Opnieuw
Eén gedicht is nooit genoeg –
tienduizend evenmin.
Het moet opnieuw, opnieuw
opnieuw moet iemand schrijven
hoe verliefd, verdrietig, blij
hij – steeds opnieuw moet iemand
daar woorden voor zoeken en
die moeten bij elkaar zoals
ze nog nooit hebben gestaan.
Iemand moet dit lezen.
Steeds opnieuw
voor het eerst.
Kees Spiering. Uit: Langs de lange Lindelaan. Samenstelling Arie & Romy Boomsma. Tekeningen Margot Holtman. Prometheus, 2019. 
Je moet een behoorlijk bekende BN-er zijn om zomaar een dichtbundel te kunnen samenstellen, zonder thema of aanleiding, gewoon omdat het kan.
Arie  Boomsma is zo’n BN-er en samen met zijn vrouw Romy heeft hij voor uitgeverij Prometheus, die normaal gesproken geen jeugdpoëzie uitbrengt, de gedichten in deze bundel bij elkaar gebracht.
Achterin het boek lichten ze hun keuzes toe: gedichten en versjes die ze graag aan elkaar en aan hun (jonge) kinderen voorlezen. Oudere en nieuwe gedichten, voornamelijk van bekende dichters, op een enkele uitzondering na. Stuk voor stuk fijne teksten, maar het gebrek aan samenhang, los van het feit dat een zeker echtpaar deze gedichten graag leest, is spijtig. De tekeningen voegen weinig toe, de nostalgische titel lijkt vooral gekozen om aandacht te genereren. Misschien kan Prometheus eens een dichtbundel met de nieuwste jeugdpoëzie uitbrengen?
Leeftijd: 3+

We hebben lief gelachen
en vrolijk meegefeest.
We zijn met mooie kleren aan
naar het stadhuis geweest.

We hebben meegezongen
en spelletjes gedaan.
Je ziet ons met een blij gezicht
op alle foto’s staan.

We lachten en we klapten
nog luider dan de rest
We vinden Koos een leuke vent.
Hij doet ook echt zijn best.

En mama is gelukkig,
dat kun je aan haar zien.
Met papa was ze dat alleen
in het begin misschien.F

Ze waren en ze bleven
heel aardig voor elkaar,
dat wel. Maar toen kreeg mama Koos.
Dat was dus vorig jaar.

Nu gaan ze samenwonen
in voor- en tegenspoed.
Nu komt het tussen onze echte
ouders nooit meer goed.
Bette Westera. Uit: Uit elkaar. Tekeningen Sylvia Weve. Gottmer, 2019.
De titel maakt maakt meteen duidelijk waar het boek over gaat, de uitvoering is dermate veelzijdig en kleurrijk dat lezen en bekijken puur genieten is.
Gedichten over stiefvaders, -moeders, -broers en -zussen, over 4 of 5 opa’s en oma’s, een verdwenen moeder, een vader die in het fietsenhok met juf Ans zoent maar ook gedichten over zwanen die hun partner weliswaar hun leven lang trouw blijven maar toch ook wel eens in het riet verdwijnen met een ander.
Heerlijk lichte  uitwerking van een  tamelijk zwaar onderwerp, met af en toe een vileine of grappige toets en met beelden die keer op keer een laag toevoegen aan de teksten. De fenomenale vormgeving maakt het af, waardoor je dit boek steeds opnieuw wilt lezen en herbekijken. Helemaal een boek van nu, voor het hele gezin.
Leeftijd: vanaf 4+ tot 100+

Hommeltje, nu is het tijd om te slapen.
Overal kruipen de kleintjes in bed.
Net als hun mama’s, net als hun papa’s.
Lekker in bed, waar het warm is en zacht.
Net als ons katje, want nu is het nacht.
[…]
Astrid Lindgren. Uit: Alles gaat slapen want nu is het nacht. Tekeningen Marit Törnqvist, vertaling Bette Westera. Querido, 2019. 
Het wordt nacht, iedereen gaat slapen. Behalve één katje dat nog buiten door de velden en bossen loopt en overal wel een dier tegenkomt dat ook nog wakker is.

