Kalfje, veulentje,
net geboren.

Slijm in hun bekje
en ogen en oren.

De dierenarts wrijft
ze droog. Met stro.

Hun moeders likken
en likken. En zo,

zo staan ze op.
Het lukt maar net.

Eventjes lijken ze
een bouwpakket:

kalfje, veulentje,
van stokjes gemaakt.

Totdat hun neus
hun moeder raakt,

totdat ze zuigen.
Melk. Zoet.

Edward van de Vendel. Uit: Kalfje, veulentje. Tekeningen Marleen Felius. De Eenhoorn, 2015.
Iedereen die de naam Marleen Felius heeft horen vallen, kent haar fenomenale, intieme portretten van koeien, waarmee ze meerdere prijzen won en wereldwijd erkenning oogstte.
In dit boek portretteert ze het begin van koe en paard: de ontroerende wording van verward  hoopje botten en vel tot glanzend, dansend dier. Haar markante tekeningen en de uitgebeende teksten van Edward van de Vendel passen zo goed bij elkaar dat je je afvraagt waarom dit boek nu pas gemaakt is.
Een geweldige aanrader voor iedereen die van koeien houdt, of van paarden of van dieren in het algemeen. Of van krachtige portrettekeningen of simpelweg van mooigemaakte boeken.

Stilleven
Vaas met snor

Ik ben stil leven in een stilleven.
Je ziet mij zonder mij te zien.
Ik ben zichtbaar onzichtbaar.
Vind je me niet?
Ik sta ergens tussen schaal, tafel en vis.

Ik ben de vaas met een snor,
de vaas met een pels,
de ogen in vacht,
de zwarte poes van steen.

Net als de schaal, de tafel
en de vis ben ik wel stil
leven, maar ben ik niet dood.
Ik ben een lenige, onbeweeglijke beweger.
Zie je de vissen?
Heb je ze geteld?
Hou ze in het oog.

Zoals een gong naklinkt als je er op slaat, leven wij dingen in een stilleven nog lang na wanneer we zijn geschilderd.
Ruik je niet in  de vis nog de zee?
Voel je niet in de schaal nog het vuur van de oven?
Hoor je niet in het hout van de tafel nog het hakken van de boom?
Merk je niet in mij de honger naar de vis?

De vette vis
de lekkere vis
de platte vis
de roze zalm en de kabeljauw.

Frank Adam. Uit: Zoenen met een selfie. Illustraties Bert Dombrecht. De Eenhoorn, 2015. Negen kunstwerken uit het Groeningemuseum en het
Sint-Janshospitaal in Brugge, omlijst  met dichterlijke teksten en stripachtige tekeningen. Teksten en tekening brengen de oude schilderijen naar het nu, zodat
je ze bijna kunt voelen en  beter naar ze gaat kijken, Achterin het boek staat een toelichting op de kunstwerken. 

Ik stond beneden en keek hoe Jan zingend tegen de schoorsteenpijp
omhoogklom. Op het hoogste punt zwaaide hij,
triomfantelijk. Hij riep nog iets, ik kon niet goed verstaan
wat, – ‘Ik heb de zee gezien!’, zou hij dat hebben geroepen?
– en toen is hij gevallen en ben ik naar huis gerend: er is
niets gebeurd, er is niets gebeurd.
Koos Meinderts. Uit: De zee zien. De Fontein, 2015. 
Een rauwe jongensvriendschap, een eerste liefde, een nooit geopenbaard geheim: een spannend boek schrijven in de mooist denkbare taal kun je rustig aan Koos Meinderts overlaten. Elke zin doet ertoe, elk woord is afgewogen, het is te merken dat hier een dichter aan het woord is.
Het boek, dat gebaseerd is op een waargebeurd verhaal, wordt gepromoot als jongerenroman. Maar wat mij betreft zou het evengoed ook voor volwassenen kunnen zijn.

Ver weg in het zuiden
werd een blauwe pinguïn geboren.

Een blauwe pinguïn
zie je niet elke dag.

‘Ben jij wel een echte pinguïn?’
vroegen de andere pinguïns.
‘Ik voel me een pinguïn,’ zei Blauwe Pinguïn.

Blauwe Pinguïn
deed alles wat de
andere pinguïns
ook deden.

