen haalt,
Zeg me waar je de zachtste schaduw laat,

Zeg me de vingers voor het stopwerk,
Zeg me alles in de buiging van wat open is.
Arjen Duinker. Uit: Woorden temmen van kop tot teen. Poëzie ontdekken zelf gedichten schrijven met Charlotte van den Broeck en Jeroen Dera (redactie Kila van der Starre). Grange Fontaine, 2020.
Poëzie bij jonge lezers (14+)  brengen zonder al te veel uit te leggen, maar wel met lees-, denk- en doe-opdrachten. Dat is in het kort de missie van dit boek, net als het voorgaande Woorden temmen, 24 uur in het licht van Kila & Babsie uit 2018, eveneens van deze uitgever.
De samenstellers, zelf dichter en literatuurwetenschapper, schrijven in hun voorwoord dat ze samen met de lezer op zoek willen naar het ‘iets’ en ‘alles’ dat in poëzie tot uitdrukking kan komen. Niet om een gedicht te kraken, ‘een gedicht is geen cryptogram’, maar om te ontdekken ‘hoeveel kanten je met een gedicht uit kunt.’ Ze vertellen waarom een gedicht hen persoonlijk raakt, stellen vragen over de taal en de gebruikte begrippen in het gedicht en geven een toelichting. Ze moedigen de lezer ook aan zelf gedichten te schrijven en geven daar tips en voorzetjes voor.
Dat zijn fantastische doelen en elke poging daartoe verdient steun en enthousiasme.
Vraagtekens kun je hebben bij de dit keer gekozen gedichten. Er zijn legio eenvoudiger gedichten denkbaar waarmee het doel mogelijk beter bereikt wordt, de gedichten in deze Woorden temmen zijn stuk voor stuk behoorlijk lastig te doorgronden en dat werkt mogelijk niet uitnodigend. Maar voor schrijfdocenten is dit een ongelooflijk fijn boek.
Leeftijd officieel 14+