Ik zat binnen, opgesloten
in een veel te warme klas
en hoorde in de verte vragen
wat een lijdend voorwerp was.

Vingers schoten in de lucht,
de mijne deed niet mee.
Ik klapwiekte naar buiten
met de meeuwen mee naar zee.

Ik landde in de duinen,
rolde kopje naar het strand.
Ik holde langs de vloedlijn
door het harde, natte zand.

De zee die rook naar vrijheid,
naar ver weg en nooit meer terug.
Ik rende alsmaar sneller
met de zeewind in mijn rug.

Ik ben blijven rennen
tot ik buiten adem was.
Ik liet me languit vallen
en schrok wakker in de klas.

De bel die had geklonken,
het was tijd voor speelkwartier.
De meester zei: ‘Naar buiten,
wat doe jij nog langer hier?’

Ik bleef liever binnen, zei ik,
omdat ik niet lekker was.
‘Ik vond je,’ zei de meester,
‘al wat afwezig in de klas.’

Ik zat binnen aan mijn tafel
en voelde met mijn hand
dat mijn broekzat vol zat
met het allerfijnste zand.
Koos Meinderts. Uit: Verdriet is drie sokken. Tekeningen Annette Fienieg. Lemniscaat, 2008.

een vos in het bos
een vos zit in een hok.
‘nee,’ huilt de vos.
‘hier hoor ik niet.
ik wil weer naar het bos.’
hij neemt een mes,
doet de v weg in zijn naam,
en lijmt er een l aan.
‘ha ha ha,’ zegt de vos.

nu is de vos los.
gauw naar het bos!

keer mij om
kap is pak.
en kat is tak.
lip is pil
en lik is kil.
rook is koor.
en rood is door.
ik ben tom.
keer mij om.
dan ben ik mot.
ik ben raar.
keer mij om.
het is waar.
ik ben weer raar.
Riet Wille. Uit: Die hoed zit goed. Illustraties Annemie Berebrouckx. De Eenhoorn, 2013.
Kinderen die van taalspelletjes en woordgrapjes houden zitten goed met dit boek. Over de 50 gedichten en tekeningen die samen een onlosmakelijk geheel vormen. Leeftijd: 4+. AVI M3 niveau/oud AVI 1.

Wie knipt de tenen van de reus?
Ik niet.
Wie krabt de watten van zijn neus?
Ik niet.
Wie schrobt zijn oude rug?
Wie snijdt zijn luizen-haar
en veegt dat smerig boeltje
met de handen bij elkaar?
Mij niet gezien.
Iemand van jullie misschien?

Wie van jullie hier aanwezig,
zeg me dat eens snel,
maakt er al zijn oren schoon
en snuit zijn snottebel?
Jij niet?
Niemand?!
Viezeriken!
Ik wel!
Ienne Biemans. Uit: Met mijn rechteroog dicht, mijn linkeroog open. Leopold, 2001.

Joepie Joepie is gekomen,
heeft mijn meisje weggehaald.
Maar ik zal er niet om treuren,
gauw een ander weer gehaald.

Trala lalalala.
Trala lalalala.
Trala lalalala.
Trala lalalala.
Marijke ten Cate. Uit: Joepie Joepie.  Liedjes en spelletjes voor de kleinsten. Lemniscaat, 2013
Het ziet er wat flauw uit, zo. Maar met de bijbehorende grote fleurige plaat van een stel dansende kinderen lijkt het meteen heel anders. Opwindend leuk zelfs. In dit boek – mét bijbehorende cd – kinderliedjes van vroeger, die je met je kind kunt zingen, dansen en spelen.
Leeftijd: 2+.

Een krokodil kan echt huilen, maar niet van verdriet.
Een ijsbeer is linkshandig, net als de meeste kunstenaars.
Hoe dapper een gorilla er ook uitziet, zwemmen durft hij niet.
Bij zeepaardjes krijgen niet de vrouwtjes maar de mannetjes baby’s.
Een panda heeft andere kleuren dan je zou denken: onder zijn witte vacht is de huid zwart en onder zijn zwarte vacht is de huid roze.
De botjes in de pootjes van een vleermuis zijn zo dun dat hij er niet op kan staan.
Een schorpioen heeft minstens zes en soms wel twaalf ogen. Toch kan hij niet goed zien.
Een mannetjeskomodovaraan heeft twee penissen.
Een hongerige wolf kan in één keer twintig kilo vlees eten.
Een krekel hoort met zijn knieën.
enzovoort.
Marije Tolman met woorden van Jesse Goossens. Uit: Springende penguins en lachende hyena’s. Lemniscaat, 2013.
Uitgeverij Lemniscaat viert dit jaar haar vijftigjarig bestaan met een prentenboek der prentenboeken.
Marije Tolman weet de feitjes en weetjes naast de tekst te verheffen tot pure poëzie door haar geweldige platen boordevol grappige details. Soms groot en impressionistisch, soms klein en verfijnd, ze heeft de beschikking over een breed palet en dat werkt fantastisch. 
Elk dier krijgt bij haar een eigen karakter en gezicht, best knap als je bedenkt dat ze soms dertig olifanten op elkaar stapelt. 