Sfeervoller en liever prentenboek om voor het slapengaan voor te lezen bestaat niet.
Elke pagina is een geschilderd wondertje van sfeer en kleur, met traditioneel kinderspeelgoed en onmiskenbaar Zweedse landschappen maar ook kinderen van kleur zonder dat dat nou speciaal opvalt.
Leeftijd 1+

‘O kijk,’ zegt Berend, ‘er is post. Een brief van Sinterklaas.’
‘Wat schrijft hij dan?’ vraagt Sam. Boer Boris zegt: ‘Hij schrijft: “Helaas,
helaas moet ik vertellen dat wij schrokken met zijn allen
toen hedenochtend vroeg mijn paard de trap af is gevallen.
Hij hinkt,” schrijft Sinterklaas, “met rust komt alles wel weer goed.
Maar hoe rijd ik op daken als het zonder schimmel moet?
Ik zoek met spoed een ander paard, een paard met sterke benen.
Ik vroeg me af, Boer Boris: mag ik Knol een weekje lenen?”

‘Maar Knol,’ roept Sam, ‘het arme beest,
is nog  nooit op een dak geweest!’

Het paard staat al te trappelen. Knol wil het graag proberen.
Op daken lopen voor de Sint! Wie wil dat nou  niet leren?
[…]
Ted van Lieshout & Philip Hopman (ill.). Uit: Boer Boris. Een paard voor Sinterklaas. Gottmer, 2019.
Terwijl het paard oefent voor zijn dakavontuur op een laag houten bouwwerk en de kippen er aanmoedigend omheen staan,  beklimmen de varkens ondertussen koe Clara. Dit is het twaalfde Boer Borisboek en het plezier spat nog steeds van de pagina’s. Geen wonder dat deze prentenboekserie bij kleuters en peuters én hun ouders en verzorgers zo’n enorme hit is.
Alles klopt, de ritmisch rijmende teksten zonder flauwiteiten, de sfeervolle tekeningen boordevol grapjes en uiteraard met vaste ingrediënten als de muis en de merel op elke tekening, en natuurlijk boer Boris zelf in zijn blauwe overal met rode laarsjes samen met zijn broer Berend en zus Sam.
Er zijn inmiddels, behalve Boer Borisprentenboeken, Boer Borisvertel- en kleurplaten, Boer Borisluisterboeken, een Boer Borisbadboekje, wegggeefboekjes, een app, kartonboekjes en Boer Borishaakpatronen.
Er worden Boer Boristaarten gebakken, Boer Borisfeestjes gegeven en Boer Borisfiguren geknutseld. Boer Boris is de Jip en Janneke van nu.
De prentenboeken groeien geruisloos mee met de tijd. Pietjes zijn niet zwart, de kinderen op de tekeningen hebben elke denkbare huidskleur en meisjes en jongens kunnen allemaal even goed klussen, Berend timmert en Sam zaagt het oefendak voor Knol.
Het is vast niet de bedoeling maar zelfs deze volwassen schrijver kan haar lachen niet inhouden bij het lezen van dit boek. De plotwending is weer heerlijk onverwacht en in de tekeningen zitten zo veel grappen verstopt dat je humeur er onmiddellijk van opknapt, zoals bijvoorbeeld de lange rij hoefjes- en kippenpotenschoenen bij de haard voor een Sintcadeautje.
Boer Boris is gewoon voor iedereen.
Leeftijd: 2+

Thor gaat vissen
Thor had in Utgard zoveel gedronken dat het water van  de oceaan een stuk lager stond dan gebruikelijk; de zee waarin Loki’s gruwelijke slangenzoon kronkelde en glibberde en wachtte…
Maar al snel na zijn terugkeer in Asgard kreeg de dondergod opnieuw verschrikkelijke dorst.
Hij besloot daarom een bezoek te brengen aan de onderwaterburcht van de zeegod Aegir en zijn vrouw Ran. Zijn keel was zo uitgedroogd dat hij elke vorm van hoffelijkheid  achterwege liet, en  op barse toon maakte hij duidelijk waarvoor hij kwam.
‘We willen meer bier, Aegir,’ blafte hij. ‘Brouw het nú, en zorg dat het genoeg is.
[…]
Kevin Crossley-Holland. Uit: Noorse mythen over Odin, Thor en Loki. Vertaling Margaretha van Andel. Illustraties Jeffrey Alan Love. Lemniscaat, 2017.
Heerlijk verhalenboek voor iedereen die van spannende vertellingen over goden en reuzen, Vikingen, slangen en vermommingen houdt.
Maar dit boek biedt veel meer dan dat. Het geeft lezers een mooie  kijk in de oude Noorse mythes, die altijd veel minder bekend zijn dan verhalen uit de Griekse mythologie, maar zeker zo spannend en existentieel.
Ook Noorse goden en godinnen kennen jaloezie, wraakgevoelens, woede en passie. Hun leefwereld verschilt weinig van de onze, net als de Griekse godenwereld.
Levendige verhalen, prettig opgebouwd, toegankelijk en beeldend vertaald. De in donkere contouren getekende illustraties passen wonderwel bij de vertellingen en brengen je als lezer meteen in de juiste sfeer.
Leeftijd 8+

