Later wil ik over bergen
over bergen over
bergen gaan.

En ben ik er dan over,
ben ik dan aan
de overkant,

dan wil ik dat alles
anders,
helemaal anders
en over is.
Gil Vander Heyden. Uit: Kleine stemmen. Tekeningen Andre Sollie. Clavis, 2013. 
Gil kreeg gisteren een Zilveren Griffel voor deze bundel, die net als de andere poëziewinnaars (zie voor de links hieronder) eerder al op deze pagina werd besproken: Kleine stemmen.
Hier lees je het juryrapport en hier zijn de winnaars van de jaarlijkse Griffels,Vlaggen en Wimpels, Penselen en Paletten: 
Zilveren Griffels
Tot 6 jaar
Held op sokken – Bette Westera (Gottmer)

Wij samen op stap – Jean Reidy (Querido)
Vanaf 6 jaar
Garmanns straat – Stian Hole (Hoogland & Van Klaveren)
Groter dan een droom – Jef Aerts (Querido)
Vanaf 9 jaar
Broergeheim – Emiel de Wild (Leopold)
Vissen smelten niet – Jef Aerts ( Querido)
Informatief
Het raadsel van alles wat leeft – Jan Paul Schutten (Gottmer)
Poëzie
Zilveren Penseel:
Coco of het kleine zwarte jurkje –  Annemarie van Haeringen
 (Leopold en Gemeentemuseum Den Haag)
Het raadsel van alles wat leeft – Floor Rieder (Gottmer)
Zilveren Palet:
Het hondje dat Nino niet had –  Anton van Hertbruggen (De Eenhoorn)
Deze hoed is niet van mij –  Jon Klassen (Gottmer)
Niet-Nederlandse illustratoren komen sinds 2012 in aanmerking voor twee
Zilveren Paletten, waarvan er één het Gulden Palet kan winnen.
Vlag en Wimpels:
Tot zes jaar 

Boer Boris in de sneeuw – Ted van Lieshout (Gottmer) Let op: link gaat naar het eerste Boer Borisboek.
Als iedereen slaapt – Komako Sakai (De Eenhoorn)
Prinses Pernilla en de reddende ridders – Mathilde Stein (Lemniscaat)
Vanaf zes jaar 
Jonas en de visjes van Kees Poon – Harm de Jonge (Hoogland & Van
Klaveren)
Sammie en opa – Enne Koens (Moon)
Vlieg! – Marco Kunst (Lemniscaat)
Vanaf negen jaar 
De regels van drie – Marjolijn Hof (Querido)
Jonge Vlieger – Ellen van Velzen (Lemniscaat)
Mijn bijzonder rare week met Tess – Anna Woltz (Querido)
Informatief 
ABC Dragt – Joukje Akveld en Annemarie Terhell (Leopold)
Foto! – Marije van der Hoeven (Ploegsma)

‘Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond
alleen wat kraaienpootjes om mijn ogen.

Ik ga nooit liegen of bedriegen, waarom zou ik
en niemand gaat ooit liegen tegen mij.
Ik neem niet van die vieze vette
grijze pieken en ik ga zeker ook niet
stinken uit mijn mond.

Ik neem een hond drie poezen en een geit
die binnen mag, dat is gezellig,
de keutels kunnen mij niet schelen.
De poezen mogen in mijn bed
de hond gaat op het kleedje.

Ik neem ook hele leuke planten met veel bloemen
niet van die saaien sprieten en geen luis, of zoiets raars.
Ik neem een hele lieve man die tamelijk beroemd is
de hele dag en ook de nacht
blijven wij alsmaar bij elkaar.’
Judith Herzberg. Uit: Strijklicht. Van Oorschot, 1986.

Ik ben Pietje, Pietje Bell.
Ik help graag mensen in de knel.

Mijn vrienden Peentje, Engel,Sproet en ik,
we kennen alle hoekjes van de stad.
We rennen, ruziën en sjouwen.
We staan als kiene kauwen altijd overal vooraan.

Ik ben Pietje, Pietje Bell.
Ik hou wel van een geintje.

Vanmorgen in de klas
de staarten van twee meisjes vastgeknoopt
toen meester stond te praten.
Niks in de gaten!

Soms gaat het mis. Die kraan vergeten
dat was pech.
Top dat er brandweer is.
Pompte al het water weg.

Ik ben Pietje, Pietje Bell.
Mijn zus kan mij wel schieten.

