Bij ons in het circus, hier in de piste
werken uitsluitend wereldartiesten.
Nog enkele kaartjes, komt u snel binnen.
Hoor de muziek, de show gaat beginnen!

Hooggeëerd publiek,
hier is Zorba de Griek, wereldberoemd acrobaat.
Kijk eens hoe soepel hij door een brandende hoepel
achterstevoren een saltootje maakt.
Koos Meinderts. Uit: Bij ons in het circus. Illustraties Annette Fienieg. Lemniscaat, 2013.
Na ‘Bij ons in de straat’ is er nu ‘Bij ons in het circus’. Korte, originele, ritmische rijmen met heerlijke platen over muis Mighty Mouse, olifant Hannibal uit Rome en jongleur Joli-Coeur.
Deze serie mag wat mij betreft nog wel even doorgaan. Leeftijd 6+.

Boer Boris heeft een boerderij.
Daar hoort 1 grote tractor bij.
Daar rijdt hij mee over zijn land
en maakt er sporen mee in ’t zand.

Boer Boris heeft een boerderij.
Daar horen ook 2 schuren bij.
In de ene wordt het hooi bewaard…
[…]
Ted van Lieshout. Uit: Boer Boris. Illustraties Philip Hopman. Gottmer, 2012.
Het tellen gaat door in dit eerste deel van Boer Boris. Leuk boek voor kinderen die (willen) leren tellen, met rustige en soms erg grappige prenten van de schapen, koeien, muizen en vogelverschrikkers die op de boerderij wonen.
In juni volgt deel 2 van Boer Boris.
Leeftijd 3+

Rare mensen
scheve bomen
en vreemde vogels

zijn er
met hopen
op het eiland Qrom

en ze zijn allemaal
zo krom
als een tros
bananen

De mensen lopen krom
tegen de wind
met hun kraag recht
en hun neus plat
op de grond


Zo was er Hank
Ooit
lang geleden
was hij piraat


Hij had een vogel
die sprak
in zijn plaats
in geuren en kleuren
Zijn naam was Joek
Stephan Dierickx. Uit: De kronieken van Qrom. Illustraties Judith Vanistendael. Lannoo, 2012.
Prentenboek met sterke, sfeervolle prenten van striptekenaar/ illustrator Judith Vanistendael en rommelig, incoherent verhaal over het verlaten eiland Qrom waar op een dag een kist aanspoelt, waarna voor de bewoners alles verandert. De teksten worden als poëzie gepresenteerd, maar zijn daarvoor te weinig muzikaal. Leeftijd: 7+.

Moeder, iets groens, waar geen hek omheen staat,
is dat nu ‘buiten’?
Of is alles zo recht, met een sloot en een doelpaal
en wachters, die ’s avonds gaan sluiten?

Aan het eind van lijn negen, daar is ook zowat
het eind van de huizen,
maar waar ik verleden zomer nog zat
daar liggen nou buizen.
Het is net of de steen veel rooier wordt
aan het eind van de stad,
en of het weer veel mooier wordt
dan je ’t binnen had.
Maar de bomen zijn kleiner
en toch is het fijner
dan ’t kerkhof met die kruisen.
Ik ga samen met Piet
op het voorbalkon, tussen de mensen d’r benen.
De conducteur, die ziet ons niet
en aan ’t eindpunt zijn we verdwenen.
Maar een keer heeft ie ons gezien;
dat kwam door Piet, dat loeder,
en die vent heeft niet eens naar ons kaartje gevraagd,
wat een stommerik, hè moeder?
J.M.W. Scheltema. Uit: Chansons, gedichten en studentenliederen. Van Gennep, 1948.

Ik ben een regenbuienbloem
mijn vader plukt me van de straat.
hij is mega donderwolkenkwaad
door de moddertranen op mijn broek
en alle schone sokken zoek.
in de wasmasjien met mij.
30 graden, zo voorbij.

opgevouwen
lig ik voor het raam
ik damp een wolkje op het glas
ik schrijf mijn naam
en: help! ik was
een hond, wie laat me uit?!
wie redt mij uit de nood?
ik wil zwemmen in de goot.
zonder regen droog ik uit,
krijg ik gaatjes in mijn huid.

tring gaat de telefoon
mijn vader luistert, knikt en praat
hij let niet langer meer op mij
door die mobiele kletserij

en boven op mijn schone kop
zet ik mijn regenfeestgezicht.
deurtje dicht en deurtje open,
gaan mijn benen met mij lopen.
gaan ze met me aan de haal
naar een volgend nat verhaal.
Mary Heylema. Uit: Wie heeft hier met verf lopen smijten? Querido’s Poëziespektakel 3. Samenstelling Ted van Lieshout. Querido, 2010.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

