Niet waar
Het was niet waar.
Ik wist het toen ik wakker werd.
De olifant die vannacht
in zacht maanlicht
een droevig deuntje trompetterde
onder mijn raam:
gewoon een droom!
Maar even later op de fiets
niets dan kuilen op het pad.
En was dat daar op de stoep
niet net wat groot
voor hondenpoep?
Linda Vogelesang. Uit: Gewoon een droom. Droomgedichten en nachtgedachten. Illustraties Marco Faasen. Querido, 2017.
De gedichten in Linda Vogelesangs debuut Gewoon een droom – voor kinderen en volwassenen herkenbare, opgewekte, dromerige observaties – zijn feestjes van taalplezier, ritme en binnenrijm. Door de thematische aanpak van ‘dromen’ en ‘nacht’, ontstaat een sterke eenheid in plaats van, zoals in de meeste jeugdpoëziebundels, een losse verzameling van gedichten. Vogelesang levert ambachtelijk werk, al zou ze hier en daar de poëtische dwarrelgedachten verder mogen doortrekken. De illustraties van grafisch ontwerper en illustrator Marco Faasen, sepiakleurige foto’s van collages, vormen een spannend en ongewoon beeld naast de gedichten. Maar soms zijn ze ook macaber en voor kinderen minder geschikt. Prachtig is dan weer het ijzersterke omslag. Je wilt meteen gaan lezen.Fijn dat er – sporadisch – weer jeugdpoëzie uitkomt bij gerenommeerde uitgeverijen.
Bovenstaand gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.
Op een dag werd Sjuul wakker.
Het was stil in huis.
En eigenlijk ook best saai.
Ineens wist hij het: hij wilde een beest.
Een huisdier.
Vandaag nog!
En hij wist precies wat voor beest…
‘IK WIL EEN LEEUW!’
brulde Sjuul.
‘Een leeuw met wapperende manen,
sterke kaken en scherpe klauwen.
Een leeuw om mee te stoeien
en de buurvrouw te laten schrikken.’
‘Geen denken aan,’ zei mama.
‘Een leeuw is veel te gevaarlijk.
Die verslindt alle vogels in de tuin.
En daarna de postbode. In één hap!’
‘Nee hoor, geen leeuw,’ zei mama.
‘Een wandelende tak mag je.
Die eet alleen blaadjes.’
Maar Sjuul wilde geen wandelende tak.
[…]
Annemarie van der Eem. Uit: Ik wil een leeuw!. Tekeningen Mark Janssen. Lemniscaat, 2017.
Sjuul is een slim jongetje en kent zijn moeder goed. Hij vraagt haar eerst om een leeuw. Daarna zeurt hij om een nijlpaard, en een aap. Een baviaan, gorilla of orang-oetan, dat maakt hem niet uit.
Maar mama zegt steeds ‘nee’.
Een geit dan? vraagt Sjuul, of desnoods een papegaai?
Grappige twist in een voorleesverhaal voor jonge kinderen, die zich vast in Sjuul zullen herkennen. Leuke tekstvondsten, al is de taal hier en daar een beetje voorspelbaar.
Opvallend aan de tekeningen in dit mooi uitgevoerde prentenboek is het zeer warme, rijke kleurgebruik. De kleuren spatten van de pagina’s af en weerspiegelen steeds opnieuw de stemmingen van Sjuul.
Leeftijd: 3+
Er was eens, in een donkergrijs verleden
een arme jongeman. Zijn naam was Rijk.
Hij woonde in een huisje langs een dijk.
en deed wat alle arme mensen deden:
hij hakte hout, hij maakte vuur, hij bakte donker brood
en waste elke week zijn vuile kleren in de sloot.
[…]
De arme Rijk was moe, hij had de hele dag gelopen.
Daar stond hij, op een heuvel, in zijn nat geworden jas
vol ongestopte gaten en met veel te weinig knopen.
[…]
Daar zat hij, aan de koninklijke tafel.
Er werden eenden opgediend, gevuld met verse munt.
En reepjes rauwe biefstuk van de haas en van het rund.
Rijk nam een hapje gemberwortelwafel
met venkelzaad en verse mayonaise
van heggenmusseneitjes uit de koninklijke heg.
