Er bestaan vele redenen waardoor je niet stil
kunt blijven liggen, ’s nachts. Als je steeds
moet hoesten, bijvoorbeeld, zal je lichaam
op en neer schokken alsof je op een rijkoets ligt en
als je erg ziek bent, een lijkwagen. Of het is zo
dat je niet weet waar je moet kijken, omdat alles
voor je ogen zo rood is. Je ogen zijn zo rood, omdat
iemand heeft gezegd dat je ogen zo blauw zijn en
dat heeft je geraakt. Het fijne aan geraakt worden
is dat het niet lang hoeft te duren om lang
te blijven duren en het vreemde aan geraakt zijn
is dat het nagalmt en nastampt en toch ben je
er stil van. Het mooie aan het woord stil is dat het
iets zegt over geluid en beweging en het bijzondere
aan geluid is dat het bestaat uit beweging. Het fijne
aan beweging is dat het zo ingetogen is, je kunt
heel zacht je huid laten voelen dat iemand anders
je huid voelt. Tegelijkertijd is het fijne aan beweging
juist dat het uitbundig is, je kunt heel hardnekkig
een dansend monster in je voeten hebben zitten, dat
je hakken de hele avond de grond in wil stampen.
Maar het vreemde aan een hele avond is dat je soms
niet weet welke vorm van beweging je het liefst
lang laat duren.  Gelukkig is het goede aan iets lang
laten duren dat alles op den duur weer terug stil valt.
En wat ik het allermooiste aan het woord stil vind,
is dat je er in het Engels een l aan kunt plakken,
waardoor we elkaar kunnen vragen, waarom we
nog steeds niet gaan slapen.
Lieke Marsman. Uit: Wat ik mijzelf graag voorhoud. Van Oorschot B.V., 2010.

’t Is bijna tien, de avond is’t,
waarop de Heiland werd geboren;
wat lange wimpers heeft de os,
de ezel wat fluwelen oren.
Maar waar is nu het kerstkonijn,
het witte met de rode ogen,
dat nooit genoeg gestreeld kon zijn?
O, zoveel liefde werd tot logen,
want, in de vrieskou, aan de lijn
hangt, rood geaderd, binnenste buiten,
het jasje van het kerstkonijn.
Er klimt een treurwilg langs de ruiten
en alles zou zo erg niet zijn,
als niet de jongen was bedrogen;
er vaart door hem een vreemde pijn;
nu heeft hij zelf zo rode ogen;
hij ziet de wereld: lijn aan lijn,
miljoenen vachtjes, stijf bevroren,
massacre van het kerstkonijn
en wil niets van de Heiland horen.
Jac.van Hattum. Uit: Verzameld werk, Verzen. Van Oorschot, 1993. 
Meer info over Jac.van Hattum: http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=hatt004

Het is al heel vroeg donker,
het is al heel vroeg laat,
en alle mensen slepen
met bomen langs de straat.

Een kerstboom in de kamer,
wat zal dat prachtig staan,
daar kun je liedjes zingen
met alle lichtjes aan.

Maar wij zijn arme drommels,
wij wonen in een schuur,
en zelfs de kleinste kerstboom
is ons nog veel te duur.

Toen grootvader nog leefde,
toen hadden wij het fijn:
die gapte bij de rijken
een kerstboom uit de tuin.

Als hij ons in het donker
dat mooie boompje bracht,
dan zongen wij te zamen
het lied van ‘Stille Nacht’.

Grootvader is gestorven,
hij is er nu niet meer.
Heeft u voor ons een centje
voor een kerstboompje, meneer?
Willem Wilmink. Uit: Verzamelde liedjes en gedichten. Prometheus, 2010.

Over de daken van de huizen
lopen zeven muizen
haast vliegend voor hun leven,
de poes wil zich niet gewonnen geven

de eerste muis valt van het dak
de volgende is tè op zijn gemak
de derde rent door het raam
en met de vierde muis is het ook gedaan

de vijfde rent twijfelend rond
en belandt uiteindelijk toch op de grond
de zesde is door de schoorsteen gegaan
maar die was echt  hard doorgegaan

de zevende was de kat te slim af
en duwde hem van het dak af!

Dit gedicht is van Ying uit groep 6 van de Anne Frankschool in Bunnik.