Dat krekels met hun knieën horen zien we verbeeld in een hilarisch concert met krekels rondom een harpspelende andere krekel.  
De linkshandige ijsbeer, mijn favoriet, schildert een bont zelfportret. De bange gorilla loopt vergeefs rond met zwemband, handdoek en badeendje.
Heerlijk, lekker dik prentenboek om eindeloos te bekijken en opnieuw te bekijken. 
En om vaak hardop in de lach te schieten. 
Helemaal geen kritiek? Dit dan: sommige details van de tekeningen vallen weg in de vouw van de pagina. 
De teksten zijn erg droog, kan iemand Marije Tolman eens aan Toon Tellegen of Bibi Dumon Tak koppelen? 

Ik kijk naar links, ik kijk naar rechts,
mijn wangen krijgen blosjes.
Ik gluur over mijn schouder heen,
tuur ook nog in de bosjes.
Niemand te zien, niemand op straat,
super prima voor mijn plan.
Voorzichtig leg ik woorden neer,
hoop er nu het beste van.
Ik kijk naar links, ik kijk naar rechts,
wervel als de wind vlug weg.
Verstop mij, houd mijn adem in,
loer behoedzaam door de heg.
Ik hoor een stap, ik hoor een stem,
ik kijk vanuit mijn hoekje.
Hoera! daar bukt al iemand zich,
hij raapt en vindt … een boekje.
J. Baas-Hazenbosch. Ongepubliceerd.
Het is vandaag Nationale Kinderzwerfboekdag. Dus wil iedereen vandaag alsjeblieft een kinderboek laten zwerven? 
Er zijn al heel veel kinderzwerfboeken. In ieder geval zijn er minstens 33.333 officieel aangemeld op de website van Kinderzwerfboek, maar er kunnen er nog veel meer bij. 
Als je mee wilt doen, kun je stickers aanvragen bij Kinderzwerfboek
Ambassadeur worden om in je eigen regio kinderzwerfboeken meer bekendheid te geven? Geef je vlug op. 

Ik zing een verhaal dat nog nooit is verteld,
over Billy de Kip, mijn vriend en mijn held.
Al is Billy klein en pas net uit het ei,
toch is er geen cowboy zo dapper als hij!

Hij is met zijn zusjes gevlucht uit het bos,
waar pa en moe kip zijn gepakt door een vos.
Ze jakkerden over de prairie tot KRAK!
er zomaar een wiel van hun huifkar afbrak!

Ze kunnen niet verder en straks wordt het nacht.
Uit angst voor de vos, houdt Billy de wacht.
De zusjes kip liggen en luieren maar,
zij gaan gewoon eten en zien geen gevaar.

Zo snel als de bliksem bouwt Billy een hek.
Zijn zusjes die giechelen: ‘Billy is gek!
Ben je soms kippig? Niet goed bij je tok?
Een kip in het wild heeft toch niks aan een hok?’
Marcel van Driel, Jeroen Schippern en Jort van der Jagt. Uit: Billy de Kip. David & Goliat, 2013. 
Vrolijk en absoluut niet lievig prentenboek over de oorlog tussen cowboy Billy de kip en zijn zussen en de vos. Pa en moe zijn weg, er verdwijnen nog een stuk of wat zussen en dan wordt het menens. Kip en vos vechten elkaar de tent uit met een hek, een vuist op een veer, een oorlogsmachine en vechtende robots . De tekst loopt als een tierelier, de stoere tekeningen zijn prachtig gemaakt. En het loopt nog goed af ook. Jammer dat alleen de mannen stoer zijn en de vrouwen dom en hulpbehoevend.
Leeftijd: 3-8.

Dat is sport
Een paar seconden voor de race.
Je hebt fans. Ze worden hees.

Ze verwachten een sensatie.
Ademhalen. Concentratie.

En dan opeens verstomt hun lied.
Wat er gebeurt, begrijp je niet.

Je sluit ze af. Je gumt ze uit.
De wind steekt op binnen je huid.

Je wordt een suizende orkaan
en het schijnt dat je gaat staan,

dat je verandert in een vorm,
die gehoorzaamt aan een storm.

Die jou laat doen wat je moet doen.
Je springt. Daar ga je. Kampioen.

En terwijl je toegejubeld wordt
denk je: wég zijn – dat is sport.

Je bent getraind en voorbereid,
maar pas als je precies op tijd

afwezig bent, en leeg, en stil,
doet je lichaam wat je wil.

Word je mee op reis genomen.
Dat is sport. De mooiste dromen

worden aan je toegekend
terwijl jij ergens anders bent.
Edward van de Vendel. Uit: Ik juich voor jou. Ill. Wolf Erlbruch. Querido, 2013.
Vandaag begint in Nederland de kinderboekenweek met als thema: Klaar voor de start. Sport en spel. 
Dit gedicht is geplaatst met toestemming vooraf van uitgeverij Querido.