Denk maar niet
ik denk
niet aan een olifant
niet aan zijn slurf
zijn poten
niet aan zijn ruwe
grijze huid

ik denk
niet aan een olifant
ik denk
aan een trompet
aan een oude boom
en aan een koning
op zijn troon
die woont
in een heel ver land
hij knikt deftig naar de mensen
die staan te kijken langs de kant
de koning wuift ze toe
vanaf de rug
van een grote

NEE!
Miriam Bruijstens. Uit: Ik huppel naar je lach. Illustraties Iris Boter. Van Goor, 2019.
Herkenbare situaties in eenvoudige,  rijmende versjes over te veel nadenken, schaatsen, verstoppen of boos zijn. Het leven van alledag, geportretteerd met het hoofd van een kind van 7, 8, 9 jaar. Afwisselende tekeningen, sfeervol, dromerig of juist uitbundig.
Leeftijd 6+

 

 

Kindjes, kindjes, zet jullie rond mij.
Pyamaatjes aan, de knuffels erbij.
Tandjes gepoetst en pipi gedaan?
Gordijntjes toe, nachtlampje aan.

De volgende versjes over foute figuurtjes,
duiveltjes klein vol duiveltjeskuurtjes.
Vijf vreemde duivels vol duiveltjesgrillen,
zijn vaak dichterbij dan je zou willen.

We beginnen meteen met Duiveltje Een.
Dit klein rood geval, herken je meteen:
hij houdt zonder blozen van heel boze kindjes,
blazende, razende, heel slecht-gezindjes.

Van vuistjes die knijpen, van knarsende tandjes,
van stampende voetjes en kletsende handjes.
Van kindjes die brullen, die grommen of gillen,
die niet netjes vragen, maar moeten en willen.

Zelf heeft hij geen vriendjes, is altijd alleen.
Hij plaagt en hij pest en hij is heel gemeen.
Hij wil steeds de baas zijn, alles bevelen,
is vals en oneerlijk, zo mag je niet spelen.
[…]
Robin Aerts. Uit: Duivelsversjes. Illustraties Xavier Mariën. De Eenhoorn, 2019.
Duiveltjes die van kinderen houden die niks lusten, zich niet willen wassen en overal troep maken in de hoop dat je kinderen het tegenovergestelde gaan doen: dat leest lekker voor aan je kroost.
De boodschap in deze ritmische, strak rijmende versjes over vijf duiveltjes wordt er luidkeels ingewreven, met her en der al te nadrukkelijke rijmdwang: blijf rustig, eet veel groente, ruim je kamer op, was je goed met zeep en vooral: laat je niet bang maken.
Nogal braaf dus maar door het zingende karakter van de tekst stoort dat minder dan je zou denken. De schrijver is dan ook bassist van de Vlaamse rockgroep Het Zesde Metaal, zijn muzikale achtergrond sijpelt door in dit boek.
Ook de illustraties zijn flink rock & roll, met zichtbare invloeden uit de stripboeken- en popcultuur. De duiveltjes hebben lange tanden en horentjes, bijten en spuwen vuur in aardekleuren als rood, grijs, bruingeel en zwart.
Dit niet-lievige maar wel brave prentenboek is niet voor ieder kind maar voor sommigen vast heel geweldig.
Leeftijd5+

Zwart
Wit
Niets.
Is niets wit, als een vel papier waar nog niets op geschreven staat? Of is niets zwart, als alle lichten uit zijn en je geen hand voor ogen kunt zien?
Is niets misschien blauw, als een lege lucht zonder vogels, wolken en vliegtuigen erin? Nee. Niets is in ieder geval niet blauw. Dat weet ik zeker. De lucht is juist boordevol blauw. Dat zíé je!
[…]
Ted van Lieshout. Uit: Kleuren. Een tentoonstelling over kleur & kunst. Leopold, 2019.
Zeven jaar deed Ted van Lieshout er over om dit boek zo te maken als het nu is, vertelde hij niet lang geleden op de Amsterdamse Uitmarkt in De Grote Vriendelijke Podcast. In die zelfde feestelijke bijeenkomst kreeg hij te horen dat hij van de Griffel- en Penseeljury op 1 oktober 2019 de zeldzame Boekensleutel krijgt voor zijn boek Ze gaan er met je neus vandoor.