Bijna kerstvakantie, voor veel kinderen tijd om te knutselen, lezen, spelen.Een steuntje in de rug daarbij kan helpen, zoals dit boek met feestjestips.
Er staan heel veel feestjes in: Maak-je-mooi-feestje. Herfstknutselfeestje. Maak-je-kamer-gezellig-dagje.
Lovequiz. Secret Sint…verjaardag, Sint Maarten, Valentijnsdag, Koningsdag, vaderdag. Er zijn tips voor de lente: maak een lentekrans en voor dierendag: pimp an animal. Er staan ideeën in voor vakantiekunst en het beste-vader-van-de-wereldboekje.
Een boek vol feestjes. Christien Oranje. Ill. Mariska Vos. Columbus, 2013.
“Een boek vol feestjes” is een knutsel- en ideeënboek voor iedereen die graag feest/jes viert. Er is één groot maar. Het boek richt zich exclusief op zeer orthodox christelijke kinderen en ouders. Op bijna elke pagina staat een bijbeltekst, de jaarfeesten als kerst, Pasen en  Pinsteren worden uitsluitend christelijk geduid en dagen als ‘biddag’ en ‘dankdag’ worden alleen nog  binnen een hele beperkte groep orthodox gelovigen gevierd. Toch staat ook het Suikerfeest voor moslims er in, maar er zullen vrij weinig kinderen zijn die met Hemelvaart een ‘Jesus-is-king-button’ willen gaan maken, zelfs als ze christelijk zijn. 
Illustraties en vormgeving zijn meer dan in orde maar achterin het boek staat een reclamepagina voor een christelijk opvoedtijdschrift. 
Jammer, met een minder beperkte doelgroep in het vizier was dit een leuk boek geweest.

de beer de man
de man de haas

groot kan het kleine grut
met groot gemak de baas

het kalf is kleiner dan de koe
de zon is groter dan de maan

natuurlijk geven klein en groot
de maat van dingen aan

ik heb een wezel moeten vinden
dood in het dorre gras

voor ik begreep wat er erg klein
en tegelijk het grootste was.
Bart Moeyaert. Uit: Jij en ik en alle andere kinderen. De verzamelde verhalen en kindergedichten. Querido, 2013. 
Een overzichtsbundel van dertig jaar schrijversschap, en wat voor één. Een prettig en stevig in de hand liggend en  mooi uitgevoerd boek waarin een keur van illustratoren uit het Nederlands taalgebied de verhalen en gedichten ondersteunt: Marije Tolman, André Sollie, Gerda Dendooven, Wolf Erlbruch en Rotraut Susanne Berner. Jammer dat er niet wat meer achtergrondinformatie wordt gegeven bij schrijver en verhalen, verder niets op aan te merken!
Bovenstaand gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.

Alles in de wind, alles in de wind.
Daar liep een schipperskind.
Alles in de wind, alles in de wind.
Daar liep een schipperskind.

Kom hier Rosa,
je bent mijn zusje, je bent mijn zusje.
Kom hier Rosa,
je bent mijn zusje, ja, ja.
Mies van Hout. Uit: Alles in de wind. Liedjes over varen en de zee. Lemniscaat, 2013.
Mies van Hout is dit jaar 25 jaar illustrator. Aan de, meestentijds bekende, zee- en vaarliedjes in dit liedjesprentenboek zie je Nederlands geschiedenis als zeevarende natie mooi terug. De platen nodigen uit tot kijken, de liedjes tot meezingen. De bijgeleverde cd helpt die ouders en leerkrachten die de melodie vergeten zijn, of nooit hebben gekend.
Leeftijd: 0-99.

Our deepest fear is not that we are inadequate
Our deepest fear is that we are powerful beyond measure.
It is our light, not our darkness that most frightens us.
We ask ourselves: who am I to be so gorgeous, talented, brilliant?
Actually, who are you not to be?
You are a child of God.
Your playing small does not serve the world.
We were born to make manifest the glory of God that is within us.
It is not just in some of us
It is in everyone
And as we let our light shine
we unconciously give other people permission to do the same
As we are liberated from our own fears
our Presence automatically liberates others.
Ten onrechte toegeschreven aan Nelson Mandela, als deel van zijn  inaugurele rede in 1994. In werkelijkheid afkomstig uit het boek Return to Love van Marianne Williamson, 1992.

