Bij ons in de familie
zijn we allemaal,
van de jongste tot de oudste,
heel erg muzikaal.

Ikzelf kan prachtig zingen,
solo of in koor.
Kom, dan stel ik mijn familie
zingend aan je voor.

Opa Klaas speelt zeemansliedjes
op zijn orgel in de straat.
Op zijn schouder slaat een aapje
met een wandelstok de maat.

Oma Cootje roert de trom
en dat gaat niet zachtjes, hoor.
Stop als zij gaat spelen
gauw een watje in je oor.
Er is ook een accordeonspelende vader, een harpiste als moeder, een babybroertje dat met zijn rammelaar rammelt, een oom, tante, nicht en neef:
Vandaag komt de familie
voor een feestlied bij elkaar,
want de moeder van mijn oma
wordt op de kop af honderd jaar.
Maar waar is ze, Ouwe Opoe?
Heeft ze ons weer eens gefopt?
..
Koos Meinderts. Uit: Bij ons in de familie. Tekeningen Annette Fienieg. Lemniscaat, 2014. 
Na ‘Bij ons in de straat’ en ‘Bij ons in het circus’ deel drie van deze vrolijke trilogie. Mijn favoriet blijft ‘Bij ons in het circus’ met zijn vindingrijke vondsten. Dit nieuwe deel is  het ‘gewoonst’, al is er nog steeds veel te genieten en zitten er leuke grappen in de tekeningen.

Dag Teun,
Ik ben het, je rode krijtje. We moeten
eens ERNSTIG praten. Jij laat me veel te
hard werken. Vee harder dan al je
andere krijtjes. Het HELE jaar door
sloof ik me uit om brandweerauto’s, appels
en aardbeien in te kleuren, en al die andere
rode dingen. Zelfs in de kerstvakantie
zet je me aan het werk. Dan moet ik
de ene na de andere Kerstman rood
kleuren. En op Valentijnsdag zit ik
urenlang rode hartjes te tekenen!
Ik krijg er een rooie kop van.
Ik heb RUST nodig!
Groeten van je overspannen vriend,
Rood krijtje
Zelden zo’n hilarisch grappig, goed uitgevoerd prentenboek gezien als ‘De krijtjes staken van Drew Daywalt, vertaald door Koos Meinderts. Het ene na het andere krijtje uit zijn tekendoos schrijft Teun een brief en allemaal zijn ze boos op hem, behalve Groen Krijtje die Teun laat weten dat hij met “veel plezier al die bomen, krokodillen, dinosaurussen en kikkers voorziet van een mooi groen kleurtje” en Teun meteen laat weten dat Geel Krijtje en Oranje Krijtje niet meer met elkaar praten omdat ze allebei vinden dat zij de juiste kleur voor de zon zijn. “Alsjeblieft, Teun, doe er wat aan, en snel. Wij, de overige krijtjes, kunnen het niet langer aanzien.”
Het boek heeft maandenlang op 1 gestaan in de New York Times bestsellerlijst en staat nog steeds in de top 10. 
Drew Daywalt. Uit: De krijtjes staken! Vertaling Koos Meinderts, getekend door Oliver Jeffers. De Fontein, 2014. 

Ik ben een held, ik ben een held
in een wereld vol geweld.
Ik ben een held en ik ben machtig,
ik ben fantastisch, ik ben prachtig,
er is niemand net zo moedig
en zo stoer en zo koelbloedig

Als het spookt bij jullie thuis, dan roep je mij.
Ik kom eraan en maak het huis van spoken vrij.
Zie je een schaduw op ’t behang,
en ben je in het donker bang
en hoor je stemmen op de gang? Haal mij erbij!

Ik red de wereld en de maan
en als de zon niet op wil gaan
ga ‘k zelf wel aan de hemel staan! Zoals ik zei:

Ik ben een held, ik ben een held!
De wereld is op mij gesteld.
Ik ben een held en ik ben machtig,
ik ben geweldig, ik ben prachtig,
er is niemand net zo moedig
en zo stoer en zo koelbloedig
[…]
Ted van Lieshout. Uit: Het rijmt. Veel versjes & liedjes 1984 – 2014. Leopold, 2014. 
Alle elementen die de poëzie van Ted van Lieshout dwars, stout, gelaagd, grappig, licht en raak maken zijn ook te vinden in ‘Het rijmt’, een jubileumbundel ter ere van zijn dertigjarige dichterschap. De gedichten en liedjes, veelal ongepubliceerd, sommigen voor Sesamstraat, sommigen voor theaterorkest Maxtak, zijn bedoeld voor jongere lezers, hoewel iedere taalliefhebber, ongeacht zijn leeftijd, per direct blij wordt van dit boek. ‘Of een gedicht moet rijmen’ vragen veel mensen. Nee. Rijmen is een vak apart, dat maar al te vaak verzandt in een zouteloze, nietszeggende woordenbrij. Maar Ted van Lieshout beheerst het tot in de puntjes van zijn haarvaten, net als ritmisch en metrisch schrijven. Alles bij elkaar geeft het de gedichten en liedjes een dansante sfeer.
Vormgeving en illustraties zijn eveneens van de hand van van Lieshout, en even prachtig als de gedichten. Jammer dat er geen cd bij het boek zit waarop je de liedjes kunt horen.
Leeftijd: 3+

“‘Dan ga ik een warm huisje voor ons bouwen en dan nemen we een kleine Papagena!’
‘En ook een Papageno!’
‘En dan nog een Papageno!
Omdat ik zo veel voor je voel.
Al vind ik vier een heleboel…'”
 Frank Groothof. Uit: De toverfluit. Illustraties Thé Tjong-Khing. Gottmer, 2014. 
Een spannend operaboek voor kinderen over een prins en prinses, een draak en een Koningin van de Nacht klinkt net zo bijzonder als het is. Meesterverteller Frank Groothof en oppertekenaar Thé Tjong-Khing maakten samen ‘De toverfluit’, een hervertelling van Mozarts opera in een mooi vormgegeven prentenboek met wonderschone kleurplaten en harde kaft. 

Op de bijbehorende cd hoor je de hele voorstelling, als luisterboek.
Frank Groothof speelt de meeste mannelijke zangrollen, Harrie Geelen maakte de liedteksten. 
Uitvoerende musici: het Krakau Philharmonisch Orkest o.l.v. Jean Paul Penin en het Nederhorst den Berger Mozartkonsort o.l.v. Jan Willem de Vriend.
Meer informatie over Frank Groothof vindt je hier.

Ver weg, in de Flikflakbaai, wonen de Fnuiken.
De Flikfnuiken hebben een ster op hun buiken.
De Flakfnuiken niet. Flakfnuikbuiken zijn bloot.
Dat is het verschil. Dit verschil is niet groot.
[…]
De Flikfnuiken kunnen geen Flakfnuiken velen.
Hun kinderen mogen niet met elkaar spelen.

Wanneer er een vuur wordt gemaakt op het strand,
dan staan alle Flakfnuiken stil aan de kant.
Ze mogen niet meedoen.. ze krijgen geen drinken..
De worstjes zijn heerlijk, ze kunnen ze ruiken.
Och hadden ze ook maar zo’n ster op hun buiken.
Gelukkig komt al snel professor Hieronymus Meeker in de Flikflakbaai op bezoek met zijn ‘Wasechte sterren, niet duur!’ Binnen de kortste keren hebben alle Flakfnuiken ook een ster op hun buik. Maar dát vinden de Flikfluiken niet leuk.
De Flikfluiken staan vol ontzetting te kijken.
Ze roepen: ‘Wij willen niet op jullie lijken!
Verschil moet er zijn, ook al is het er niet.
Een Fnuik is geen Flikfnuik als niemand het ziet.
Wij willen niet lijken op Fnuiken met buiken
met sterren, wij zijn hier de slimmere Fnuiken.
Dus weg met die sterren, we willen ze kwijt.
Een ster is verwarrend en erg uit de tijd.’
Professor Hieronymus Meeker weet wel raad, voor 5 euro helpt hij de Flikfnuiken van hun ster af. Maar wat moeten de Flakfnuiken nu met hun ster?
Er zijn er met sterren. Er zijn er ook zonder.
Maar wie is nu wie? Niemand weet het. Geen wonder
[…]
een Fnuik is een Fnuik, wat voor buik hij ook heeft.
Een ster op een buik doet niet langer ter zake.
Verschil mag er zijn, maar je moet het niet maken.
Dr. Seuss. Uit: De Fnuiken en andere verhalen. Vertaling Bette Westera. Gottmer, 2014.
Met behalve De Fnuiken de korte verhalen Twee zwarrige Zwanten, Allemaal Sammen en Voor niets of niemand bang. Immer actueel boek over anders zijn en discriminatie op grond van uiterlijke kenmerken.
Heerlijke rijmen, fijne tekeningen, volmaakte vertalingen door Bette Westera: dr. Seuss verveelt nooit.
Leeftijd 6+