Een groene golf, ken je dat? Je zit op de fiets en alle stoplichten springen op groen wanneer jij langsfietst. Je bent precies op het juiste moment gestart met fietsen en je verplaatst je met de perfecte snelheid.
Brandganzen maken natuurlijk geen gebruik van stoplichten, maar ze volgen wel een groene golf.
[…]
Als ze overvliegen zie je mooi de scherpe scheiding tussen hun lichte buik en zwarte hals. Ze maken een kort gakkend geluid, net als een groep keffende hondjes. Ze hebben gebroed in het noorden van Rusland, niet ver van de Noordpool. Het gras is daar nu op en het land verdwijnt onder een dikke laag sneeuw. Daarom komen ze naar Nederland, want hier is voldoende groen gras om de winter door te komen.
Uit: Kwie kwie kwie kwie kwie. Een boek vol vogelverhalen. Camilla Dreef. Illustraties Liset Celie. Uitgeverij Nieuwezijds, 2018.
Vogelverhalen uit eigen ervaring, voor jonge vogelfans: samengevat is dat de missie van dit boek.
Bioloog Camilla Dreef, blijkens de flaptekst bekend als ambassadeur van Vogelbescherming en televisieprogramma’s Binnenstebuiten en In de ban van de condor, neemt haar lezers mee in haar eigen vogelbelevenissen en deelt en passant feiten en weetjes over de vogels met haar lezers.
Prima boek voor wie als beginnend vogelaar luchtige, informatieve verhaaltjes over vogels, hun leefomgeving en hun gewoontes zoekt.
Jammer dat dat in zulke saaie, verbeeldingsarme taal gebeurt. Iets hogere eisen aan de schrijfstijl en een strenge eindredactie hadden veel uitgemaakt.
Ook een wat spannender vormgeving en het opknippen van de lange lappen tekst in kortere fragmenten hadden het boek goed gedaan.
De stripachtige, hippe en kleurige vogeltekeningen, toch heel herkenbaar en bruikbaar, van Liset Celie maken veel goed.
Leeftijd: 8+

Sorry juf, we moeten even
klieren, stieren, giechelgieren,
pennentikken, grinnikhikken,
wiebelstoelen, juichen, joelen.

Sorry juf, we zijn daarnet
allemaal stuk voor stuk besmet
met de gekke giebelgriep.
Pillen of drankjes helpen ons niet.

Laat ons daarom springen, schreeuwen, razen.
Laat ons maar raar en gek doen, dwazen.
Laat ons even rennen, hollen, sjezen.
Dan zijn wij het snelst genezen.
Linda Vogelesang. Uit: Gekke giebelgriep. Illustraties Natascha Stenvert. Zwijssen, 2018.
Wat gebeurt er allemaal in de klas, op zomaar een willekeurige schooldag? Iemand maakt alvast spiekbriefjes voor de toets van morgen, twee kinderen krijgen hevige ruzie maar vinden elkaar eigenlijk heel leuk, een kind vindt trefbal met gym hartstikke eng, een ander kind maakt zich zorgen over zijn zieke opa en kan dus niet opletten, iemand heeft een spreekbeurt maar is zo verlegen dat ze nauwelijks uit haar woorden komt en als juf voorleest is de hele klas betoverd.
Linda Vogelesang brengt met haar verzen de drukte en emoties van elke dag in een klas mooi tot leven. Natascha Stenvert maakt er stripboekachtige tekeningen bij.

Leeftijd: 7+

gemeenschap
we doen ons best, hoor.
dat zijn fijne mensen.
en ik ben er blij mee.
we zongen en we praatten
dat gaf gemeenschap,
dat heeft een mens nodig.
wij zijn ook mensen die van leven houden.
ik hoor bij alle mensen
om heel gewoon te zijn.

– – –

heel gewoon
we eten en we drinken.
we zingen en we lachen en we praten.
en huilen doen we ook zo op z’n tijd,
dat hoort erbij.

wij houden van het leven.
wij doen ons best
om heel gewoon erbij te zijn,
soms droevig en soms blij te zijn.
hoe heel gewoon ben jij?
Joke Aarnink, Marie van Dam, Jaap Jacobs & Henk Rijneveld, bewoners van een Amsterdams verpleeghuis/Bette Westera. Uit: Een beetje boos mag best. Tekeningen Sylvia Weve. Samenstelling Paula Irik. Uitgeverij Elikster, 2018.