Ik bedoel het altijd goed
maar zij was echt niet blij
met die mooie rooie verfvlek
in haar nieuwe jurk van zij.

Toch ben ik liever mij
dan die zeurpiet van hiernaast.
Gehoorzaam, altijd braaf,
maar geen plezier, nooit vertier.

Ik ben Pietje, Pietje Bell.
Ik help graag mensen in de knel.
Ik hou wel van een geintje.
Diet Groothuis. Uit: BoekieBoekie, nr. 94, jaargang 23, zomer 2014.
Leeftijd 5+

Ik word geleefd. Ik word gestorven.
Ik was driemaal tweebladig, en afgegraasd,
maar tenslotte vertwijgd en vermenigvuldigd,
scherpdoornig, verhout, benest en opgeschoten
uit aardezout om zonnesuiker. Ik word binnenin bezongen
door lijsters die geen kijkend huid-ding hoeven vrezen.
Ik kreeg de jaren bebloemd, bevinkt,  mier-beklommen,
in nu eens minder bessen, dan weer wijd uitlopend
boven een krans van smeuïge stralen mest.
Van water de krukas, de koppeling van gas,
is mijn vee-gesnoerde gestalte een brede kroon, ontsproten
boven het hongerbui-instinct dat alles herschept
tot prairie. Op mijn stekels prikt de klauwier
de cariës van muizen en bedorven hagedissen.
Bladdiep daaronder worden zaadschreeuwkeeltjes gevuld.
In mij, berankt, vermenigvuldigd, wordt geleefd en gestorven.
Les Murray. Uit: De slabonenpreek. Samenstelling en vertaling uit het Engels Maarten Elzinga. Meulenhoff, 1997.

Aan mijn been
hangt een voet
en in mijn arm
stroomt er bloed.

In mijn buik
knort een maag
en in mijn hoofd
ronkt een vraag:

een hart, een kont,
een neus, een mond
(die af en toe eens lacht),
wie heeft dat toch
zo knap bedacht?
Geert de Kockere. Uit: Samen over een muurtje. 101 gedichten van Geert de Kockere. De Eenhoorn, 2014.

V
schreef juf op het bord. Een verre,
sierlijke, eenzame V. Nog voor ze
iets gevraagd had, gingen er
vingers in de lucht. Ze draaide zich
om op haar hak. Haar jurk waaide op.
Tevreden keek ze ons aan. Al die vingers.
We waren een flinke klas.

Eén
van de vingers was van Brenda,
het dommetje van de klas. ‘Maar wel lief.’
Lezen was moeilijk voor haar.
En rekenen. En zwijgen. Maar ze kon
verdraaid goed tekenen. ‘Zeg het maar,
Brenda,’ zei juf. ‘Zeg maar wat het is.’
‘Een vogel,’ zei Brenda.

“Nee,’
zei juf, ’tekenen komt straks, Brenda.
Nu lezen we.’ En toen iemand zei
dat het een ve was, knikte ze: ‘Goed!
De ve van van en de ve van voet en..’
En weer gingen er vingers de lucht in.
En weer was Brenda erbij. ‘Ja, Brenda?’
‘…de ve van vogel,’ zei Brenda.
Willy Van Doorselaer. Uit: Ik zoek een woord. 167 gedichten over taal om van A tot Z te verslinden. Gekozen door Hans & Monique Hagen. Querido, 2013/Dit is het bos, verdwaal hier maar. Houtekiet, 1994. 

5 juni
Kattebelletje
ik zal voor je
luisteren


ik zal
alle klanken
van de wereld 
horen


alle 
heerlijke
onzegbare
zegbare
klanken


al het
ronken
en
zoemen
en alle
tingeltangel-
klanken


ik zal
alle klanken
van de 
wereld
horen


en ik zal ze opschrijven
zodat
jij
ze ook
kunt horen.

18 oktober
Soms vraag ik me af:
Als je niet kunt horen,
wat gebeurt er dan als je
snor snor snor
of gorgelen
of krom krijtje
leest?

Kun je op de een of andere manier
het gesnorsnorsnor
of gegorgel
of kromme krijtjes
voelen?

Voel je de geluiden
in plaats van ze
te horen?
Sharon Creech. Uit: Haat die kat. Vertaling uit het Engels: Michèle Bernard. Hoogland & Van Klaveren, 2009. 
Fascinerend vervolg op Hou van die hond, waarin Jack met hulp van juf Stretchberry de schoonheid van poëzie ontdekt en zich ontpopt tot dichter.