67 seconden

NIEMAND
gelooft niks meer
tegenwoordig

en daarom heb ik
niemand vertelt
wat ik jou ga vertellen.

En weet je,
jij zal het vast
ook niet geloven,
zal denken dat ik lieg
of dat ik gek word,
maar ik zeg het je,

het is waar.

Ik heb het meegemaakt.
Echt.

Echt waar.
En hoe.
[…]
VOOR HET GEVAL JE HET
NOG NIET WIST,
schoten maken iedereen
doof en blind, vooral
als ze iemand

dood-

gemaakt hebben.

Je kan op dat soort momenten
maar beter onzichtbaar zijn.
Dat weet iedereen.

Zelfs Tony vloog weg.
Jason Reynolds. Uit: 67 seconden. Blossom Books, 2018. 
67 seconden in een lift, zeven verdiepingen, een pistool in zijn broekband. Will (15) is onderweg om zich te houden aan de drie Regels van zijn buurt: zich wreken op de moordenaar van zijn broer. Maar terwijl hij onderweg is slaat de twijfel toe.
Met heftige beelden en in ultrakorte zinnen laat Jason Reynolds zien hoe onafwendbaar een straatgeweldsspiraal  voor jongeren in bepaalde buurten kan zijn. Zijn vrije versvorm in proza versterkt het effect van het verhaal, dat open eindigt: wat gaat Will doen?
Deze versvorm is eerder met groot succes toegepast door de Australische Steven Herrick in zijn trilogie (Aan de rivier, De roep van de wolf en Cold skin) en de Ierse Sarah Crossan, onder andere in het aangrijpende Een over een Siamese tweeling.
Is het toeval dat al deze boeken zijn geschreven voor ‘young adults’? Leent de versroman zich niet voor andere leeftijden? Dat staat nog te bezien. 67 seconden kan overigens goed door lezers van allerlei leeftijden worden gelezen, omdat het zo’n belangrijk thema aansnijdt: hoe ga je om met sociale druk en  omgangsregels in jouw omgeving.

De oude eik
Elke keer, als ik hem zie,
dan zwaait hij al van verre.
De oude eik
in het vergeten
stukje bos.
Met aan z’n voet
het zachte mos.
Ik streel hem
over zijn gekloofde bast,
spreid mijn armen
en houd hem even vast.
Zo praten we weer wat bij.
En als dan weer
de stilte valt,
dan voel ik hem.
En hij voelt,
denk ik, mij.
Willem Wilmink. Uit : Jij & ik en al het moois om ons heen. Samenstelling: Riet Wille. Illustraties Martijn van der Linden. Davidsfonds/Infodok.
Een verzamelbundel kindergedichten over de natuur: die was er nog niet. Terwijl het thema meer dan voor de hand ligt. Kinderen houden van buiten en van dieren, de verpopping van rups naar vlinder is voor hen nog een prachtig wonder en spelen met kastanjes, blaadjes en zand spannender dan met raceauto of barbie.
In hoofdstukken met titels als ‘Zijn bloemen gelukkiger als ze bloeien?’ en ‘Ademt een zee in en uit’? staan gedichten vol parachutebloemen en bomen in hun blootje,  roerend eb en vloed, stervende bergen en vlinders, zwaluwen als noten en bloeiende koeien.
Een keur aan heel verschillende  dichters, oud en jong en  uit verschillende periodes staan in het boek zoals Joke van Leeuwen, Linda Vogelesang, Leendert Witvliet, Erik van Os, Edward van de Vendel en Mies Bouhuys,  Jaap Robben,  Bette Westera en heel veel anderen.
Martijn van der Linden tekende de sfeervolle, soms melancholieke maar even zo vaak grappige beelden erbij. Een bundel om vaak te herlezen en bekijken.
Leeftijd 5+

Egeltjes verjaardag
We hadden gespaard
Met zegeltjes
Voor een taart
Voor egeltjes
Verjaardag.

Maar we hadden
Op de kaart
Maar anderhalf zegeltje:
Veel te weinig
Voor een taart
Voor egeltje.

Wat te doen?
‘Kom, niet kniezen,’
Zei de bakker toen,
‘Je kan ook kiezen
Voor een tegeltje.’

Een tegeltje!
Dat is een goed idee!
En dan zetten we er iets op,
Zoveel als we mogen
Voor anderhalf zegeltje!