Zo doet het slakje
Het slakje kruipt al uit zijn huis.
Kruip, kruip, kruip, kruip.
Het strekt de beide voelhorentjes uit.
Sluip, sluip, sluip, sluip.
Het trekt ze nu weer in.
En kruipt vlug, vlug zijn huisje weer in.
In zijn warme ronde huis,
voelt hij zich helemaal thuis.
Lief slakje klein,
waar mag jij nu toch zijn?
Kristien Dieltiens. De wereld in mijn handen. Beeldige hand- en vingerversjes. Ill. Milja Praagman. De Eenhoorn, 2013.
Ligt het aan de crisis? Is er een hang naar veilig, overzichtelijk, vroeger? Wie het weet mag het zeggen maar feit is dat dit het najaar is van de liedjesboeken voor jonge kinderen.
Na Koos Meinderts’ De liedjesalmanak. Herfst en winter en Marijke ten Cate’s Joepie Joepie zijn er nu ook ‘De wereld in mijn handen’ van Kristien Dieltiens en Milja Praagman en ‘Alles in de wind. Liedjes over varen en de zee’ van Mies van Hout, uitgegeven door Lemniscaat.
Alle vier verschillend, maar ze hebben gemeen dat er naast nieuwe liedjes veel bekende versjes van vroeger in staan, dat er een cd met de liedjes bij het boek zit en dat ze bedoeld zijn voor peuters en kleuters.
In het geval van ‘De wereld in mijn handen’ is die cd trouwens een dvd,  de liedjes in dit boek kun je uitbeelden met je handen: “ter bevordering van de intimiteit tussen volwassene en kind en de fijne vingermotoriek die inwerkt op de taalontwikkeling van het kind”. De dvd laat zien hoe dat moet.
Leeftijd 2+
Hieronder het handversje ‘Zo doet het slakje’:

Klimmen, buitelen en springen,
dat moet elke Zwarte Piet.
Zonder eindeloos geoefen
lukt zoiets natuurlijk niet.

Sportpiet staat hem op te wachten
en zeg: “Piko, luister goed.
Sint wil dat je nog vanavond
op het dak examen doet.

Aan de slag dus, in de gymzaal.
Om vijf uur kom ik terug.
Vraag de Pieten je te helpen
met de ringen en de brug!”

Eerst maar klimmen in de touwen;
dat heeft Pico meer gedaan.
“Doe je mee met bokkie springen?”
vraagt een Piet. “Ga hier maar staan.”

Daarna helpen er twee Pieten
met de salto’s op de mat.
Als het lukt na twee, drie uren
is hij moe en kleddernat.

Een stel Zwarte Pieten roept hem:
“Hé, wil je een goede raad?
Leer dan op de balk te lopen
voor je straks het dak op gaat.”

Piko valt al na drie tellen,
maar toch lukt het op den duur
om zijn evenwicht te houden.
Ach, wat zijn zijn spieren zuur!

En dan komt de Sportpiet binnen.
“Pikoloni, het is tijd!
We gaan naar de binnenplaats
en testen daar je lenigheid.

Want je moet voor het examen
kunnen klimmen op het dak
en dan naar de schoorsteen lopen
met een volle jutezak.”

Langs de regenpijp klimt Piko.
Oei, daar slipt zijn linkervoet!
Piko schrikt en wankelt even,
maar gelukkig komt het goed.

Op de terugweg gaat het beter.
Als hij met gescheurde kous
heelhuids op de grond terechtkomt,
klinkt er daverend applaus.

“Ga maar douchen,” zegt de Sportpiet.
“Ik ga buurten bij de Sint
en vertellen dat ik jou een
veelbelovend Pietje vind.”

Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen. Uit: Zwarte Piet in 7 dagen. Illustraties Wendy Panders, De Vier Windstreken, 2013. 

Eerder hervertelden de schrijfsters beroemde fabels in Boven in een groene linde zat een moddervette haan, dat in 2009 een Gouden Penseel won. In dit Pietenboek lange, soms een tikje rammelende verzen over Pikolino, de jongste Zwarte Piet, en wat hij in korte tijd allemaal moet leren. De stripachtige illustraties zijn vrolijk en trefzeker, maar, jammer, voer voor anti-Pietdiscussies. Leeftijd: 3+.