Kleuren is een heel ander boek. Minstens zo rijk. Geen gedichten of spel met letters en vorm, maar, nogal wiedes, veel kleuren met bijbehorende weetjes, verhalen en uitleg, in voor elke kleur een eigen hoofdstuk.
Ook al is een boek normaal gesproken geen tentoonstelling, dit boek is dat wel zeker. Het is tegelijkertijd ook een wandeling door de kunstgeschiedenis, een flardje kleurenleer, een vleugje natuurkunde, allemaal om de lezer op een begrijpelijke manier duidelijk te maken hoe dat precies zit met al die verschillende kleuren.
Spannende weetjes, verhalen en uitleg over hoe je kleuren maakt en waar ze vandaan komen.
Dat de regenboog alle kleuren heeft waaruit het licht bestaat. En hoe dat komt.
Dat kleuren door golven komen en een rode muts alleen rode lichtgolven terugkaatst en een blauwe broek alleen blauwe.
Wist je dat een bepaald blauw duurder is dan goud omdat het komt van lapis lazuli, een steen uit Afghaanse mijnen? En dat onze worteltjes oranje zijn omdat die werden gekweekt vanwege ons koningshuis en ze het wonnen van andere worteltjeskleuren?
En dat de kleur rood aanvankelijk van dode luizenschildjes kwam, waardoor die luizen bijna allemaal werden uitgemoord?
Dat het rood in de Nederlandse vlag eerst oranje was, maar omdat er geen kleurvaste oranje textielverf was, men uiteindelijk maar voor rood koos?

In elk hoofdstuk staan ook foto’s van schilderijen waarin de kleur van dat ene hoofdstuk extra opvalt zoals Rembrands beroemde huwelijksportretten van Marten en Oopjen, vanwege de manier waarop Rembrandt het diepzwarte zwart heeft geschilderd.
Hoe Vincent van Gogh geel en blauw tegenover elkaar zet in zijn schilderij  Het gele huis.
Dat in 1853 de achttienjarige Britse William Perkin in zijn zoektocht naar een medicijn tegen malaria ontdekt dat hij uit de zwarte roet van petroleumlampen de kleur mauvepaars kan maken.
En hoe komt de spijkerbroek eigenlijk aan zijn internationale naam ‘jeans’? En aan zijn kleur ‘denim blue’?

Van Lieshout vertelt met plezier en smaak, goed gedoseerd en geïnformeerd zoals we van hem gewend zijn, in prettig heldere taal. Wat een rijkdom, zo’n inventieve, originele en veelzijdige kunstenaar in ons midden.
Zouden er kinderen bestaan die al die leuke informatie in dit boek níet willen weten? Ik betwijfel het.
Leeftijd 7+

 

 

 

 

Zie je wel, ik pas erin,
maar die schoenen hebben geen zin.
Ze willen maar niet snappen
dat ik oefen voor reuzenstappen.

Spetter spatter spetter spat
mijn voetjes worden toch niet nat.
Dus zingen ze van ras, ras, ras,
twee laarsjes dansen in een plas.

[…]
Riet Wille. Uit: Van je ras, ras, ras twee voetjes in een plas. Illustraties Ingrid Godon, De Eenhoorn, 2019. 
Lief kartonnen peuterboekje met vierregelige rijmpjes over wat je allemaal aan je voeten zou kunnen doen. Zachte, kleurrijke en beeldende tekeningen, fijn voor deze doelgroep.
Leeftijd 2+

De dag kan beginnen
want Bobbie is jarig.
Ze heeft al een poosje
een wens met een staart…
Niet een hamster of kat.
Ook geen hond of een rat.
Nee, Bobbie weet: ik wil een paard.

Nu gaat het gebeuren,
ze krijgt haar cadeautje…
‘Om fijn op te rijden,’
zegt papa erbij.
Bobbie huppelt en springt,
doet een dansje en zingt.
‘O pap, mam! Een paard? Echt? Voor mij?’
Gideon Samson. Uit: Ik wil een paard. Tekeningen Milja Praagman. Gottmer, 2019.
Bovenstaande tekst lijkt heel alledaags, meisje wil een paard voor haar verjaardag, meisje krijgt een paard voor haar verjaardag.
Maar op de tekening springt Bobby níet op de rug van een paard.
Geestig spel met verwachtingen in dit boek. Peuters zullen zich verkneukelen over wat er allemaal kan met een cadeau en hoe Bobby uiteindelijk – natuurlijk – toch aan een paard komt. Prettige samenwerking tussen Zilveren Griffelwinnaar Gideon Samson en Zilveren Penseelwinnaar Milja Praagman.
Leeftijd: 2+