O wat mooi!
O wat lief!
Zei egeltje
Met in zijn hand
Het tegeltje,
En hij las
Het ene regeltje:
‘Er is er één ja’

En toen riepen we allemaal:
‘Er is er één ja!
Er is er één ja!
Er is er één ja, hoera!’
Robbert-Jan Henkes. Uit: Wit als een wat. Illustraties van Charles Michels. Querido, 2018. 
“Alles begint met een A’ , zo begint deze bundel met gedichten voor kinderen en inderdaad spat het taalplezier van de pagina’s met een enorme variatie aan gedichten als kleine sprookjes, nonsensversjes, taalspelletjes en liedjes, alles in een feestelijk ritme en rijk van klank.
Oké, er staan ook flauwe versjes bij, maar evenzeer ingenieuze gedichten als ‘Komt dat zien’ en  de ‘Paddenconferentie’: “De padden gingen praten/Maar het bleek algauw/Dat iedereen in hoge mate/Heel iets anders wou./’Ik wil een paard’ zei Ruiterpad./’Ik wil een fiets,’ zei Rijwielpad.’Ik wil een zwaard,’ zei Oorlogspad./’En ik wil niets,’ zei Hazepad”.
De gedichten richten zich expliciet op kinderen, maar worden nergens simplistisch of kinderachtig en er staan gerust onbekende woorden als ‘zwerk’ en ‘gespuis’  in het boek.

 

 

 

Boer Boris is vroeg opgestaan
Hij heeft alvast de was gedaan.
Hemden, broeken hangen fijn
droog te waaien aan de lijn.

Wat schijnt daar door het laken heen?
Boer Boris ziet het al meteen!
[…]
Ted van Lieshout. Uit: Boer Boris en de olifant. Tekeningen Philip Hopman. Gottmer,  2018
Er komt geen eind aan de Boer Borisreeks van Ted van Lieshout en Philip Hopman. Niet alleen kinderen zijn dol op de belevenissen van de kleine boer en zijn vrienden en familieleden, ook de schrijver en tekenaar hebben zo te zien nog steeds plezier in hun creaties.
Dit is het tiende deel van de serie en veel peuters en kleuters kennen alle voorgaande delen uit hun hoofd. Lang leve Boer Boris.
Leeftijd: 3+

Flamingo
Ik slaap zoals flamingo’s staan:
met één been gestrekt, het andere
bij de knie geknakt tegen de onderbuik
als een opgeplooide blindenstok.

Op dit donzen bed, wankel in donkerroze
toen nog uitgestrekt nek aan nek
werden we langzaam twee verstrengelde
worsten, snakkend naar adem.

Flamingo’s veroveren elkaar synchroon
een hoofse paringsdans, minstens twaalf
wimperblikken een monogaam leven lang.

Een steekspel, dat we vooral kennen van televisieprogramma’s.

Eerst waren we nog grijs
nu zijn we bijna piloten
bijna een ode aan vogels.
Charlotte Van Den Broeck. Uit: Woorden temmen. 24 uur in het licht van Kila en Babsie. Grange Fontaine, 2018. 
De ondertitel van dit ingenieus vormgegeven boekje is:
poëzie ontdekken
zelf gedichten schrijven
met Kila & Babsie
op elk moment
waar dan ook
Kila & Babsie, een dichtersduo dat optreedt op literaire avonden, slams en festivals, houden zo veel van poëzie dat ze die aan iedereen gunnen. Ze koppelen  in dit boek  hun 24 lievelingsgedichten aan een tijd en een locatie “zodat je altijd overal met poëzie bezig kunt zijn”  zoals ze op hun website schrijven.
Bovenstaand gedicht van Charlotte Van Den Broek hoort bij 2 uur ’s nachts, locatie ‘in bed’  en krijgt als  toelichting van Kila en Babsie: ‘De houding van de flamingo zie je direct voor je’ ‘en die slaaphouding ook’.
Elk gedicht wordt gevolgd door verwerkingsopdrachten, simpele en minder eenvoudige, waardoor het boek voor verschillende lees- en schrijfniveaus bruikbaar is: ‘Welke dingen worden met elkaar vergeleken in het gedicht? Er bestaan ook vergelijkingen zonder de woorden ‘als’ en ‘zoals’. Kun je een voorbeeld vinden in het gedicht?

Klokrond 24 heel verschillende gedichten voor allerlei locaties zoals bijvoorbeeld ‘in het ziekenhuis’, ‘in je onderbewustzijn’, ‘op straat’, ‘in huis’, op een ‘dinsdag’ en ‘onder een appelboom’. Leuk is dat dat heel achteloze momenten kunnen zijn,  niet persé de grote zaken van het leven, die veel mensen toch vooral met gedichten associëren.
Ondertussen leggen de twee dichters ook poëtische begrippen als metrum, personificatie en enjambement uit en stimuleren de lezer tot fantasierijke denkexperimenten over de gedichten. Origineel, grappig, prachtig vormgegeven en buitengewoon bruikbaar bij het voorbereiden van een poëzieles.