Teksten van mensen met dementie ofwel teksten in ‘dementees’  staan er in dit boek: “een schatkamer boordevol rijkdom”.  ‘Dementees’ lijkt net poëzie, stelde geestelijk verzorger Paula Irik vast, die de teksten verzamelde en selecteerde.
Dementees doet een beroep op de verbeeldingskracht en het inlevingsvermogen, het gevoel voor symboliek en zingeving van luisteraar of gesprekspartner.  Wie die moeite neemt kan het gangbare idee van ‘wartaal’ van dementeren meteen loslaten en meebewegen op de vloeibare zeggingskracht en schoonheid die de woorden van dementerenden vaak hebben.
In het boek is de tekst op de linkerpagina van een van de vier hierboven genoemde bewoners van een verpleeghuis in Amsterdam. Rechts staat telkens een gedicht van Bette Westera, die een paar zinnen uit de linkertekst koos en daarmee haar eigen gedicht maakte.
Verrassend hoe sterk de ‘dementese’ teksten zijn, hoe klankrijk, betekenisvol en veelzeggend. ‘Hier heb ik niets aan toe te voegen’ dacht Westera aanvankelijk maar ging toch aan de slag. ‘Een feest om te doen’ was haar conclusie achteraf.
Een feest zijn de teksten ook om te lezen. Dit boek kan hulpverleners, familieleden en vrienden van mensen met dementie helpen in hun communicatie met hun geliefden en cliënten.
De prachtige, kleurrijke tekeningen van Sylvia Weve, soms grappig, soms indringend, maken de gedichten af, voegen een dimensie toe.

Stilte
En na de oorlog
vervangt de stilte hun zoon.
Een kerkhof het veld.

En na de oorlog
vervangt de stilte hun zoon.
Wijl vogels zingen.

Nacht
Tot diep in de nacht,
het klaaglijke kermen van
half gesneuvelden.

Tot diep in de nacht,
het smekken van de ratten
in het niemandsland.

Voor jaarsbloeiers
Lente, middenin
het kapotgeschoten bos
de voorjaarsbloeiers.

En jaren later
nog een oorlogshelm tussen
de voorjaarsbloeiers.

Jongeren
Een bus jongeren,
in stilte met hun smartphones.
In de loopgraven.

Een bus jongeren,
bijna zo oud als zij toen.
Tussen de kruisjes.
Geert de Kockere. Uit: En na de oorlog. Tekeningen Nelleke Verhoeff. De Eenhoorn, 2018. 
Speciaal ter gelegenheid van de herdenking van 100 jaar einde van de Eerste Wereldoorlog (11-11-2018) schreef Geert de Kockere 100 aangrijpende haiku’s over de oorlog.
Wie jongeren wil doordringen van de zinloze ellende die oorlog is, laat ze kennismaken met deze korte maar erg indringende gedichten.
Heel geschikt ook voor gebruik in het onderwijs, tijdens geschiedenislessen of juist taal- of poëzielessen. Niet alle gedichten zijn luchtig, en niet alle gedichten zijn moeilijk, blijkt maar weer eens uit dit boekje met sobere sfeertekeningen bij de gedichten.
Leeftijd: 12+

De 3 spinsters
‘Ik wil niet!’ roept Lies.
‘Je moet!’ gilt mama.
‘Spinnen zal je!’
‘Nee!’ roept het meisje weer.
Mama is woest.
Ze trekt Lies naar zich toe
en geeft haar een tik.
Lies brult en tiert.
Net dan komt de koning langs.
‘Wat is hier aan de hand?’ vraagt hij.
Mama schaamt zich voor haar kind.
‘Ze spint de hele tijd,’ liegt ze.
‘Spinnen, spinnen, spinnen.
Lies stopt nooit.
En ik kan niet genoeg vlas kopen,
daar ben ik te arm voor.
Lies staart haar mama aan,
maar ze houdt haar mond.
De koning lacht:
‘Weet je waar ik dol op ben?
Bij het spinnen snort het wiel zo mooi.|
Het is net een lied.
Weet je wat?
Ik neem Lies mee naar mijn paleis.
[…]’
Uit: Troon zoekt kroon. Sprookjes voor jonge lezers. Riet Wille & Riske Lemmens. De Eenhoorn, 2018.
Oeroude sprookjes in korte, eenvoudige taal: wat een goede vondst van Riet Wille.
Klein Duimpje, Vrouw Holle, Hans en Grietje en Blauwbaard, allemaal worden ze herverteld door meesterverteller-kortetaal Wille die weliswaar sommige gruwelijke maar onontkoombare details even aanstipt maar nergens enorm uitdiept waardoor de sprookjes ook voor jongere kinderen geschikt zijn. Jammer van de nadrukkelijke UITsmijter aan het eind van elk verhaal. Voegt niets toe en bederft een beetje de voorgaande leeservaring. Riske Lemmens maakte royale, sfeervolle tekeningen bij de sprookjes, in prettige, heldere kleuren.
Verhalen zijn inclusief korte verwerkingsopdrachten, soms wat kinderachtig.
Geschikt voor beginnende lezers, jonge kinderen en nieuwe Nederlanders en Vlamingen.
Leeftijd 4+

Als kind wilde ik graag schilder worden.
Maar ik gaf die droom op, omdat de grote mensen
mijn tekeningen niet begrepen.

