Hier zijn de dinodoedeldieren,
hotse-botse, staarten zwieren.
Op het land, in de lucht, aan zee,
draai dit blad om en loop mee.

Ik heb een lang, smal nekje,
mijn dinodoedellekje,
Ik eet naalden, altijd meer,
en mijn staart zwiept op en neer.

Kun je raden hoe ik heet?
Zeg het maar, als je het weet.
Eerst maar de gemakkelijke naam
of zal de moeilijke ook gaan?
Hilde van Haute. Uit: Dinodoedeldieren. Tekeningen Nathalie Segers. De Eenhoorn, 2016.
Kartonnen dinoboekje voor de allerjongsten. Het rijm kreupelt wat, maar de vrolijke tekeningen en leuke namenraadspelletjes zullen veel peuters bevallen.

Een gewaarschuwd mens
Elke maandagmorgen
de eerste van de maand
dan is het weer zover
om twaalf uur precies.
Dan gaat het noodsignaal voor kwade dagen.
Dat knoopt zich in je oor
om oorlog te onthouden
dat houdt de schrik erin.

Sta ik bij mijn broer, voor op de step.
Even buiten spelen na nachten schuilen in de kelder
waar we rodekruisje deden
alle speelgoedbeesten gemobiliseerd.
Op de Oude Binnenweg
bij Dijkshoorn Kleding en Parapluies
gaat alweer de sirene loeien
en we moeten maar eens op huis aan
anders wordt moeder ongerust.
Ik zie mensen voor alle zekerheid schuilgaan
onder Dijkshoorns zonnescherm.

Bij bomalarm daaronder schuilgaan?
Ik heb het toch zeker zelf gezien.
Maar elke maandagmorgen
de eerste van de maand om twaalf uur heel even
zoeken mijn ogen per ongeluk een portiek.
Karel Eykman. Uit: Jaarringen. De Harmonie, 2016.
Tachtig gedichten, voor elk jaar van zijn leven een. Karel Eykman maakt in deze bundel de balans van zijn leven op.
Geweldige bundel die een staalkaart toont van onze maatschappij de afgelopen tachtig jaar. Zeer persoonlijk poëzieportret waar iedereen zichzelf in kan terugvinden.

dit is lies.
wat doet die doos raar.
zit er iets in?
raad het maar!
het is een dier,
met een poot of vier.
het zegt woef, woef, woef
en het bijt naar een boef.
hoe het heet?
ik wil dat jij het weet:
zijn naam rijmt op lies.
maar de l is een w.
dan heb je wies.
lies en wies.
Riet Wille. Uit: Ik kies voor lies en wies. Illustraties Aimee de Jongh. De Eenhoorn, 2016.
Boekje voor beginnende lezers met louter eenlettergrepige woorden over een meisje met haar hond. Ze gaan naar de bieb, naar zee, zien een schaap met haar lam en geven een feest.
En alles beschreven in de allersimpelste taal.  De heldere, stripachtige tekeningen in zwart-wit en geel doen een beetje denken aan stripfiguurtje Garfield.
Ideaal voor wie net leert lezen, minder geschikt voor voorlezen.
Leeftijd: 4+

De eenhoorn bestond niet en dat vond hij niet leuk.
Alles om hem heen bestond en alles hoorde ergens bij.
Maar de eenhoorn was er niet. Hij hoorde nergens bij.
Niet bij koeien in de wei. Niet bij vogels in een boom.
Niet bij kikkers in hun sloot. (…)
Maar de eenhoorn wou het niet geloven.
Ergens moest iets zijn.En hij ging ergens zoeken.
Imme Dros. Uit: Tijs en de eenhoorn. Illustraties Harrie Geelen. Querido, 2015. 
Op de dag dat de eenhoorn op zoek gaat loopt Tijs weg van huis. Hun nieuwe huis staat nu bij een bos en niet meer aan zee en de ramen en deuren zitten op de verkeerde plaats. Hij woont ook niet meer naast Jan en Lies. Mama en papa en zijn broers vinden dat helemaal niet erg, sterker nog, die zijn blij met de grote tuin en het enorme bos. Tijs niet, die maakt tekeningen van hun oude tuin met de appelbomen erin. En hij vertelt alles aan Beer. Maar Beer zegt niks terug.
Gelukkig komt hij de eenhoorn tegen. Die praat wel terug. Want Tijs heeft hem getekend.
IJzersterk verhaal over de troostende werking van verbeeldingskracht met werkelijk fantastische tekeningen. Tekent Tijs hier de eenhoorn of zien we hem echt? Het maakt niet uit.
Taal, illustraties, vormgeving: dit boek ademt perfectie.
Leeftijd: 3+
Bovenstaande tekst is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.