Hij kon niet heel
erg goed duiken
of springen

maar hij ving altijd een grote vis.
‘Ik zei toch dat ik een pinguïn ben,’
zei Blauwe Pinguïn.

‘Maar je bent niet zoals wij,
zeiden de andere pinguïns
en ze liepen weg.
Peter Horácek. Uit: Het lied van de blauwe pinguïn. Lemniscaat, 2015.
Uiterst actueel boek over uitsluiting en vriendschap. Ongelooflijke, prachtige tekeningen. Leeftijd: 3+

Welterusten, slaap maar zacht.
Over de dieren valt de nacht.

Onder het donsbed een berengeeuw.
Lamp uit, licht uit, ook bij de leeuw.

Dolfijn en tonijn soezen samen in zee.
Kip en haan dutten met elkaar mee.

Moeder kust de kleine geitjes.
Hondje droomt van bloemenweitjes.

Welterusten, slaap maar zacht,
luieriken van de nacht.
Giovanna Zoboli & Simona Mulazzani. Uit: Het grote slaapjesboek. De Eenhoorn, 2015.
Vos en uil, beertje en krokodil, vlooien en mandril, muggen en teckelbaby’s, dromedarissen en zeehondjes: het gaat maar door.
In een lange, dromerige stoet komt het halve dierenrijk voorbij. En allemaal slapen ze díep. 
Mooi uitgevoerd prentenboek. De taal is nogal zoet, de tekeningen zijn strak, kleurig en sfeervol.
Van een ding ben je zeker: van dit boek krijg je verschrikkelijke slaap. Perfect voorleesboek voor het slapen gaan  dus.
En dan elke avond herhalen.
Leeftijd: 1+.

Ik weet het wel, het izz bekend, van bloemetjezz en
Bijtjezz
en dat zzoietzz ook voorkomt bij de kerelzz en de meidjezz
en dat alzz zzij dan zzamenzzijn, gezzellig met zzijn beidjezz,
het zzaadje van de een zzoekt naar de andere haar eitjezz.
En alzz dat lukt bij vrouw en man,
dan komt daar duzz een kindje van.
Zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz
Maar wat alzz je een bloem bent en je houdt niet zzo van bijen…

Ted van Lieshout. Uit: Het schrijvertje en andere versjes. Tekeningen Sieb Posthuma. Leopold, 2015. 
Samen maakten ze drie prachtige geïllustreerde dichtbundels: Van Ansjovis tot Zwijntje, Koekjes en Spin op sokken. Ted van Lieshout en Sieb Posthuma.  
In deze luxe verzamelbundel kunnen we ze nog een keer samen bewonderen.
Aan het eind één nieuw gedicht: Het tekenaartje: 
Onder de insecten
ontdekte men
een bijzonder
exemplaartje:
het tekenaartje.

Een tekenaartje
vangen mislukte:
toen de boom kaal was en het werk gedaan
is het met de vogels mee gegaan.
Mooier kun je een kunstenaar niet gedenken. 

als je dood bent
ben je stil
dan is er niks meer wat je wil
dan kun je nooit meer wakker zijn
je hoeft geen pleisters meer
geen prikken en geen pillen
nooit meer tranen
nooit meer pijn
je hoeft niks meer te willen
misschien is dood wel fijn.
Hans & Monique Hagen. Uit: Van mij en van jou. Tekeningen Jan Jutte. Cd gezongen door Beatrice van der Poel, muziek Floor Minnaert. Rubinstein, 2015.
Het is vandaag Allerzielen, de dag waarop we de doden herdenken. Dat kan op veel manieren, sommige mensen leggen bloemen op een graf, anderen branden een kaars, zingen een liedje of lezen een gedicht.
In dit boek ogenschijnlijk simpele vragen en alledaagse observaties over het leven met een hoofdletter L, in klare taal, scherp en zacht tegelijk vanuit de huid van een kind: daar munten de Hagens in uit.  Hetzelfde kun je zeggen van de tekeningen: helder, trefzeker, een tikje dwars en nooit saai. Prachtige heruitgave van dit boek, dat voor het eerst in 2007 bij Querido verscheen.
Leeftijd: 4+.

Mijn pa heeft grote, uitpuilende ogen,
sterke poten en een hele brede bek.