(De grote mensen begrijpen nooit iets vanzelf,
het is echt vermoeiend voor kinderen
om altijd alles te moeten uitleggen.)

Ik koos dus een ander beroep
en leerde vliegtuigen besturen.

Op een dag ging mijn vliegtuig stuk,
midden in de Sahara-woestijn.
Ik moest het repareren en gauw.
Ik had maar water bij me voor een week.

Die eerste nacht viel ik in het zand in slaap.
Toen de zon opkwam, maakte een zachte stem mij wakker.
‘Teken alsjeblieft een schaap voor mij…’
[…]
Verteld door Agnės de Lestrade. Uit: De kleine prins. Naar de klassieker van Antoine de Saint-Exupery. Illustraties Valeria Docampo. De Eenhoorn, 2018.
Lieve hervertelling van het bekende verhaal van de kleine prins die een bloem en een vos temt en daar erg gelukkig van wordt.
Tekeningen in een ongewone fantasierijke stijl, licht absurd en flamboyant.
Leeftijd: 4+

Het Piekermannetje
Klaas Vaak klom uit een raam. Hij was moe, want hij had de hele avond hard gewerkt. Het leek wel of steeds meer kinderen tegenwoordig hulp nodig hadden bij het in slaap vallen.
Daarom droeg Klaas Vaak over zijn schouder een knapzakje vol met slaapzand.
Behendig klom hij via de uitsteeksels op de muren naar beneden. Hij was op weg naar een plekje om zelf te gaan slapen, maar iets deed hem stilstaan.
Al een tijdje had hij het gevoel dat hij niet alleen was. Hij keek om zich heen, maar de nacht was donker en stil. Er was zelfs geen poes op straat.
[…]
‘Wie is daar?’
Een piepklein mannetje stapte uit een donkere nis. Hij was net als Klaas Vaak niet veel groter dan een grotemensenduim.
[…]
Janneke Schotveld. Uit: De kikkerbilletjes van de koning en andere sprookjes. Illustraties van o.a. Thé Tjong-Khing, Annet Schaap, Milja Praagman, Martijn van der Linden ea. Van Holkema & Warendorf, 2018. 
Een sprookjesboek met moderne sprookjes, wat een goede vondst van Janneke Schotveld, die bij kinderen vooral bekend is met haar Superjuffieboeken.
Het zijn sprookjes waarin kinderen zich kunnen herkennen terwijl de vijftien verhalen toch echt over prinsen en prinsessen, koningen en heksen gaan.  Twee koningen adopteren samen een kindje, een prinses kiest in plaats van een prins uit de 1000 die haar ouders voor haar hebben uitgezocht, liever een prinses, en het piekermannetje en Klaas Vaak hebben het hardstikke druk met al die kinderen die zich suf piekeren over citotoetsen, hun dode poes, stoer zijn of hun drukke weekschema’s zoals hockey, bijles en kinderyoga. En prins Max wordt gered door een dappere ridster.
Er is ook een computervrouwtje ‘zo klein als een vlo, zo dun als een haar en zo soepel als een elastiek’ waarvan er in elke computer een woont.
Schotveld vertelt de sprookjes vrolijk en met vaart, zonder veel poespas of omhaal. Dat pakt meestal goed uit. Soms mis je de onderlaag waar sprookjes van oudsher in uitblinken. De tekeningen, voor elk verhaal van een andere illustrator, zijn van hoog niveau en maken er een echt sprookjesboek van.  Want daar horen nu eenmaal tekeningen in.
Leeftijd: 6+

A
Vaak ben ik alleen
een kat die dwaalt in een flat,
maar met de dingen om me heen
beleef ik altijd wat.

bloemen
Een vaas vol kleur
is wat ik op de tafel zie.
Een tuin vol geur
is wat ik ruik. Hatsjie!

[…]
Reine de Pelseneer. Uit: Alleen Zacht. Een dag in de flat van Kat. Illustraties Leen de Pelseneer. De Eenhoorn, 2018.
Een A-B-C-boekje met versjes voor jonge lezers over alledaagse dingen en gebeurtenissen.
Leeftijd: 5+