[…]
Bette Westera. Uit: Arme Rijk. Illustraties Sylvia Weve. Gottmer, 2016.
Parelender dan dit kan taal niet worden. Bette Westera is de gekroonde koningin van de hedendaagse Nederlandstalige poëzie. Veelkleurig, sprankelend en ritmisch, nergens vervallend in clichés of voorspelbare beelden, rijgt ze haar verhaal over arme Rijk aan elkaar.
Sylvia Weve vertelt in de prenten haar eigen versie van Rijks reis door het koninkrijk, eveneens in originele, nergens voorspelbare platen en tekeningen. Dit duo kan nog jaren door zo. Rijks reis eindigt ietwat abrupt en met een duidelijke moraal. Toch eventjes voorspelbaar.
Het einde van de zomer
De adem van de zomer koelt langzaam af.
De inkt van de nacht komt steeds vroeger.
En vanuit het niets
kondigt mijn moeder aan dat Tippi en ik
niet langer thuis les zullen krijgen.
´In september
gaan jullie naar school
zoals iedereen,´ zegt ze.
Ik reageer nauwelijks.
Ik luister
en knik
en trek aan een los draadje in mijn trui
tot er een knoop
op de grond valt.
Maar Tippi blijft niet rustig.
Ze ontploft:
´Dat méén je niet!
Zijn jullie gek geworden?´ schreeuwt ze.
En ze maakt urenlang ruzie met onze ouders.
Ik luister
en knik
en bijt op de velletjes van mijn nagels
tot ze
bloeden.
Uiteindelijk wrijft mijn moeder over haar slapen
en zegt dan ronduit:
´De bijdragen van alle weldoeners zijn op
en we hebben geen geld voor thuisonderwijs.
Jullie weten dat je vader nog geen werk heeft
en oma´s pensioen
is niet eens genoeg om de kabel-tv van te betalen.´
´Jullie zijn niet goedkoop,´ voegt mijn vader eraan toe.
Sarah Crossan. Uit: Een. Twee levens. Twee zussen. Een keuze. Pepperbooks, 2016.
Grace en Tippi zijn een Siamese tweeling van bijna zeventien. Ze weten niet beter dan dat ze altijd samen zijn. Als ze op een dag naar school moeten verandert hun leven ingrijpend. Maar dat is niet het enige dat er verandert.
Zelden las ik een boek dat me zo meenam, me zo de adem benam, me zo dichtbij de personages bracht. Dit boek laat je tot in je haarvaten voelen hoe het is om een Siamese tweeling te zijn, te worden aangestaard, te voelen dat je twee personen in een lichaam bent. Maar ook wat het betekent om een individu te zijn, het belang van vriendschap, hoe liefde voor een zus voelt, en diepe rouw.
Intelligent, poëtisch en indringend relaas.
Leeftijd 12+
Wat ik deed vandaag
Ik ga vandaag lang kijken naar de zee,
een boek schrijven waar alles in staat,
praten met mijn vader tot ik ouder ben dan hij,
thee zetten voor mijn moeder
en haar zeggen wie ik ben,
vertellen wat ik heb gedaan vandaag,
dat ik lang keek naar de zee,
een boek schreef waarin alles stond
en praatte met mijn vader tot ik ouder was dan hij
en ik heb thee voor je gezet, hier is je thee,
ik ben je zoon, je oudste zoon,
ik heb lang naar de zee gekeken,
de horizon was scherp vandaag, zo scherp
dat elk kind zich eraan zou snijden.
Sjoerd Kuyper. Uit: Mooi leven. Schilderijen Margje Kuyper. Hoogland & Van Klaveren, 2016.
Een oude(re) man kijkt in korte, melancholieke gedichten terug op zijn leven, praat in gedachten met zijn ouders en zijn geliefde, schrijft over het leven maar vooral over de dood en over en tegen zijn vrienden.
De schilderijen naast de gedichten in dit boek zijn landschappen door de vrouw van de dichter geschilderd. De gedichten roepen verlangen wakker bij de lezer, de beelden minder. Of er een sfeerovereenkomst is tussen gedichten en schilderijen valt moeilijk vast te stellen, en zal vast zeer persoonlijk zijn.