O, ik weet wel hoe tanden verdwijnen.
Eerst wat gebungel,
en dan wat geklungel
met je tong, net eronder.
En dan trekken en wrikken en dan
zit je zonder.
Maar wie weet
hoe er daarna weer nieuwe verschijnen?
In de nacht?
Onverwacht?
Misschien zakken ze zacht
uit je kaken omlaag?
Hoe moet dat, wie doet dat?
Antwoorden graag.
Edward van de Vendel. Uit: Hoera voor superguppie. Illustraties Fleur van der Weel. Querido, 2010.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Een slak heeft maar één voet.
Dat snap je niet goed.

Maar één voet!
Eén voet om te gaan.
En niet eens een been om op te staan.

En ze zeult met een huis.
Op haar rug.
In een wei.
Of in een tuin.
Die van jou of die van mij.

En soms kruipt ze een boom in.
Met pak en zak.
En met een huis dat weegt.

Ja, zó sterk is een slak.
Geert de Kockere. Uit: Een vink zegt sus. Speelse dierengedichten. Illustraties Geert Vervaeke. Lannoo, 2012.

Zie je dit doosje? Het is hol, klop er maar op
Het is van hout dat doormidden is gekliefd
losgemaakt van zijn wortels, in stukken gezaagd

Geschuurd, geschaafd, de ene kant heet gemaakt
boven een vuur, de andere kant kout en nat
en zo gebogen tot het bijna knapte

Het staat nu gespannen van trots
er zijn sierlijke gaten in gemaakt
met een heel gemeen scherp zaagje

Dit doosje is gemaakt van pijn
Uit een dode kat zijn vier darmen getrokken
en over het hout, over de gaten gespannen

Alleen zo kan het verdrietige hout zingen
(het best bij volle maan) over hoe het droomt
van zonlicht en de wind door de bladeren

Over die vogels die komen nestelen,
over de mieren die komen kietelen, daar kan hij niet tegen
de specht, klop er maar op, de herfst, de regen…

Dat woont allemaal in dat kleine houten kastje
als je door de gaatjes kijkt zie je alleen maar
donker, als je voelt, voel je niks

Maar als je de snaren streelt,
wordt het wakker en vraagt vlug:

breng mij terug, breng mij terug…
Hans Mirck. Uit: Wie heeft hier met verf lopen smijten? Querido’s Poëziespektakel 3. Samensteller: Ted van Lieshout. Querido, 2010.
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Ik word wakker en roep: ‘Vandaag is de dag’.
Trek mijn kleren aan, ren naar beneden.
Ik ga fietsen, vandaag is de dag.
Mijn moeder zegt: niks daarvan,
je moet eerst wat eten.
Maar vandaag is de dag.
Okee, ik doe het zo. Ik ga. Vandaag is de dag.
Ik spring op mijn fiets.
Ga lekker fietsen.
Later kom ik thuis. Je bent te laat
Ga aan tafel! Ga eten.
Vandaag is de dag.
Dit gedicht is geschreven door Maartje (9) uit Wijk bij Duurstede.

Slimme Kimmie Cowboy ziet een wedstrijd, de rodeo.
Op een grote zwarte stier zit cowboy Lompe Leo.
De stier maakt wilde bokkensprongen en dan gooit hij bruut
Lompe Leo in het zand, al na een kwart minuut!

Ook cowboy Sterke Simon gaat al heel snel op z’n snufferd.
En cowboy Rappe Ronnie valt al vóór hij zit, de sufferd.

Lange Sander zit het langst:  wel negentien seconden.
Dan is Kimmie aan de beurt, het is de laatste ronde…

Als Kimmie op de stier zit zegt ze: ‘Wil je ’n sprookje horen?’
De stier blijft stokstijf staan en spitst dan allebei z’n oren.
‘Roodkapje liep door’t donkere bos,’ zegt Kimmie fluisterzacht.
‘Er kwam een grote boze wolf, die had haar opgewacht.’
[…]

Marjet Huiberts. Uit: Kimmie Cowboy. Illustraties Noëlle Smit. Gottmer, 2013.

Kimmie Cowboy woont helemaal alleen op de prairie. Daar zijn ook veedieven, oorlogszuchtige Indianen, boze beren. Is Kimmie ze te slim af?
Vijf grappigspannende verhalen op rijm, een heleboel grote, kleurrijke en droogkomische prenten: succes verzekerd. Leeftijd 4+.