Een vogeltje dat vliegt,
is een vliegeltje.
Dat hóór je.

En wat is dan een veugeltje?
Dat is… dat is…
dat is datzelfde vogeltje
met een beugeltje!

Een iegeltje,
een biegeltje,
een engeltje
met vleugeltjes,
een ogeltje
wordt vogeltje
en vliegt
– flipflapfloep –
naar Timbantoem
met een pluimpje
aan zijn poep.
Geert de Kockere. Uit: Er is iets aan de kip met je hand. Tekeningen: Nelleke Verhoeff. De Eenhoorn, 2017.
Dierenrijmpjes met woordgrappen: kleuters en beginnende lezers zullen zich verkneukelen wat er met taal allemaal voor ongedachts kan. Sommige versjes zijn wat flauw, maar dat zal de kinderen voor wie ze bedoeld zijn bepaald niet deren.
Vrolijke, spannende tekeningen, losjes in Cobra- stijl, brengen vaart en fleur.
Kinderen worden uitgenodigd de fantasievolle dieren ook zelf te tekenen.
Leeftijd 4+. 

De zomer was om, het werd herfst in het woud.
Het loof kleurde geel en de lucht voelde koud.
Het ijzige winterse weer kwam eraan
en de dieren begonnen hun hol in te gaan.

Behalve een eekhoorn
die Eduard heette.
Hij wilde nog niets
van een winterslaap weten.

Hij maakte geen dekens
van mossen en strootjes,
hij zocht niet naar zwammen,
hij raapte geen nootjes,
hij legde geen voorraden
eikeltjes aan,
zoals alle dieren
al hadden gedaan.

Nee, Eduard was
een heel zorgeloos beest.
Voor hem was de zomer
één eindeloos feest.

Zijn kast raakte leeg,
al het eten was op.
Rachel Bright. Uit: Twee vechtende eekhoorntjes. Illustraties Jim Field. Gottmer, 2017.
Een variant op de bekende Aesopus-fabel van de mier en de krekel in dit boek, maar met een heel andere uitkomst. De boodschap van twee vechtende neven, die elkaar na een spannend avontuur de hand reiken ligt er duimendik bovenop: samen delen is leuker. Maar de teksten zijn inventief, soepel en geweldig, ritmisch en rijmend, vertaald door Bette Westera.
De beweeglijke, heldere tekeningen voeren het spanningsniveau  flink op.
Dit is het derde prentenboek van dit duo (voor  Leeuw in de muis, klik hier) en het niveau is onverminderd hoog. 
Leeftijd 2+

‘Boer Boris, help!’ roept zusje Sam. ‘Er is een ongeluk!
Berend viel uit de appelboom en kijk, zijn been is stuk.
Hij kan er niet op staan. Hij kan er niet op lopen.
We moeten naar de winkel om een ander been te kopen.’

Boer Boris zegt: ‘Een been kun je niet kopen.
We moeten naar het ziekenhuis! Ik bel met 1-1-2.
Dan komt de ambulance en die neemt ons broertje mee.’

Daar rijdt de ziekenauto met sirene door de stad.
Tatoe, tatoe, tatoe! O, wat een hoop lawaai is dat!
Ted van Lieshout. Uit: Boer Boris en het gebroken been. Tekeningen Philip Hopman. Gottmer, 2017.
En zo komt broer Berend in het ziekenhuis waar hij zelf de kleur van zijn gips mag kiezen, maar zich later in zijn ziekenhuisbedje ook heel eenzaam voelt en zijn broertje en zusje en de dieren van de boerderij vreselijk mist. Gelukkig heeft boer Boris daar iets heel slims op bedacht.
De makers van de populaire Boer Boris-serie zitten niet stil, dit is alweer het negende deel en het is nog steeds net zo leuk, fris en origineel als het eerste deel.
Kom daar maar eens om in prentenboekenseries!
Het duo van Lieshout-Hopman heeft een gouden hand, in veel andere opzichten maar ook ook in de Boer Borisboeken waar inmiddels een hele generatie kleuters verzot op is. Net als hun ouders, want de heerlijk ritmisch rijmende teksten, de veelzijdige, levensechte en vrolijke illustraties en de leerzame onderwerpkeuzes zorgen voor een aangenaam voorleesuurtje.
Om de BoerBorisvreugde compleet te maken zitten er achter in het boek echte BoerBorispleisters.
Leeftijd: 3+