Hij kan prachtig zingen.
BRRAAAAHHHP
Het galmt over de hele vijver

En ik hou van hem.

Zodra ik kon wiebelen,
zwom ik overal met Pa naartoe.
Kijk, Pa! Je zwemt geweldig, Julia!

Die avond stopte Pa
me lekker in mij bedje
maar…
PLONS!
ik kroop bij hem in bed.

‘Waarom lig je in mijn bed?’ vroeg Pa.
‘Zodat je me niet hoeft te missen,’ zei ik.
Ik sliep heerlijk en droomde
dat ik net zo snel kon zwemmen als Pa.
En toen
kreeg ik poten.
VERRASSING Pa!
David Ezra Stein. Uit: Pa en Julia. Illustraties idem. Vertaling Jesse Goossen. Lemniscaat, 2015.
Grappig prentenboek over een kikkervisje dat elke avond bij haar vader in bed wil slapen. Herkenbare kost voor veel ouders én kinderen. De tekenstijl is geweldig, stevig en een tikje rauw, vertellend en humoristisch. Er is een prettige wisselwerking tussen de rechttoe rechtaan teksten, die veel met  herhaling werken, en de tekeningen.
Leeftijd 2+.

Albertina Albatros
vliegt naar Antactica,
en Ans uit Amsterdam
vliegt Albertina achterna.

Dit zijn Bob en Billy bijeneter.
‘Hap slik weg!’ doen Bob en Billy blij.
Zouden beide bijen in hun bekjes
even blij en vrolijk zijn als zij?

Ca kraanvogel danst de cancan
met Carlos, haar kraanvogelman,
die ook nog de chachacha kan.
En Carolina kaketoe? Zij kijkt met haar familie toe.

Dwarrelende duivenveertjes,
wit als sneeuw en zacht als dons.
Douwe eend kan ook goed vliegen.
‘Duiven, duiven, wacht op ons!’
Bette Westera. Uit: Vrolijke vogels. Illustraties Emmanuelle Walker. Uitgeverij Karmijn, 2015.
Wat een lekker boek! is de eerste gedachte bij het ter hand nemen van dit zeer luxe prentenboek. De vrolijk fluorescerende rand en letters, de boekrug in linnen, de kleurrijke troep vogels op het omslag, het formaat, de harde kaft, alles nodigt uit om het boek open te slaan.
Ook de allereerste blik op de binnenkant is prettig: opspattende eieren dansen als bovenmaatse regendruppels over de pagina’s. Op de twee laatste pagina’s hetzelfde ontwerp met dezelfde eieren waar allerlei vogelsoorten uit kruipen. Mooi gedaan. 
De tekst is een ABC op rijm over de wederwaardigheden van de afgebeelde vogels in het boek. Grote, grafisch uitgewerkte prenten in felle kleuren, een feest voor de ogen. De gedichtachtige versjes zijn gemaakt door Bette Westera, dus met het niveau is niks mis; metrum, rijm, vindingrijkheid in taal en fantasie.
Maar ik vraag me af of zo’n mooi boek de ietwat harkerige versjes over Fedde vink en Flip flamingo, Eimert zilverreiger en Erna arend nodig heeft. Die namen. Dat alfabet!  Ze lezen fijn voor, dat dan weer wel.  

picknick
onder de walnootboom gelegen
de hele middag onze buiken volgegeten
hoofden leeggedacht

over de ruimte om ons heen
die uitdijt steeds verder uitdijt
met ons vergeleken

zodat we krompen in het gras

we vonden dat het goed was
dat er zoveel lege doppen lagen
in één had onze wereld nooit gepast.
Kate Schlingemann. Uit: Wondermiddel en andere gedichten. Tekeningen Nynke Kuipers. Xanten, 2015.
Een dichtbundel van een debuterend dichter is altijd weer een spannende gebeurtenis. In deze bundel van Kate Schlingemann dansen borende levensvragen , heldere observaties en kleurrijke taal dwars door elkaar.
In vijf hoofdstukjes met titels als ‘hoe lang duur ik ongeveer’ en ‘met laarzen aan niet denken’ paraderen wind en wolken, vliegen en vogels, opa’s, poezen en koeien langs in een bonte optocht vol vragen en constateringen. Een fijn boek.
Leeftijd: 8-100